Twintig jaar eurobiljetten: supersaai, maar best succesvol

Heeft u wel eens een €500-biljet in handen gehad? Op de voorkant staat een tekening van een kantoorgebouw en op de achterkant een tekening van een tuibrug. Van alle eurobiljetten is het briefje van vijfhonderd het grootst, qua oppervlakte bijna twee keer zo groot als het €5-biljet.

Maar dat zal u allemaal weinig kunnen schelen, want als u er nu nog nooit mee heeft betaald, dan zult u dat de komende jaren vast ook niet doen. Het paarse bankbiljet wordt sinds 2019 niet meer bijgedrukt. Het bleek vooral handig voor witwassers, drugshandelaren en andere criminelen die hun vermogen graag in een zo klein mogelijk koffertje proppen. De hoogste coupure van de euro was het duurste bankbiljet ter wereld en werd een soort bitcoin avant la lettre: perfect om anoniem je vermogen te verstoppen, onzinnig als betaalmiddel.

Het is overigens nog wel een wettig betaalmiddel, dus de €500-biljetten zijn nog in circulatie. Het aantal is de afgelopen jaren wel flink afgenomen. Van de ruim 500 miljoen die er in 2019 in het eurogebied rondgingen (al lagen de meeste waarschijnlijk ergens onder een matras), zijn er nu nog een kleine 380 miljoen over. Die vertegenwoordigen een bedrag van bijna 190 miljard euro, en zijn daarmee nog altijd goed voor 12,4% van de totale waarde van alle bankbiljetten in omloop.

Vanwaar al deze feitjes over een bankbiljet? Omdat we wat te vieren hebben. Over een week bestaat de euro precies twintig jaar. Giraal was de Europese munt al in 1999 geboren, maar tot nieuwjaarsdag 2002 betaalden Nederlanders nog met guldenmunten en -biljetten. Pas toen toenmalig minister Gerrit Zalm net na middernacht de eerste eurobiljetten uit een SNS-pinautomaat op de Markt in Maastricht haalde, was de euro echt ons nationale betaalmiddel.

Volgens het verslag van de Telegraaf van de volgende dag, pinde Zalm €75 euro, er staat ook een foto met die biljetten in zijn hand bij het artikel. Dat bedrag laat mooi zien hoe onwennig Nederland in het begin nog was met het nieuwe geld. In de tijd van de gulden was 75 een logisch bedrag: drie briefjes van 25. Maar de euro deed niet aan ‘kwarten’. Met een €20-biljet (en een 20 centmunt in plaats van het kwartje), had een consument gemiddeld minder biljetten en munten nodig per betalen, zo had onderzoek uitgewezen. Terzijde: in het filmpje van Zalms pinactie lijkt het toch echt dat hij twee twintigjes en een tientje uit de muur haalt. Misschien vond de persvoorlichter het nodig om hem voor de foto nog wat andere biljetten in de handen te stoppen. U merkt het al: ik ben dol op onzinnige weetjes over ons geld en hou me op deze kerstdag gewoon een keer niet in.

Zoveel belangwekkends valt er over de biljetten dan ook niet te vertellen. We hebben ze nu twintig jaar en zijn er veel sneller aan gewend geraakt dan werd gedacht. Kort voor de introductie verschenen er nog bespiegelingen over de moeite die sommige Nederlanders met de euro zouden hebben en dat het voor ouderen misschien wel nooit zou wennen. ‘In Frankrijk rekenen veel oudjes nog in anciens francs’, waarschuwden deskundigen. Maar afgezien van wat geldillusie in de eerste jaren (nee, de euro heeft niet voor enorme inflatie gezorgd), werd het nieuwe geld al snel doodnormaal.

Ja, de biljetten zijn ouderwets en saai. Maar u mag zelf nieuwe ontwerpen. De ECB grijpt het twintigjarige bestaan aan voor een ontwerpwedstrijd. En nee, we zijn nooit echt van de euro gaan houden, zoals sommigen wel hielden van ‘de snip’ en ‘de zonnebloem’. Liefkozende bijnamen hebben de biljetten dan ook nooit gekregen.

Maar wat kan het schelen. Betalen doen we steeds vaker digitaal, dus de eurobiljetten spelen een veel minder belangrijke rol in ons leven. Geld is nu een getal op een app en geen ritselend papier meer. Daarmee loopt Nederland voorop in Europa. Elders is het papieren biljet nog zeer populair. De hoeveelheid eurobiljetten in omloop is de afgelopen twintig jaar meer dan verdrievoudigd. Vooral het vijftigje is ongekend populair en nu goed voor bijna de helft van de biljetten in omloop.

Door de lage spaarrente worden de biljetten ook al vaker als oppotmiddel gebruikt. Het aandeel van €100- en €200-biljetten is flink toegenomen, dat van de kleine coupures juist gedaald. Daardoor is totale waarde van de bankbiljetten in omloop nog een stuk sneller gestegen dan het aantal. Er circuleert nu in Europa voor maar liefst 1152 miljard aan eurobiljetten. Ach, die euro: supersaai maar best belangrijk.

FD