De indicatoren zeggen het ook: economisch herstel, ondanks de aanhoudende coronacrisis

De lockdown raakt de economie dit keer een stuk minder hard, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek donderdag. Op dezelfde dag sloot de AEX-index op de hoogste stand ooit. Een dag eerder was het Centraal Planbureau met een optimistische raming gekomen. De economie gaat dit jaar groeien en trekt volgend jaar zelfs een sprintje. Het was een week vol goed nieuws, als je tenminste even deed alsof het Haagse Binnenhof niet bestond.

Dat het economisch nieuws zo gunstig is en dat beleggers zo optimistisch zijn over toekomstige bedrijfswinsten, is niet minder dan opzienbarend te noemen. De pandemie is nog verre van over, gevaarlijke varianten van het virus duiken op en razendsnelle vaccinatie van het grootste deel van de bevolking lijkt – in Europa althans – minder waarschijnlijk dan begin dit jaar. De lockdown lijkt dan ook iets van de lange adem te worden. Maar in grote delen van de economie is de stemming duidelijk verbeterd.

Sectoren die de deuren moesten sluiten en bedrijven die veel last hebben van de coronaregels, horen daar natuurlijk niet bij. Er zijn nog altijd veel ondernemers die afzien en het misschien wel zwaarder hebben dan vorig jaar, omdat het vet langzamerhand wel van de botten is. Het gaat mij hier dus om het algemene beeld van de economie.

Behalve uit het persbericht van het CBS en de prognose van het CPB blijkt dat ook uit veel van de economische indicatoren. Dit zijn cijfers, of combinaties van cijfers, die – in theorie – iets kunnen zeggen over de richting van de conjunctuur. Het is uiteraard geen exacte wetenschap, maar juist in onzekere tijden blijken dergelijke indicatoren vaak bruikbaar om een gevoel te krijgen over de nabije toekomst.

Voor de Europese economie is dat bijvoorbeeld de stemmingsindicator van de Europese Commissie (officieel: Economic Sentiment Indicator, oftewel ESI). Dat is een index gebaseerd op de antwoorden van ondernemers in de industrie, dienstensector, bouw en detailhandel, plus die van Europese consumenten, op vragen over hun economische en financiële verwachtingen.

De ESI stortte in het voorjaar van 2020 omlaag, krabbelde in de zomer weer wat op en bleef daarna hangen op een relatief laag niveau. Maar sinds begin dit jaar is hij weer aan het stijgen. De indicator is nog niet terug op de stand van voor de coronacrisis, maar de richting van de beweging is gunstig.

Hetzelfde beeld is te zien bij de werkgelegenheidsindicator van de Europese Commissie. Deze Employment Expectation Indicator (EEI) geeft de baanscheppingsplannen van Europese bedrijven weer. Ook de EEI is, na een diepe val vorig jaar, nu juist aan het stijgen.

Een derde indicator, berekend door het Centre for European Policy Research in samenwerking met de centrale bank van Italië, staat zelfs alweer ruim boven het niveau van voor de crisis. Deze zogenoemde Eurocoin-indicator doet een voorspelling van de economische groei, op basis van een statistisch model met meerdere economische variabelen. De voorspelde groei voor het eurogebied als geheel stond in maart op bijna 1,4%.

Ook voor Nederland voorspellen de indicatoren betere economische tijden. De Oeso berekent maandelijks een conjunctuurindicator voor alle leden van deze organisatie. Die van Nederland staat zelfs weer iets boven het peil van begin vorig jaar.

Ons eigen Centraal Bureau voor de Statistiek doet maandelijks een onderzoek naar de stemming onder zowel producenten als consumenten. Bij die eerste groep zijn de optimisten inmiddels weer in de meerderheid. Het saldo van positieve en negatieve antwoorden ligt nu hoger dan voor corona. Het gaat hier om bedrijven in de industrie. Zij profiteren van de aantrekkende wereldeconomie en hebben geen of minder last van de overheidsmaatregelen.

Bij consumenten overheerst nog wel het pessimisme. Ook al is het consumentenvertrouwen sinds dit najaar gestegen en lijkt de tweede lockdown en de derde coronagolf alsnog geen invloed te hebben op de stemming, deze indicator is nog ver verwijderd van de stand van begin vorig jaar.

Al met al geven de Europese en Nederlandse indicatoren het beeld van een herstellende economie, maar niet een die aan het begin van een enorme groeispurt staat. Dat komt overeen met de berichten van het CBS en het CPB. Alleen die recordstand op de beurs past er niet echt bij.

FD