De zzp’er is de ijverige arbeidsmarktbuffer van deze crisis. De flexwerker is de pechvogel

Werknemers met een vast contract behielden hun baan, dankzij de NOW-regeling. Flexwerkers hadden minder geluk: vooral jongeren met een bijbaantje en flexwerkers met een lagere opleiding waren de sigaar. En de zzp’er? Hoe is die tot nu toe de crisis door gekomen?

Dat is nog niet zo eenvoudig te zeggen. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) zijn zzp’ers hard geraakt. Zo schrijft men dat letterlijk in de donderdag verschenen Novemberraming. ‘Jongeren, flexwerkers en zzp’ers, zijn (hard) geraakt.’ Het staat niet één, maar wel vier keer in het rapport.

Flex vs. zzp

Maar de cijfers van de eerste drie kwartalen van 2020 vertellen toch een genuanceerder verhaal. In elk geval is het te makkelijk om jong, flex en zelfstandig zomaar op een hoop te gooien. Zoals eigenlijk altijd als het over zzp’ers gaat, geldt ook nu: flex en zzp zijn zeer verschillende groepen.

Dat blijkt al als we kijken naar de werkgelegenheid onder beide groepen. Flexwerkers hadden het dit jaar inderdaad zwaar te verduren. De werkgelegenheid van die groep lag in het derde kwartaal bijna 275.000 lager dan een jaar eerder. Dat is een afname van 14%. Werknemers met een vast contract merkten juist vrijwel niets van de coronacrisis. Sterker: hun aantal steeg het afgelopen jaar zelfs, met bijna 150.000, goed voor een plus van 3%.

En het aantal zzp’ers? Dat steeg ook. Er kwamen op jaarbasis 66.000 eenpitters bij. Dat is een toename van 6%. Volgens deze cijfers zijn zzp’ers dus allerminst ‘hard geraakt’. Ze zijn juist de winnaars van de crisis.

Er zijn echter ook andere cijfers. Bijvoorbeeld over het totaal aantal gewerkte uren per kwartaal. Belangrijk vooral voor zzp’ers, want een uur niet gewerkt is een uur niet betaald. Volgens die statistiek maakte zzp’ers een beroerd eerste halfjaar mee. Vooral in het tweede kwartaal, toen het aantal gewerkte uren van de hele groep met meer dan 6% daalde. Voor de groep van werknemers — flex en vast samen, want dit onderscheid is in de beschikbare cijfers nog niet te maken — bedroeg de afname slechts 2%.

Maar in het derde kwartaal trok de markt voor zzp’ers weer snel aan. Het totaal aantal gewerkte uren voor deze groep kwam zelfs weer hoger uit dan een jaar eerder, terwijl het cijfer voor werknemers daar nog flink bij achterbleef. Een diepe val, gevolgd door een compleet herstel. Dat is het beeld.

Alleen waren er in het derde kwartaal dus wel 6% zzp’ers méér om die uren over te verdelen. Uitgedrukt per persoon was er dus geen sprake van volledig herstel. De gemiddelde zzp’er maakt nu 4% minder uren dan een jaar eerder. Voor werknemers is dit verlies ongeveer twee keer zo klein.

Dát is dus het beeld: tijdens de crisis is het aantal werkende zzp’ers flink gestegen. Samen werken ze inmiddels weer minstens net zoveel als voorheen, maar per persoon is er gemiddeld toch nog sprake van een daling.

Vluchtheuvel

Daarmee blijkt het zzp-schap weer precies die functie te vervullen waar de voorstanders van het kleinschalige ondernemerschap zo graag op wijzen en de tegenstanders zo graag de ogen voor sluiten: het is de buffer van de arbeidsmarkt. Het is een vluchtheuvel in perioden van stijgende werkloosheid en angst voor baanverlies. Als tijdens een recessie de vraag daalt, zorgt dat bij zzp’ers voor minder gewerkte uren, en veel minder voor plotselinge werkloosheid. Daardoor kunnen ze — zodra de vraag weer opveert — veel sneller bijschakelen dan mensen die hun baan verloren.

Of anders gezegd: dankzij de flexibiliteit in werkuren die zzp’ers de economie bieden, kunnen werknemers met een vast contract hun baan behouden. Flexwerkers bieden die ‘dienst’ natuurlijk ook, maar met veel meer persoonlijke schade, zoals werkloosheid, inactiviteit en erosie van vaardigheden.

En misschien ook wel een afname van de werklust. Want ook op dat gebied lijken zzp’ers deze crisis de uitzondering. Op de vraag: Wilt u meer uren werken? antwoordde nu een groter deel van de zzp’ers bevestigend dan een jaar eerder. Voor werknemers (vast en flex) is dat aandeel juist gedaald.

De zzp’er als ijverige en flexibele redder van vaste banen, dat beeld zou ik wel eens in een overheidsrapport willen teruglezen.

(FD)