Afrekenen met Rutte III: economische tegenvallers, maar er ging ook wel wat goed

Lees de regeringsverklaring en je weet wat Rutte wil. Een veiliger Nederland, dus meer geld voor defensie. Een duurzaam Nederland, dus een ambitieus klimaatbeleid. Hervormen van de arbeidsmarkt, dus vast minder vast en flex minder flex. Extra geld voor publieke voorzieningen. Versterken van de rechtstaat. Minder afhankelijkheid van Russisch gas. De woningmarkt van het slot. En zoveel meer.

Nee, ik heb geen voorkennis over de regeringsverklaring die de premier deze maand zal uitspreken. Deze punten komen uit de vórige verklaring die hij eind 2017, bij de start van Rutte III uitsprak. Leg die tekst naast het coalitieakkoord van Rutte IV, en de overeenkomsten springen van het papier. Blijkbaar zijn toch niet al die doelen uit 2017 helemaal gehaald. Logisch dat de coalitie graag nog een rondje wil, om te kijken of het dit keer wel lukt…

Vergelijken met 2017 is natuurlijk niet helemaal eerlijk. De wereld verandert snel en wat vijf jaar geleden nog makkelijk haalbaar leek, geldt nu als een grote opgave. Twee jaar corona-pandemie heeft alle zorgvuldige planning volkomen onderuitgehaald.

Niet eerlijk, maar wel leuk. In de grafiek bij dit artikel vergelijk ik daarom de economische beloften van Rutte III met wat daar uiteindelijk van is terechtgekomen. Voor die vergelijking kijk ik naar de doorrekening door het Centraal Planbureau (CPB) van het regeerakkoord in 2017. Daarvoor ging het CPB uit van het zogenoemde ‘basispad’ (zonder nieuw beleid), en berekende wat het regeerakkoord daar aan zou veranderen. Die voorspelling zet ik af tegenover de realisaties gedurende de laatste kabinetsperiode. Omdat nog niet alle cijfers voor 2021 binnen zijn, gebruik ik voor dat jaar de meest recente raming van CPB of De Nederlandsche Bank.


Eerst het slechte nieuws: de economie is de afgelopen vier jaar minder gegroeid dan gedacht. Het CPB ging bij de start van Rutte III uit van een basispad van gemiddeld 1,8% groei van het bruto binnenlands product (bbp) per jaar. Door de extra uitgaven in het regeerakkoord zou dat oplopen naar 2% bbp-groei per jaar. In werkelijkheid groeide de economie gemiddeld met slechts 1,3%. Die tegenvaller komt volledig voor rekening van recessie- en coronajaar 2020, want dat was het enige jaar dat de groei onder de 2% bleef. Het snelle herstel in 2021 (4,5% groei), kon dat rampjaar niet geheel goedmaken.

Nog grotere tegenvallers zien we bij de consumptie. Het CPB rekende nog op gemiddeld 2% groei, maar dat werd een kleine krimp van -0,3%. Wederom: de belangrijkste oorzaak was krimp tijdens de eerste coronagolf in 2020. Al hebben de lockdowns van 2021 zeker ook niet geholpen. De investeringen groeiden wel gedurende Rutte III, maar minder dan het CPB in 2017 had voorspeld.

Zijn er dan geen meevallers? Jawel: op de arbeidsmarkt. Ondanks de tegenvallende groei, nam de werkgelegenheid sneller toe dan gedacht (1,3% in plaats van 1%) en kwam de werkloosheid veel lager uit. Ging het CPB in 2017 nog uit van een werkloosheidspercentage van 4,1% in 2021, in werkelijkheid was vorig jaar slechts 3,3% van de beroepsbevolking werkloos. Inmiddels ligt het zelfs nog lager. Daar had Rutte bij aanvang van zijn derde kabinet blind voor getekend.

Die krappe arbeidsmarkt ging gepaard met wat minder loongroei dan gedacht. Het in 2017 voorspelde loongolfje kwam nooit. Ook de inflatie — het zal u verbazen — kwam gemiddeld lager uit dan gedacht. Met een gemiddelde jaarlijkse prijsstijging van 2% zat Rutte III precies op de sweet spot.

Nog meer verrassingen? De koopkracht steeg tijdens Rutte III. Werkenden, uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden kregen er meer bij dan het CPB bij de start voorspelde. Werkenden zelf bijna dubbel zo veel. Dat kwam vooral door de grote lastenverlichting die Rutte in 2020 — kort voor de verkiezingen — doorvoerde. Er waren meevallers en daar moest volgens de regeringsverklaring ook de ‘gewone Nederlander’ van profiteren. Jammer alleen dat die meevallers door corona snel omsloegen in gigantische tegenvallers. Daarom kwam het begrotingstekort in 2021 uit op maar liefst 4,4% bbp. Bij de start van het kabinet stond er nog een overschot van een half procent in de boeken.

Komende dinsdag publiceert het CPB de doorrekening van het regeerakkoord van Rutte IV. Ik sla het document op, voor de volgende afrekening.

FD