Ontwikkelingshulp waar zelfs Wilders voor moet zijn

Dit voorjaar in het Haagse theater, het nieuwe spektakelstuk: Ruzie in de Gedoogconstructie. Het begrotingstekort loopt op dus er moet over nieuwe bezuinigingen worden gesproken. De precieze bedragen kennen we pas als het Centraal Planbureau over anderhalve maand de prognose voor 2013 bekend maakt. Maar het kabinet zal op de begroting zeker miljarden aan nieuwe bezuinigingen moeten vinden.

Gedoger Geert Wilders weet wel waar dat geld te vinden is: op de begroting van ontwikkelingssamenwerking. Daar kan nog wel vier miljard vanaf, twitterde hij eind vorig jaar. Het CDA, dat het al moeilijk had met de 900 miljoen aan bezuinigingen in het regeerakkoord, zal dat niet accepteren. Fikse ruzie binnen de gedoogconstructie lijkt onvermijdelijk.

Nou wil ik niet beweren dat er een oplossing is voor dit verschil van mening, daarvoor is het te fundamenteel. Maar een Amerikaanse econoom heeft een briljant plan, dat misschien toch behulpzaam kan zijn: geef geen geld, maar geef een rechtssysteem. Stel een goedwerkend stelsel van wetten en rechtspraak ter beschikking aan een stad of regio in een ontwikkelingsland. Corruptie en willekeur verdwijnen en de markteconomie kan eindelijk welvaart genereren.

Dat is kort gezegd het idee van Paul Romer, professor aan de Stern School of Business in New York. Hij heeft een organisatie opgezet, genaamd Charter Cities, om zijn plan aan de man te brengen. Romer zou er zelfs een toppositie als hoofdeconoom bij de Wereldbank voor hebben afgeslagen.

Veel ontwikkelingsprojecten smoren in misbruik en corruptie. Geld komt in de verkeerde zakken terecht en succesvolle projecten en bedrijven worden ingepikt door corrupte politici. Het blijkt buitengewoon moeilijk om hulp te bieden in een omgeving waarin basale zaken als afdwingbaar eigendomsrecht en eerlijk bestuur niet zijn geregeld. Een markteconomie kan niet functioneren zonder een werkend rechtssysteem. Eerst komt het recht, dan pas de groei. Als een land zo’n rechtssysteem niet zelf kan genereren, moet ze het importeren, vindt Romer. Net zoals opkomende economieën nu technologische kennis uit het buitenland gebruiken om te groeien.

Een goed voorbeeld van hoe dat kan werken is Hong Kong. Terwijl China zichzelf bijna vernietigde met een communistisch experiment, golden in die stad Britse rechtsregels. China leverde land en mensen, de Britten leverden een markteconomie en een rechtssysteem. Deze combinatie zorgde voor een economisch succes, dat uiteindelijk door China zelf in de speciale economische zones werd gekopieerd. Ontwikkelingslanden zouden vrijwillig eigen ‘charter cities’ a la Hong Kong moeten stichten, en aanhaken bij het rechtssysteem van een ander land – bijvoorbeeld dat van Nederland. Zo ontstaat er in een kiem van rechtszekerheid in het ontwikkelingsland, die goedwillende ondernemers en talentvolle werknemers aantrekt, en uiteindelijk ook andere delen van het land zal ‘besmetten’.

De regering van Honduras gelooft in het model van Romer. Onlangs is de grondwet van het Midden-Amerikaanse land gewijzigd, waardoor het mogelijk is om een charter city te stichten, waar de bestaande rechtbanken van Honduras geen zeggenschap hebben. Bewoners en bedrijven kunnen hun recht halen bij een nieuw, onafhankelijk hof dat samenwerkt met buitenlandse rechters. Die rechtszekerheid moet zorgen voor economische groei. Inwoners van die stad hoeven straks niet meer, met gevaar voor eigen leven, door Mexico naar de Verenigde Staten te trekken, op zoek naar een rechtstelsel en een economie die wel functioneren.

Wie in zo’n charter city van Romer woont wordt geen gastarbeider of illegale vreemdeling, maar blijft in eigen land. Dat moet Wilders aanspreken. Ontwikkelingshulp zoals Romer het heeft bedacht verminderd armoede én immigratie. Het CDA en de PVV kunnen er een gezamenlijk project van maken. Dus, woordvoerders Johan Driessen (PVV) en Kathleen Ferrier (CDA), kruip eens samen achter de computer en surf naar chartercities.org en laat je inspireren.