Bienvenido

Op 8 april 1962 tekenden Nederland en Spanje een historisch ‘wervingscontract’. Daarmee ging de deur open voor Spaanse gastarbeiders die gingen werken in de Limburgse mijnen en bij grote bedrijven als Philips. In 1971 waren er al bijna 25.000 Spanjaarden in Nederland.

Die migratiestroom droogde later weer op, toen de Spaanse economie begon te groeien en de dictatuur van Franco ten einde kwam. Uiteindelijk keerden veel migranten terug naar huis.

Een halve eeuw later heeft minister Van Gennip van Sociale Zaken wel zin in nog zo’n rondje Spaanse migratie. Vooral jonge Spanjaarden zouden hier aan het werk kunnen. Zij sprak ook over werkloze jongeren uit de banlieues, maar het idee dat Parijse straatschoffies gemotiveerd zijn om in onze kassen en havens te gaan werken, lijkt mij net iets te fantasierijk.

Spaanse arbeidsmigratie is kansrijker. De Spaanse jeugdwerkloosheid is – na de Griekse – de hoogste van de EU en de vacaturegraad is er het laagst. Jonge Spanjaarden een kans geven om werkervaring op te doen op de overspannen Nederlandse arbeidsmarkt is precies het soort win-winbeleid waar de EU voor is opgericht.

FD