Als je niets verwacht, valt alles mee. Dat de economie van het eurogebied in het eerste kwartaal met 0,3% groeide, verdient daarom een ingetogen applausje. Nee, erg snel gaat het herstel niet, maar er was op nog minder groei gerekend. ‘Een goede start’, concludeerde analisten van Morgan Stanley groothartig na de publicatie van de Europese groei.
Overigens: hoeveel de Nederlandse economie in het eerste kwartaal groeide maakt het CBS pas op 15 mei bekend. Onze groei ontbrak dus in het nieuwe cijfer van Eurostat, net als dat van Finland, Portugal, Luxemburg en nog wat landen. Later volgt een completer beeld.
Noord-Zuidverschil
De grootste vier economieën van het eurogebied leverden de getallen wel op tijd aan. De Duitse economie bleef met 0,2% wat achter. Die van Spanje liep met 0,7% juist voor de troepen uit. Zuid wint van Noord en dat is al een aantal kwartalen aan de hand. Sinds begin vorig jaar is de Spaanse economie met 2,4% gegroeid. Het Franse bbp steeg met 1%, het Italiaanse met 0,6%.
En Duitsland? Daar kromp de economie: met 0,3% sinds begin 2023. Als Nederland in de eerste drie maanden van dit jaar de gemiddelde groei van het eurogebied gevolgd heeft, komen wij voor het hele jaar uit op ongeveer 0%. Stilstand.
Het opvallende Noord-Zuidverschil heeft twee oorzaken. Allereerst waren de economieën van Italië en Spanje tijdens corona hard geraakt, en was het herstel na de pandemie minder snel dan in bijvoorbeeld Nederland. Ze hebben dus nog wat in te halen.
Maar belangrijker: de recessie van 2023 kwam door terugval van industriële productie en export. De energiecrisis heeft Europese producenten uit de markt geprijsd. Hun concurrentiepositie is verslechterd en ze werden huiverig om te investeren. Veel bedrijven kampen met grote voorraden, dus bijbestellen wordt uitgesteld. Tel daarbij op dat grootafnemer China het ook wat zuiniger aandeed, en de terugval in Duitsland (industrie) en Nederland (handel) is goed te begrijpen.
Slechte voortekenen
Daar komt niet snel verandering in. Volgens de laatste raming van de Oeso die afgelopen week verscheen, blijven de Duitse investeringen dit jaar dalen met 1,8%. Voor Nederland verwacht de Oeso zelfs 3,3% lagere investeringen. Pas in 2025 zal er in beide landen weer meer geïnvesteerd worden. Er is overcapaciteit en de concurrentiepositie is structureel verslechterd. Ook al zijn de gasprijzen gedaald en subsidieert de Duitse overheid de energie-intensieve industrie gul, de Noord-Europese industrie blijft in recessie.
Dat is ook te zien aan een andere indicator die deze week verscheen: de inkoopmanagersindex. Die is voor de industrie van het eurogebied in april weer wat gedaald, naar 45,7. Als deze index onder de 50 staat, duidt dat op krimp van de industriële productie. Het Duitse cijfer was wel iets gestegen, maar staat met 42,5 nog altijd fors in het rood. Ook in Frankrijk en Italië zijn de voortekenen slecht.
Is er dan helemaal geen goed nieuws? Jawel, de Nederlandse inkoopmanagersindex steeg en belandde voor het eerst in maanden boven de grens van 50. Groei in de Nederlandse industrie lijkt voorzichtig terug te keren. Maar pas als de export weer echt gaat aantrekken kan de vlag uit. De Oeso verwacht dat pas in 2025.
Kickstart
Is dit allemaal niet wat te somber? De werkloosheid is voor het eerst in de geschiedenis van het eurogebied tot onder de 6,5% gezakt, de Europese inflatie is fors gedaald en met een beetje mazzel verlaagt de ECB deze zomer de rente. Daarop vooruitlopend is de euro goedkoper geworden en dat stimuleert de export.
En dan is er nog de Europese consument. Die moppert veel, maar houdt in de winkel toch de moed erin. Consumptiegroei valt keer op keer hoger uit dan verwacht. De lonen stijgen overal in Europa en de koopkracht neemt weer toe. Bovendien staat er nog veel coronaspaargeld op de bank. Volgens de Oeso houden consumenten in het eurogebied meer dan 10% van het besteedbaar inkomen aan als extra spaargeld. Zodra de stemming over de economie wat positiever wordt, zou dat eindelijk weer in omloop kunnen komen.
Zou kunnen. De hoop op een kickstart door besteedlustige consumenten is al zo oud als het eerste coronavaccin. Maar de burger spaarde telkens stug door, zeker die in Nederland. Totdat de industrie opkrabbelt en de wereldhandel echt aantrekt, zet ik mijn geld daarom niet op een snelle Europese opleving.
Lees het volledige artikel: https://fd.nl/politiek/1515676/een-beetje-europese-groei-maakt-nog-lang-geen-zomer