Stijging van de rente lijkt onvermijdelijk. Maar daarom zal het nog niet gebeuren

“Moet ik bitcoins kopen?” Begin dit jaar werd me dat nog ongeveer dagelijks gevraagd. Maar de laatste tijd hoor ik het nooit meer. Er is nu een nieuwe vraag populair: “Wanneer gaat de rente weer stijgen”. Huizenkopers vragen het, beleggers willen het weten, net als gepensioneerden die hopen op indexatie en studenten met een oplopende studieschuld.

Mijn (slappe) antwoord is dat ik het niet weet. Wie een ‘rentevisie’ heeft, denkt het beter te weten dan de markt en ik geloof niet dat ik de duizenden superslimme, professionele obligatiebeleggers die overal ter wereld continu proberen om vraag en aanbod van lang geld te matchen, structureel te slim af kan zijn.

Maar nu de Amerikaanse tienjaarsrente weer boven de 3% staat, terwijl die van Nederland nog onder de 0,8% blijft, begint het ook bij mij te kriebelen. Zo’n groot verschil in risicovrij rendement tussen de VS en Nederland lijkt onhoudbaar. De rentes in Europa zullen toch wel snel die van de VS achternagaan? Zodra de ECB stopt met opkopen, zodra de krapte op de arbeidsmarkt zich vertaalt in hogere lonen, zodra de stijgende olieprijs zorgt voor hogere inflatie, zodra de binnenlandse bestedingen in Europa verder aantrekken, zodra…

Voor je het weet heb je toch zomaar een rentevisie. Daar is een medicijn tegen: kijken naar de meerjarige rentegrafiek (zie hiernaast). Twintig jaar geleden stond de Nederlandse tienjaarsrente nog op bijna 6%. Daarna begon de grote daling. In 2007 – vlak voor het uitbreken van de kredietcrisis – was er al ruim anderhalf procentpunt af gegaan. Weer tien jaar later stond de rente bijna op nul. Een deel van deze daling komt door de afgenomen inflatie. De reële rente daalde dus minder snel, maar ging toch nog van 3,4% in 1997 naar min 0,3% nu.

Schermafbeelding 2018-05-08 om 10.24.51

Op veel momenten tijdens deze gestage daling dachten economen, beleggers en andere betweters dat de rente nu toch echt het dieptepunt had bereikt en dat een stijging onvermijdelijk was. Telkens zaten zij ernaast.

Een mogelijke verklaring daarvoor is dat de lange rente om structurele redenen zo laag is. Dus niet vanwege conjunctuur, ruim monetair beleid, bezuinigingen door overheden of crisisangst, maar omdat bij de huidige stand van economische ontwikkeling en demografie gewoon een lage rente hoort. De wereld vergrijst en ontgroend, dus iedereen spaart en niemand investeert. Mede daardoor zou de structurele economische groei wel eens op een lager peil zijn komen te liggen. Natuurlijk, de Hannover Messe stond afgelopen week weer vol met producenten van robots en 3D-printers die hogere productiviteit en lagere kosten beloven. Maar in de economische statistieken is van deze ‘vierde industriële revolutie’ nog weinig te zien. De groei van de arbeidsproductiviteit ligt juist op een opvallend laag peil.

In Nederland bijvoorbeeld, steeg de arbeidsproductiviteit de afgelopen tien jaar gemiddeld met slechts 0,7%. In de tien jaar daarvoor was dat nog 1,9%. De lange rente is uiteindelijk niets anders dan het (risicoloze) rendement op kapitaal. Als nieuwe technologie niet leidt tot grote productiviteitsstijging, is een laag rendement op kapitaal het logische gevolg. Wie denkt dat de rente weer snel zal stijgen, gelooft dus eigenlijk in het evangelie van de vierde industriële revolutie.

Misschien zit de relatie tussen rente en productiviteit nog wat ingewikkelder in elkaar. Deze week publiceerden twee economen van De Nederlandsche Bank een artikel op de website VoxEU.org over het mogelijke effect van de lage rente op de productiviteit. Door de lage rente, stellen zij, kunnen slecht presterende bedrijven ten onrechte overleven en blijven zwakke banken overeind. Dat drukt het structurele groeivermogen van een land. Ze testten deze hypothese voor zeven landen en vonden er inderdaad aanwijzingen voor.

Lage groei van de productiviteit kan dus zowel oorzaak als gevolg van lage rente zijn. Lage groei leidt tot lage rente, en die lage rente zorgt weer voor lage groei. Wie durft er nu nog te gokken op een snelle stijging van de rente?

(FD)