Nieuwe keuzestress door terugkeer van het vaste energiecontract

Terug van weggeweest: het vaste energiecontract. Tijdens de gascrisis van 2022 durfden de energiebedrijven het niet meer aan om klanten voor langere tijd een vaste prijs aan te bieden. De kans dat ze de energie ver boven de leveringsprijs zouden moeten inkopen, maakte het een te riskant product. Anders gezegd, de verzekeringspremie die klanten zouden moeten betalen om langere tijd van het prijsrisico gevrijwaard te zijn, was prohibitief. Er was simpelweg even geen markt voor het afkopen van deze prijsrisico’s. De overheid stapte in om dit marktfalen op te lossen, en nam met het prijsplafond een flink deel van de risico’s over.

Inmiddels kan de private sector de risico’s weer aan. Op de gasmarkt hoeft geen €300 per megawattuur (Mwh) te worden betaald, maar kost dat minder dan €25. Voor de wat langere termijn zijn de gascontracten duurder: levering in januari 2024 kost zo’n €43 per Mwh. Maar ook dat soort prijzen zijn voor de energiebedrijven prima te behappen. Daarom durven ze het weer aan om de eindgebruiker contracten met vaste prijzen aan te bieden. Nederlanders kunnen zich weer verzekeren tegen toekomstige prijsstijgingen.

Maar de terugkeer van het vaste contract leidt tot nieuwe keuzestress. Want is het nou verstandig om meteen weer voor vast te gaan? Of kun je beter nog even wachten tot de prijzen verder zijn gedaald? Mij werden deze vragen de afgelopen tijd meermaals gesteld. Het is weer zo’n typische vraag waar een econoom geen antwoord op heeft. Een variant op de gouwe ouwe: ‘Moet ik nu een huis kopen of nog even wachten tot de huizenprijs verder zakt?’ Of: ‘Zal ik mijn hypotheekrente kort vastzetten, in de hoop op dalende rente?’ En: ‘Wanneer is het een goed moment om in te stappen op de beurs?’ Nu komt dus in dit rijtje ook: ‘Zal ik voor een vast energiecontract kiezen of gaat de gasprijs nog verder omlaag?’

Kijk, daarom ziet u zo weinig economen op verjaardagsfeestjes. U stelt ons vragen waarop geen antwoord mogelijk is. Of beter, er is wel een antwoord, maar dat bevalt u niet. Dat antwoord luidt namelijk: stop met gokken op prijzen en rentes. Hou op met magisch denken over een voorspelbare toekomst en begrijp dat markten wispelturig zijn. De wereld is geen casino waarin iedereen op zoek moet naar de winnende strategie. Hypotheken, beleggingsproducten en energiecontracten zijn geen spannende loten in de loterij, maar saaie verzekeringen.

Daarom deze week in Raderwerk geen macro-economische grafieken maar twee belerende en betweterige ‘beslisbomen’. Een stukje personal finance-advies naar de lezer toe. De eerste laat de valkuilen van het vaste energiecontract zien. Denkt u dat de energieprijzen binnenkort gaan stijgen? Dan lijkt een vast contract aantrekkelijk. Verwacht u juist een daling, dan lijkt nog even doorgaan met variabele tarieven meer rendabel. Misschien ziet u een daling op korte termijn, maar een forse stijging als we een strenge winter krijgen? Of komt er een wapenstilstand in Oekraïne? Een wereldwijde recessie? Een doorbraak in kernfusie? Dan gaan energieprijzen juist omlaag.

Laat alle voorspellingen los
Hoe u ook naar de toekomst kijkt, in alle gevallen geldt het advies: ‘Doe niets. Ga naar Beslisboom 2’. Daar wordt de lezer uitgenodigd om alle toekomstvoorspellingen los te laten. Want waarom zouden u en ik het beter weten dan de markt? Op de termijnmarkt voor energie zijn alle toekomstverwachtingen al ingeprijsd. Om het juiste contract te kiezen moeten we daarom niet naar buiten kijken, maar naar binnen. De juiste vraag is: kan ik grote schokken in de energieprijs financieel dragen? Zo nee, dan is afsluiten van een verzekering tegen prijsstijging een goed idee. Kijk dan nog wat dieper in de eigen ziel: hoe onrustig wordt u van financiële pech? Weegt de lol van meevallers op tegen het verdriet over tegenvallers? Zo niet, doe uzelf dan een lol en ga voor het vaste contract. Rijk genoeg en niet zo melancholisch? Dan is een verzekering niet nodig en lijkt een variabel contract een prima keus.

Probeer niet te timen, maar kies wat bij uw situatie en karakter past. Dat geldt voor het energiecontract, maar ook voor rentebedenktijd, beleggen op de beurs en het kopen van een huis. Ik leg het graag nog een keer omstandig en met veel omhaal van woorden uit. Bijvoorbeeld als we elkaar tegenkomen op een feestje of receptie. Maar om een of andere reden word ik daar nooit meer voor uitgenodigd. Merkwaardig.

FD

Oef

‘Oef.’ Dat was mijn reactie op Twitter, toen de Eerste Kamer dinsdagavond op het laatste moment vóór de nieuwe pensioenwet stemde. Het zorgde voor verwarring bij mijn gewaardeerde volgers. Oef? Wat bedoelde ik daarmee? Was het een oef van opluchting, omdat de wet er eindelijk door is? Of juist een oef van schrik, omdat nu het hele stelsel op de schop gaat?

Moeilijk te zeggen. Mijn oef was een oer-oef, een primaire reactie. Er zat zeker opluchting in. Iedereen die dit onderwerp de afgelopen decennia volgde, die de vele rapporten en berekeningen zag langskomen, de oeverloze discussies in de polder volgde en in 2019 toenmalig minister Wouter Koolmees het pensioenakkoord voor de poorten van de hel zag wegslepen, zal dezelfde opluchting voelen. Plus: geen rekenrentediscussie meer. Grote oef!

Maar het was ook een oef van zorg. Want nu gaat het beginnen. De pensioenfondsen staan voor een megaoperatie. Er gaan rechtszaken komen van ontevreden deelnemers. En als de beleggingsresultaten tegenvallen, zal men ook in het nieuwe stelsel proberen de regels te buigen. We zullen daar allemaal verslag van moeten doen. Oef!

FD

Autodestructie

De Europese auto-industrie knoopt de eigen strop. En de politiek helpt daar graag aan mee. Wil de Europese Commissie in 2035 nieuwe auto’s met verbrandingsmotor verbieden? Dan schreeuwen autofabrikanten moord en brand en dreigt de Duitse regering met een tegenstem. We gaan binnenkort een goedkope, schone toverbrandstof uitvinden waarmee de ouderwetse plofmotor emissievrij kan rijden, beweert men. Dat sprookje werd nog beleid ook.

Stelt Brussel strengere uitstooteisen per 2025 voor, zodat nieuwe benzineauto’s minder vervuilen? Dan komen de Italiaanse automakers in het geweer. Populist Matteo Salvini, de huidige minister van Transport, laat zich graag voor hun karretje spannen en heeft inmiddels een ‘blokkerende minderheid’ van auto producerende lidstaten verzameld. En in Nederland? Hier durfde het kabinet het toch niet aan om zakelijke benzine- en dieselauto’s vanaf 2025 te verbieden.

Terwijl Europa zich druk maakt over het verlengen van de levensduur van ten dode opgeschreven technologie, pakken andere landen de markt voor elektrisch rijden. China, Zuid-Korea en zelfs de VS zetten de toon. Europa bungelt.

FD

Als Duitsland niest, zegt Nederland ‘Gesundheit’

‘Ein kräftiger Aufschwung ist vorerst nicht in Sicht.’ Voor optimisme hoefde je afgelopen week de Duitse kranten niet open te slaan. Het was niks met de Duitse economie en het wordt de komende tijd ook niets. De economie van het land was voor het tweede kwartaal op rij gekrompen, dus de recessievlag ging overal halfstok.

Vooral de consument had het laten afweten deze winter. De hoge inflatie had er bij de Duitse huishoudens flink ingehakt. Ook de import daalde. Volgens de Frankfurter Allgemeine blijft de economie nog wel even in mineur. Een krachtig herstel is niet in zicht, schreef de krant.

Slecht nieuws voor Duitsland, maar ook voor Nederland. Want als de Duitse consument een koopstaking afkondigt, blijven onze telers met hun tomaten zitten en krijgt de Rotterdamse haven minder met Aziatische elektronica gevulde containers te verwerken. Krimp in Duitsland betekent dat de Nederlandse toeleveranciers van de Duitse industrie minder orders kunnen verwachten en de huisjesverhuurders aan de Nederlandse kust minder boekingen van Duitse toeristen. Want we weten het allemaal: als Duitsland niest, wordt Nederland verkouden.

Besmettingsgevaar
Op het eerste gezicht lijkt dat ook nu het geval, want ook de Nederlandse economie kromp in het eerste kwartaal van dit jaar. En hoewel er, anders dan in Duitsland, in het laatste kwartaal van 2022 wel sprake was van groei, is ons bruto binnenlands product (bbp) in het afgelopen halfjaar per saldo gekrompen. De Nederlandse krimp kwam deels doordat de gasvoorraden afnamen, en deels door afname van de uitvoer van goederen.

Laten we het besmettingsgevaar niet overdrijven. De Nederlandse economie heeft de afgelopen jaren juist laten zien ook te kunnen groeien als Duitsland kromp. Kort voor de pandemie zat de Duitse economie ook al in de problemen. Vooral de auto-industrie had het zwaar in 2018 en 2019. De economie groeide jaarlijks nauwelijks meer dan een procent.

Maar Nederland deed het in die jaren juist goed. Onze groei lag ruim twee keer zo hoog als de Duitse. De werkloosheid bleef laag, de investeringen schoten omhoog en het begrotingstekort sloeg om in een overschot. Het waren mooie jaren. Duitsland nieste, Nederland zei ‘Gesundheit’ en werd verder niet besmet.

Ook tijdens en na de pandemie verging het de Nederlandse economie veel beter dan de Duitse. Over de hele periode van 2020 tot nu gemeten, groeide ons bbp met bijna 5%. In Duitsland staat dat percentage nog altijd in het rood, onder andere door een veel grotere afhankelijkheid van de vraag en het aanbod uit China. Dat zijn ruim drie verloren jaren in Duitsland, terwijl Nederland per saldo op het oude groeipad terugkeerde.

Minder diepe dalen
Natuurlijk blijft Nederland afhankelijk van Duitsland. Het is tenslotte onze grootste handelspartner en voor ons ook het belangrijkste knooppunt van het internationale productienetwerk. We delen bovendien hetzelfde monetaire beleid. Onze conjunctuur loopt daarom gelijk op. Jaren van hoge groei, trage groei en krimp volgen elkaar met hetzelfde ritme op. Maar de pieken zijn in Nederland vaak wat hoger en de dalen wat minder diep.

Daardoor heeft de Nederlandse economie het de afgelopen decennia beter gedaan dan de Duitse. Per hoofd van de bevolking nam het bbp meer toe. Dat gebeurde vooral in de jaren negentig van de vorige eeuw, toen Duitsland ‘de zieke man van Europa’ was, en Nederland juist de wondereconomie met het poldermodel. Ook toen klopte het besmettingsverhaal dus niet echt. Later hervormde Duitsland de economie en ging het daar juist snel, terwijl Nederland sukkelde. De afgelopen pakweg acht jaar doen wij het weer beduidend beter dan de Duitsers. Over de hele periode staan wij flink op winst.

De Nederlandse economie is de afgelopen decennia diverser geworden. We zijn niet alleen meer een land van handel en logistiek, maar ook van techniek en innovatie. Ook onze handel werd minder eenzijdig; het belang van Duitsland voor zowel export als import nam af. In de derde grafiek is voor 2022 wel een opleving van de exportwaarde te zien, maar dat komt vooral door hogere energieprijzen. De trend is: het handelsaandeel van Duitsland is groot, maar dalend.

Zo kreeg Nederland een sterker afweersysteem. Als het slecht gaat met de Duitse economie hebben we daar nog zeker last van. Maar een kuchje in het oosten maakt niet doodziek.

FD

Gas en pensioen

Soms is een prijsprikkel nodig om de lange en korte termijn bij elkaar te brengen. Een extreem hoge gasprijs, bijvoorbeeld. De wens om ooit te verduurzamen werd eindelijk in actie omgezet, dankzij de acute noodzaak om de energierekening te verlagen. De langetermijnplanner in ons hoofd, die graag het goede wil doen, kreeg steun van de kortetermijnopportunist die ons feitelijk handelen bepaalt. Bij een gasprijs van €300 per MWh vielen eigenbelang en algemeen belang eindelijk samen.

Voor zolang het duurt. Inmiddels is de gasprijs gedaald naar €26. Blijven de nobele voornemens over warmtepompen en isolatie nog wel overeind? Of gaan we toch op de oude voet verder?

Hetzelfde dreigt te gebeuren bij de pensioenhervorming. Toen de rente extreem laag was en pensioenkortingen dreigden, was iedereen pro-hervorming. Er moest een beter, houdbaar stelsel komen (lange termijn), want dan werd korten voorkomen (korte termijn). Nu de rente weer hoger is, gaat men twijfelen. Is zo’n beter pensioenstelsel wel nodig, nu de dekkingsgraden weer hoger zijn? Zonder prijsprikkel wint opportunisme het telkens van het verstand.

FD

Klimaatberusters

In één keer van twijfel naar berusting. Eerst was er geen klimaatprobleem, nu is het probleem opeens te groot om nog iets aan te doen. ‘Goed klimaatbeleid is bovenal een zaak van adaptatie’, zei de Vlaamse minister van energie Zuhal Demir. Zij strijdt tegen de Europese klimaatplannen van Frans Timmermans. Haar partij, de N-VA, vond lang dat de menselijke invloed op het klimaat voer voor ‘debat’ was. Waarschuwingen waren ‘doemverhalen’. Nu is het plotseling: de doem is onvermijdelijk, we moeten ons aanpassen.

Het is geen puur Vlaams verschijnsel. Ook in Nederland roepen voormalige klimaattwijfelaars dat er niets meer aan te doen is. Van ‘er is geen brand’, naar ‘laat maar uitbranden’. Alsof er geen brandweer is.

Maar we kunnen nog wél blussen. Bijvoorbeeld door CO₂-uitstoot te beprijzen. Professor Kornelis Blok, die er wel verstand van heeft, liet onlangs zien dat bij een CO₂-prijs van $100 per ton, genoeg schone energie rendabel wordt om de wereldwijde uitstoot in 2030 met 40% te verminderen. Het is nog niet te laat, mits we in actie komen. Maar daar hebben zowel de ontkenners als de berusters nou net geen zin in.

FD

Hypocriete G7

‘Wij zijn verenigd in onze toewijding aan vrije en eerlijke handel als basisprincipe van het op regels gebaseerde multilaterale handelssysteem, met de WTO in een centrale rol.’

Hoongelach. Ik kon het niet onderdrukken toen ik deze zin las in het G7-communiqué. Maar eigenlijk is het om te huilen. De Wereldhandelsorganisatie (WTO) wordt maar liefst twaalf keer genoemd in de tekst waarmee de bijeenkomst in Hiroshima werd afgesloten. Meestal in zinnen vol vrome beloften over samenwerking en handel. Maar de WTO kan daar helemaal niet aan bijdragen, want de organisatie werd onklaar gemaakt door het belangrijkste lid van de G7.

Al sinds Obama vetoën de VS consequent de benoeming van WTO-rechters, waardoor er van de zeven leden van het belangrijkste beroepsorgaan, de Appellate Body, nu niet één meer over is. De Amerikanen hebben de WTO gesaboteerd omdat ze van de rechters niet altijd hun zin kregen. Washington eist ‘hervorming’ en nam de rechtbank in gijzeling.

De G7-leiders waren dit weekend vooral boos op China, dat andere landen economisch zou afpersen. Over de chantage in eigen kring werd met geen woord gerept.

FD

Baandwang

Een oorvijg voor de Belastingdienst. Die huurt honderden zelfstandigen in en de Rekenkamer vindt dat echt niet kunnen. Alle ICT-ers en toeslagenbeoordelaars moeten in dienst. Die willen dat niet en blijven liever zzp’er, merkt de Belastingdienst. Maar dat is geen argument, stelt de Rekenkamer: iedereen moet een vaste baan.

Deze ‘baandwang’ bewijst weer eens hoezeer de aanpak van schijnzelfstandigheid uit de rails is gelopen. Ooit had die strijd een nobel doel: onderin de arbeidsmarkt werden rechteloze werknemers uitgebuit. Ze moesten tegen hun zin via onzekere zzp-constructies werken. Schande!

Hoeveel van die uitgebuite nep-zzp’ers er precies waren? Niemand wist het. Maar dat er strengere regels nodig waren, voor álle zzp’ers, was duidelijk. En zo ontaardde de goedbedoelde aanpak van een denkbeeldig probleem in het grootschalig opjagen van tevreden zzp’ers.

Je ziet het ook in het onderwijs en de zorg, waar personeel de controle over het eigen leven is kwijtgeraakt door regels en roosters en vlucht in het zzp-schap. In plaats van het werk weer dragelijk maken, gaat men zzp’ers pesten. De wereld op z’n kop.

FD

Nutteloos goud

Het goud is aangekomen! Herhaling: het goud is aangekomen! Zo’n tweehonderd ton aan goudstaven en munten ging de afgelopen weken van de tijdelijke opslag in Haarlem naar de nieuwe kluis in Zeist, zo meldde De Nederlandsche Bank maandag. Onder beveiliging van de marechaussee, want je moet er niet aan denken dat de €10 mrd aan edelmetaal in verkeerde handen valt of na een stuurfout in het kanaal belandt.

Als er iets met onze nationale goudvoorraad gebeurt, is dat een ramp voor de economie, want … uh … want … Tja, waarom eigenlijk? Omdat het goud de waarde van onze munt bepaalt? Dat is al een halve eeuw niet meer het geval. Ons goud is een reliek uit een vervlogen tijd. Dient het goud dan als onderpand voor de import? Het buitenland weet dat we altijd kunnen betalen, ook tijdens een crisis, want we hebben goud. Klinkt leuk, maar de hele goudvoorraad is goed voor amper twee weken Nederlandse import. Nou, hoera.

Zowel de waarde van de munt als onze kredietwaardigheid wordt bepaald door onze bevolking, bedrijven en instituties. Niet door een voorraadje nutteloos metaal in de kluis. Of dat nou in Haarlem of in Zeist staat.

FD

Echt sparen

De rente stijgt, maar die op uw spaarrekening gaat nauwelijks mee omhoog. Veel kwaaier kun je de Nederlander niet krijgen. Het is een kartel. Onze bankiers zijn zakkenvullers.

Dat zul je mij niet horen ontkennen. Maar er is ook iets anders aan de hand: we zijn vergeten wat sparen is. In de ouderwetse spaarpot zat een gleuf waar je geld makkelijk in gleed. Dat geld er weer uithalen was expres moeilijk gemaakt. Je moest klungelen met een mes, schroeven losdraaien of soms zelfs de spaarpot slopen om bij je geld te komen.

En nu? Sparen gaat met een swipe in de bankapp. En ontsparen gaat net zo makkelijk. Binnen een paar seconde verander je spaargeld moeiteloos in betaalgeld. Een grote impulsaankoop is met dit ‘spaargeld’ zo gedaan. Die spaarrekening op onze app is eigenlijk gewoon een betaalrekening. Waarom verwachten we dan wel hoge spaarrente van de bank?

Wat te doen? Ga weer echt sparen. Zet je geld een of meerdere jaren vast tegen een hogere rente. Een depositospaarrekening is zo geopend. Bij je eigen bank, of nog beter: bij een (Europese) concurrent die meer betaalt. Pakken we dat kartel ook meteen aan.

FD