Brexit begint

Kan een onderwerp zo belangrijk zijn dat niemand het er meer over wil hebben? In het Verenigd Koninkrijk blijkbaar wel. Brexit bepaalt daar de economische ontwikkelingen, maar op een paar ‘remainers’ na, is iedereen er wel klaar mee. Zelfs voor Labour-leider Keir Starmer, de gedoodverfde volgende premier van het VK, is het onderwerp taboe. Al heeft een groot deel van de brexit-stemmers spijt, met gepraat over de EU win je geen verkiezingen.

Maar met negeren gaan de problemen die brexit dagelijks oplevert ook niet weg. Brexit is geen gebeurtenis, maar een proces. Het steeds verder afsluiten van de Britse markt gaat nog gewoon door. Woensdag wordt er weer een stap gezet: dan moet plantaardige en dierlijke import voor verscheping naar het VK worden gecontroleerd door inspecteurs. Voor exporteurs van melk, kaas en de meeste soorten planten begint brexit dan pas echt. Vanaf mei gaan de Britten deze producten ook nog zelf aan de grens checken, met alle kosten en vertragingen van dien.

Dat is het probleem met populisme: de verkiezingswinst gaat naar de hardste schreeuwers, de kosten komen bij de hele maatschappij terecht.

FD

Benoem een Duitser op Financiën

Al ruim vijftien jaar woon ik naast een klokkentoren. De eerste nacht in ons nieuwe huis werd ik elk uur wakker van het gebeier en dacht ik dat ik een grote fout had gemaakt. Maar binnen een paar weken sliep ik er dwars doorheen. Inmiddels merk ik het niet meer als de klok defect is.

Laat dat een troost zijn voor de onhandige expat die per brief klaagde dat het carillon van de Amsterdamse Westerkerk hem uit de slaap hield, en vervolgens heel expat-hatend Nederland over zich heen kreeg. Het went vanzelf.

Er is ook iets moois aan zo’n nieuwkomer die nog hoort wat onze hersens wegfilteren. Buitenlanders zien vaak nog wel de vreemde, onlogische regels en gebruiken van onze maatschappij, die Nederlanders als normaal beschouwen. Verfrissend.

Als we toch een extraparlementair kabinet krijgen, vol partijloze experts, zet daar dan ook een paar buitenlanders in. Of zoiets van de grondwet mag, maakt geloof ik toch niet echt meer uit. Benoem daarom een Duitser op Financiën, een Fin op Onderwijs en een Brit op Economische Zaken. Mensen die de klok nog wel horen luiden. Hun ambtenaren leggen wel uit waar precies de klepel hangt.

FD

Te activistisch

Met een paar aandelen in de hand een Nederlandse bank uit elkaar trekken? Prima in orde. De belastingbetaler raapt de scherven wel op. Een klein belang opbouwen om een zeep- en voedingsproducent te dwingen minder op duurzaamheid en meer op winstmaximalisatie te mikken? Precies zoals de goden van het aandeelhouderskapitalisme het bedoeld hebben.

Na een beursgang is een bedrijf immers publiek bezit; het is de P van IPO. Koop een aandeel en je mag meebeslissen. Dat zijn de regels van het spel. Zeker in de VS, het aandeelhoudersdroomland. Wil je het bedrijf in stukken hakken en doorverkopen? De exorbitante beloning van de ceo nog verder verhogen? Of voor jezelf een plekje in de board regelen? Het kan allemaal.

Maar waag het niet om als aandeelhouder van een oliebedrijf voor te stellen om de CO2-uitstoot te verlagen. Exxon sleept het altijd netjes de regels volgende Follow This zelfs voor de rechter, om zo’n keurige motie tegen te houden. Het is een krankzinnige actie van een bedrijf dat beweert de aandeelhouder altijd op één te zetten. Dit zullen alle andere eigenaren van Exxon toch niet pikken? Want wie is nou de baas?

FD

Een dikke stapel dappere adviezen voor een stuurloos land

De formerende partijen zijn druk met het bestuderen van de Grondwet en het nalezen van internationale verdragen. En sinds deze week ook met openlijk ruziën over de spreidingswet. Nee, er zit niet echt tempo in de formatie. Het wordt zo nog spannend of Mark Rutte bij het Navo-hoofdkwartier kan zijn voordat de Amerikaanse president Donald Trump het bondgenootschap definitief opheft.

Ondertussen zitten de ambtenaren, adviescommissies en polderinstituties niet stil. De afgelopen weken hebben zij een indrukwekkende hoeveelheid rapporten, visies en verkenningen gepubliceerd over de toekomst van Nederland. Ze gaan over vergrijzing, migratie, productiviteit en de vraag waar we straks ons geld mee moeten verdienen. Onderwerpen die sterk met elkaar verbonden zijn en die een nieuw kabinet hopelijk in samenhang zal aanpakken.

Eind december kwam de Adviesraad Migratie met een rapport over demografie en arbeidsmigratie. Afgelopen maandag deed de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen dat nog eens dunnetjes over. Nou ja, dunnetjes … het advies telt vierhonderd pagina’s. Donderdag presenteerde de SER Perspectief op brede welvaart in 2040, met voorstellen over de arbeidsmarkt, productiviteit en verdienvermogen. En vrijdagmiddag publiceerde het ministerie van Economische Zaken en Klimaat de Nationale Technologiestrategie, met daarin de tien voor Nederland belangrijkste nieuwe techsectoren.

Steek een breinaald door alle boekwerken en dit is wat er blijft hangen. Allereerst: door vergrijzing dreigt de beroepsbevolking te krimpen en ontstaan er grote personeelstekorten in essentiële sectoren. Vooral in de zorg, waar niet alleen het arbeidsaanbod afneemt, maar ook de vraag stijgt. Het CBS actualiseerde op verzoek van de Staatscommissie zijn bevolkingsprognose en daaruit blijkt dat arbeidsmigratie een rol speelt bij het managen van de vergrijzing. Als de Nederlandse bevolking alleen zou bestaan uit in Nederland geboren inwoners, waarvan beide ouders ook in Nederland zijn geboren, dan kromp de potentiële beroepsbevolking van 7 miljoen nu naar nog geen 5,5 miljoen in 2070. Het is te danken aan de verwachte nettomigratie van 50.000 tot 60.000 personen per jaar, en hun kinderen, dat de beroepsbevolking min of meer op peil zal blijven. Ook die gunstigere uitkomst gaat gepaard met grote arbeidskrapte, maar die is dan minder pijnlijk.


De kracht van de vergrijzing is ook te zien aan de zogenoemde ‘grijze druk’, de verhouding gepensioneerden en (potentieel) werkenden. Die loopt op van 35% (zeg 1 op 3) nu naar bijna 50% (1 op 2) over vijftig jaar. Zonder migratie zou de grijze druk zelfs stijgen naar meer dan 60%.

Is arbeidsmigratie dan de oplossing voor vergrijzing? Zeker niet. Ook migranten worden oud, dus de vergrijzing wordt hoogstens wat uitgesteld. Om die op lange termijn te voorkomen zouden onwaarschijnlijk grote aantallen migranten nodig zijn. Dat trekt ons land niet, betogen meerdere rapporten.

Behalve gematigde migratie moet Nederland daarom inzetten op productiviteit en scherper kiezen voor bepaalde sectoren. Aan bedrijfstakken die draaien op goedkope arbeidsmigranten (bijvoorbeeld tuinbouw en logistiek) moeten we minder ruimte geven. Verhoging van de productiviteit (meer doen met minder mensen) en investeringen in nieuwe technologie krijgen prioriteit. Niemand schrijft het zo letterlijk op, dus in mijn woorden: we moeten van tomaten en dozen naar groene chemie en kwantumcomputers. Zo’n draai vergt stevig ingrijpen van de overheid. Actief economisch beleid en migratiebeleid is nodig om de economie de juiste kant op te krijgen. Het nieuwe kabinet kan aan de bak.

Ziet u ze het doen? De BBB die kiest voor minder kassen en meer hightech? De PVV die gematigde migratie faciliteert? De adviezen zijn goed doordacht, maar gaan vaak recht tegen de tijdgeest in. De behoudzuchtigen en de romantische reactionairen zijn nu aan de macht. Onze vergrijzende bevolking hoopt niet op een nieuwe toekomst, maar verlangt naar het perfecte verleden dat nooit heeft bestaan. Daarom hoop ik op nog een staatscommissie en nog een dik rapport. Ditmaal over de politiek en hoe we zorgen dat die dapper genoeg wordt om impopulaire keuzes te maken. Keuzes die soms tegen gevestigde belangen ingaan en op korte termijn pijn doen. Staatscommissie-Realiteitszin, is misschien een goede werktitel.

FD

Bestraalde pompelmoes

Wat willen de frankensteins van de voedingsindustrie nu weer? Ze gaan groente en fruit bombarderen met radioactieve deeltjes. En met gammastraling. Om met opzet het DNA te beschadigen. Zo ontstaan willekeurige genetische varianten en wie weet zit er wel een nuttige mutant tussen. ‘Mutation breeding’ heet dit. Het Europees Parlement (EP) stemt woensdag over deze radioactieve plantveredeling. Dit moeten we stoppen!

Wacht, ik vergis me. Gewassen bestralen gebeurt al lang. We hebben er de rode grapefruit aan te danken en speciale mout voor whisky. En honderden andere nieuwe gewassen. Je kunt er in Wageningen college over volgen. Het EP stemt woensdag dan ook niet over mutation breeding, maar over een veel nettere kweekmethode: Crispr-Cas. Daarmee kan de genetische informatie doelgericht bewerkt worden. Veel preciezer dan het gooi- en smijtwerk van de huidige, op puur toeval gebaseerde kweekmethodes.

Alles wat wij eten is ooit door de mens genetisch aangepast. Wie bang is voor Crispr-Cas (in het EP zitten veel tegenstanders) moet voor straf op een dieet van eenkoorntarwe en adelaarsvaren. Net als de prehistorische Ötzi.

FD

Wie onze jongeren lui noemt, kent de cijfers niet

Die jeugd van tegenwoordig? Die is hard aan het werk. Met een studie én vaak een flinke bijbaan. Je zou het weleens vergeten, met al die klachten over de werkschuwe ‘generatie Z’ die de dag lethargisch doorbrengt met het kijken naar TikTok-filmpjes, die bij het sollicitatiegesprek al begint over een sabbatical en die ontslag neemt bij de eerste tegenslag.

Politici doen al jaren voorstellen om jongeren in de benen te krijgen. Het begon in 2017 met het CDA-idee voor een verplichte maatschappelijke dienstplicht voor jongeren. De PVV vond het een prima plan. In Groningen kwamen lokale PVV’ers zelf met een eigen voorstel voor verplicht maatschappelijk werk voor jongeren.

Tijdens de afgelopen verkiezingscampagne was het het NSC dat vond dat jongeren ‘in een vroeg stadium’ moesten worden gestimuleerd een ‘actieve rol te spelen’ in de gemeenschap. VVD en BBB zien ze vooral graag iets doen in het leger, als reservist (BBB) of via een dienstjaar (VVD). Het CDA wil nog steeds dat alle jongeren zich verplicht gaan inzetten voor ‘de samenleving’.

Toch altijd weer bijzonder om te zien met welk gemak mensen die zelf hun jeugd achter zich hebben gelaten, zich bemoeien met de tijdsbesteding van jongeren. In de wetenschap dat je er zelf nooit last van zult hebben, is het makkelijk roepen, natuurlijk. Maatschappelijke dienstplicht voor 45-plussers zou misschien een beter idee zijn: op die leeftijd leven velen in de eigen bubbel en hebben het contact met de maatschappij of gemeenschap verloren. Een opfriscursus van een jaar in een verpleeghuis, bij de voedselbank of gezellig in een schuttersputje met mensen uit andere lagen van de bevolking lijkt zo gek nog niet. Maar daar hebben volwassenen natuurlijk geen tijd voor. Er moet gewerkt worden. Dat is toch ook een bijdrage aan de maatschappij?

Jazeker, en dat geldt dus ook voor jongeren. Onze jeugd studeert en werkt als nooit tevoren. De meerderheid van de jongeren tussen 15 en 25 jaar heeft naast de studie een bijbaan. Ze maken vaak flinke werkweken. Van de 21-jarige onderwijsvolgenden werkt bijna een kwart twintig uur of meer. Slechts 3% van de jongeren werkt niet en zit niet op school. Nergens in de Europese Unie is dat percentage zo laag. Kijk bij de kerstinkopen maar eens om je heen, wie vult de vakken en zit achter de kassa?

Veel studerende jongeren willen zelfs nog meer werken. Een kleine 300.000 zoeken werk of willen meer uren werken. Dat aantal liep tijdens de pandemie snel op, want vooral flexwerkende jongeren verloren toen hun baan of moesten uren inleveren. Voor hen was er geen luxe NOW-regeling. De achterstand die ze toen opliepen, is nog niet ingehaald. Ook al schreeuwen werkgevers om personeel, de ‘semiwerkloosheid’ (inclusief werkenden die meer uren willen maken) is nog lang niet terug op het niveau van voor corona. Bij niet-studerende jongeren is dat overigens wel het geval: voor die groep ligt de semiwerkloosheid alweer veel lager dan in 2019.

We zijn een ijverig volkje, en dat geldt dus ook voor onze jeugd. Er is volgens de Oeso geen westers land te vinden waar de arbeidsparticipatie van 25-minners zo hoog is als in Nederland. Duitse, Britse, Amerikaanse en Scandinavische jongeren zijn allemaal minder actief op de arbeidsmarkt. Het idee dat we onze jongeren naast hun studie en werk zouden moeten lastigvallen met extra dienstplicht is potsierlijk.

Misschien moeten we scholieren en studenten juist aanmoedigen om wat minder te werken. Zou het kunnen dat de schoolprestaties lijden onder het werkethos? Helaas is daar weinig onderzoek naar gedaan. Een studie uit 2007 laat zien dat scholieren met bijbaantjes weliswaar lagere resultaten halen, maar dat dit vooral met sociaal-demografische factoren te maken heeft, en met hun houding tegenover onderwijs in het algemeen.

Amerikaans onderzoek uit 2014 toont wel een negatief verband aan tussen werk en studieresultaten. Studenten die veel uren werkten, hadden lagere cijfers, ook als werd gecorrigeerd voor andere factoren. Kleine baantjes hadden dat negatieve effect niet.

Een tip voor het nieuwe kabinet: steek geen moeite in nadenken over werkplicht voor jongeren, maar laat eens goed onderzoeken of onze bijbaantjescultuur niet juist is doorgeschoten en een verklaring biedt voor de dalende onderwijsprestaties.

FD

Zeurcolumn

Een week voor oudejaarsavond durf ik de conclusie wel aan: 2023 was een slecht jaar voor economen. Ze werden compleet genegeerd.

Neem de verkiezingen. Drie partijen weigerden hun programma te laten doorrekenen door het CPB en namen zelfs niet de moeite uit te leggen hoe ze al hun plannen gingen betalen. De kiezer beloonde die financiële ongeletterdheid met een klinkende overwinning.

Het kabinet verhoogde het minimumloon (begrijpelijk en betaalbaar), maar het parlement eiste dat de AOW mee zou stijgen (onbegrijpelijk en onbetaalbaar). Economen stelden dat de armoede onder ouderen juist gering is en hogere AOW zowel de rijksbegroting als de solidariteit tussen generaties uit balans zou gooien. Niemand luisterde.

Vrijhandel was uit in 2023, protectionisme in. Wie ‘vestigingsklimaat’ zei werd weggehoond. Netjes beprijzen van milieuschade werd geframed als bedreiging van de bestaanszekerheid. Investeringen in de verdiencapaciteit van Nederland (Groeifonds) ruilde men nonchalant in voor een lagere benzineaccijns.

Ja, dit is een zeurcolumn van zo’n miskende econoom. Ik vrees dat ik er volgend jaar weer een kan schrijven.

FD

Economisch swaffelen

Als samenvatting van 2023 is het woord van het jaar goed gekozen. Hysterische ophef, bespelen van de onderbuik, overdreven aandacht voor schijnproblemen, het wordt allemaal netjes gedekt door de term ‘graaiflatie’.

Want wat is er over van de bewering dat bedrijven massaal hun prijzen meer dan evenredig verhoogden en zo grote overwinsten boekten? Heel weinig. De winsten stegen vooral in de energiesector, wat onvermijdelijk is tijdens een energiecrisis. Wie daar boos over is, moet bij Poetin en de Opec zijn.

In andere sectoren werden de winsten wat aangewakkerd door de grote koopkrachtpakketten van eind 2022. Weet u nog, die €380 die iedereen cadeau kreeg? We gingen er extra luxe van uit eten en werden vervolgens boos omdat in de horeca de winsten stegen. Profiteren van een consumptiebonanza is geen graaien.

Inmiddels stijgen de lonen sneller dan de prijzen en waarschuwt DNB voor tegenvallende opbrengst van de winstbelasting.

Het is met ‘graaiflatie’ net als met ‘swaffelen’, het woord van 2008. Er zijn vast een paar perverselingen die zich er schuldig aan maken, maar de overgrote meerderheid houdt alles netjes achter de rits.

FD

Experimenten

Vergeet de ijskast. De PVV zet haar ongrondwettelijke plannen niet tijdelijk koud, maar heeft ze nooit echt gemeend. Die indruk wilde de partij vorige week in elk geval maken. Vroegere voorstellen waren gedaan ‘in de rol van oppositieleider’. De ware Geert Wilders is er ‘voor alle Nederlanders’ en alles wat hij wil is ‘in lijn met de grondwet’.

Klinkt mooi, maar als ik Pieter Omtzigt van NSC was, zou ik niet afgaan op wat Wilders zegt maar op wat hij doet. Vergeet dat hopeloze gesprek over de ‘basislijn voor het waarborgen van de grondwet’ en doe wat simpele politieke experimenten.

Dien een initiatiefwet in, die recht ingaat tegen de PVV-wet ‘Verbod op Islamitische uitingen’ uit 2018. Die moest moskeeën en de koran verbieden, op straffe van vijf jaar cel. Het NSC-wetsvoorstel bevestigt dan juist het recht op vrije keuze van gebedshuis en heilig boek. Stemt de PVV tegen, dan weet Omtzigt waar hij aan toe is.

Vraag de Tweede Kamer zich uit te spreken over een belasting op hoofddoekjes, EU-lidmaatschap en de verdeling van huurhuizen (‘Voorrang voor Nederlanders’, wilde de PVV nog in maart). Test dit nu uit en niet pas na de beëdiging van Wilders I.

FD

Op de beurs is het klimaatakkoord al mislukt

Voor de geschiedenisboeken: wat gebeurde er met de beurskoersen van de grote oliebedrijven na de klimaatconferentie in Dubai? Die gingen omhoog. Een aandeel ExxonMobil werd een paar procent duurder. Dat van Shell ook. BP, Chevron, Total, allemaal hoger. Een mooi ritje omhoog voor de beleggers in fossiel.

En dat terwijl in de slotverklaring van de COP28 voor het eerst een tekst was opgenomen met een belofte minder olie te gebruiken. Om precies te zijn: de landen beloven ‘weg te bewegen van fossiele brandstoffen in energiesystemen (…) om in 2050 netto-nul emissies te bereiken’. Voor wie verbaasd is dat dit niet allang was afgesproken: olieproducerende landen hielden zo’n tekst steeds tegen. Er mocht alleen over minder CO₂-uitstoot worden gesproken, niet over de bron van die emissies. Ook in Dubai probeerde oliekartel Opec de tekst uit de slotverklaring te houden, maar ditmaal tevergeefs.

De afspraak over afbouw van het gebruik van fossiele brandstoffen – hoe boterzacht ook geformuleerd – heeft een belangrijke consequentie. De mensheid gaat niet alle olie- en gasvoorraden omhoog pompen en verbranden. Een deel van de voorraden blijft in de grond. De beperkende factor is straks niet meer het aanbod, maar de vraag naar olie en gas.

Nu wordt de waarde van de oliemaatschappijen op de beurs vooral bepaald door de olievoorraden op de balans. Hoeveel wordt er nu opgepompt, wat is de toekomstige opbrengst en hoeveel concessies voor potentiële oliewinning staan er in de boeken? De antwoorden op dat soort vragen bepalen de koers, samen met de olieprijs, uiteraard.

Als de wereld daadwerkelijk afscheid neemt van fossiel, ruim voordat de bronnen zijn uitgeput, zijn de voorraden geen goede grondslag voor waardebepaling meer. Dan zou de som moeten zijn: welk deel van de krimpende wereldvraag kan een oliebedrijf nog bedienen. De vraag bepaalt de waarde en omdat die sinds Dubai per definitie kleiner is dan het aanbod, zijn oliebedrijven sinds deze week veel minder waard.

Tot zover de theorie. In de praktijk hebben klimaatafspraken niet of nauwelijks invloed op de beurswaarde van Big Oil. Deze week reageerden de koersen vooral op een rapport van het Internationaal Energieagentschap, dat donderdag voor 2024 een hogere olievraag voorspelde (de verse Dubaibelofte negerend). De olieprijs ging daardoor omhoog, en de waarde van oliebedrijven steeg mee.

Tijdens de twaalf dagen die de COP28 duurde, waren de koersen van oliebedrijven wel wat gedaald, maar dat was onderdeel van een al langer durende negatieve trend, veroorzaakt door goedkopere olie, en geen reactie op de onderhandelingen.Zo ging dat ook tijdens eerdere klimaattoppen. In 1997, toen in Kyoto de eerste mondiale klimaatafspraken werden gemaakt, was daar in de koersen van Exxon en Shell niets van te zien. Die stonden overigens erg laag, want olie was in 1997 extreem goedkoop. Tijdens de belangrijke top in Parijs in 2015 daalden de koersen wel, maar weer was dit onderdeel van een langere trend, gevoed door een dalende olieprijs. Ten overvloede: in 1995 kostte een aandeel Exxon (gecorrigeerd voor dividend) zo’n $14. In 2015 was dat al $55. En nu betaal je meer dan $100. Fossiel een eindig businessmodel? Beleggers denken van niet.

Had ik iets anders verwacht? Nee, eigenlijk niet. Oliebedrijven zelf doen alsof er niets aan de hand is en beleggers laten zich graag leiden door successen uit het verleden. Zolang de dividenden blijven stromen is iedereen blij. Maar toezichthouders maken zich wél zorgen. Ooit komt het moment dat de realiteit indaalt en dan duikelen de koersen synchroon omlaag. Beleggers, banken en pensioenfondsen zitten dan met stranded assets op hun balans: fossiele waarden die opeens veel minder waard zijn. Als dit overal tegelijk gebeurt – en op financiële markten zijn plotselinge omslagen geen zeldzaamheid – kan dat de financiële stabiliteit ondermijnen. De Europese Centrale Bank luidde al vaak de noodklok over dit scenario.

Maar misschien speculeren de oliebeleggers op een heel andere realiteit: dat de klimaatbeloften nooit worden ingelost en dat de pompen nog vele decennia blijven draaien. Wat nooit gebeurt hoef je ook niet in te prijzen. Een cynische gok, maar misschien wel veel realistischer dan de onderhandelaars in Dubai durven toe te geven.

FD