We gaan graven in de Nederlandse arbeidsmarkt. Dwars door de aardlagen heen, om de geologie van ons personeelstekort te doorgronden.
Dat is nuttig voor de vele bedrijven die niet groeien omdat ze niet aan nieuwe werknemers kunnen komen. En voor burgers die zich afvragen waarom de publieke dienstverlening hapert. Maar vooral voor het nieuwe kabinet.
Dat heeft in het regeerprogramma een hoofdstuk gewijd aan dit probleem. Het staat helemaal achteraan in het document, als een soort nabrander. Maar het kabinet beseft in elk geval dat ‘schaarste aan arbeid niet alleen nu, maar ook in de toekomst een belangrijke uitdaging zal vormen’.

Meer werken moet meer gaan lonen, vindt het kabinet. Maar de daarvoor noodzakelijke hervorming van het toeslagen- en belastingstelsel wordt op het bordje van een volgend kabinet geschoven. De enige maatregel is de introductie van een nieuwe belastingschijf aan de onderkant van het loongebouw. Die wordt met 35,82% echter nauwelijks lager dan de tweede schijf van 37,48%. Dus dat daardoor nieuw personeel massaal de arbeidsmarkt op stroomt, lijkt onwaarschijnlijk.
Het kabinet hoopt ook op hogere arbeidsproductiviteit, door ‘prioriteit te geven aan de toepassing van innovatie en arbeidsbesparende technologieën te stimuleren’. Dat klinkt prachtig, maar de maatregelen om dat te bereiken, ontbreken. Men gaat wel het Groeifonds slopen, en bezuinigen op onderwijs en onderzoek. Tegelijk wordt arbeidsmigranten de deur gewezen en wil het kabinet doorgaan met het wegpesten van zzp’ers. Zo serieus neemt men de krappe arbeidsmarkt dus ook weer niet.
Maar serieus is het probleem natuurlijk wel. Om dat duidelijk te maken, pakken we de spade en graven we in de arbeidsmarkt. In de grafiek staan alle Nederlanders tussen 15 en 75 jaar oud bij elkaar, onderverdeeld in leeftijdsgroepen van vijf jaar, en hun positie op de arbeidsmarkt.
De bovenste aardlaag bestaat uit de zogenoemde niet-beroepsbevolking. Mensen die niet werken en ook niet actief naar werk zoeken. Het is een dunne laag. Alleen rechts is het een dik pakket, vooral bestaande uit gepensioneerden. Uiterst links kunnen we ook wat dieper graven: daar zitten de scholieren en studenten zonder bijbaantje. In het midden gaat het om relatief weinig mensen. Van alle inwoners tussen de 30 en de 35 jaar is bijvoorbeeld slechts 8,8% niet actief. Dit zijn arbeidsgehandicapten, partners in een ‘traditioneel gezin’, mensen die een opleiding volgen of mensen die even gestopt zijn met zoeken naar werk. Die laatste groep is interessant voor werkgevers, maar in de regel erg klein. Na decennia van mijnbouw is deze toplaag van de arbeidsmarkt grotendeels uitgeput.
Doorgravend komen we bij de volgende aardlaag: de werklozen. Dit is tegenwoordig een erg dunne laag. Alleen bij de jongste groepen is er nog enige massa. Zo zoekt 9% van de twintigminners actief naar werk, maar dat gaat meestal om niet meer dan een bijbaantje. Bij vijfenveertigplussers ben je zo door de laag heen. Het percentage werkzoekenden bij die groepen ligt ruim onder de 2%. In veel gevallen gaat het daarbij om zeer kortdurende werkloosheid. Men zit even tussen twee banen.
Dan komen we bij de dikke laag van de deeltijders. De meeste scholieren en studenten werken in deeltijd, maar ook een derde van alle oudere leeftijdsgroepen. Bij vrouwen is dit zelfs de dikste laag. Zit in deze aardlaag dan niet de benodigde ruimte voor de arbeidsmarkt? Er valt zeker iets te doen, maar de Nederlandse deeltijdcultuur blijkt telkens zeer hardnekkig. Bovendien: als kleine baantjes verdwijnen, zullen meer deeltijders ervoor kiezen helemaal niet te werken. Dus zeker proberen aan te boren, die deeltijdlaag, maar verwacht er niet te veel van.
Ten slotte komen we bij de granieten laag van de voltijders. Die is vooral dik bij de twintigers en dertigers en bij de vijftigplussers. En bij mannen is hij dus veel dieper dan bij vrouwen. Het is het fundament van de economie. We vinden ook veel arbeidsmigranten in deze laag. Vrijwel alle buitenlandse kenniswerkers zijn van graniet.
Pas dus buitengewoon goed op dat je geen aardschokken veroorzaakt in deze laag. Door lastenverzwaring, bijvoorbeeld, door een vierdaagse werkweek te verplichten. Pas op met het wegpesten van hardwerkende zzp’ers en het verjagen van kennismigranten. Als de voltijdslaag gaat schuiven, zijn we nog verder van huis.
FD