Wat bezielde de NS om zo veel miljoenen te bieden? Waarom besloot president-commissaris Jan Timmer om het idiote bedrag van € 178 mln op tafel te leggen voor het recht om de nieuwe hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en Brussel te mogen uitbaten? Iedereen wist dat het bod vele tientallen miljoenen te hoog was — Timmer voorop. Waarom bood de NS dan toch zo veel?
Het antwoord op die vraag is verrassend simpel: omdat de NS een staatsbedrijf is. De winst van de NS gaat naar de schatkist, verliezen worden aangevuld uit de schatkist. Dus als de NS wordt gevraagd om in ruil voor de hsl-concessie geld te storten op de bankrekening van de overheid, maakt het niet uit welk bedrag men op de acceptgirokaart invult. Het is broekzak-vestzak: wat de NS te veel betaalt, krijgt de schatkist uiteindelijk minder.
Als je bij jezelf moet afrekenen, maakt het niet uit hoe hoog de prijs is. Jan Timmer begreep dat, en noemde tijdens zijn verhoor door de parlementaire enquêtecommissie Fyra de aanbesteding van de hsl daarom terecht een idiote exercitie. Via de NS bood de staat tegen zichzelf. Het gevolg was een veel te hoge bieding.
Hoe hoger het bod van de NS, hoe kleiner de kans op meer marktgeoriënteerde concurrenten op het Nederlandse spoor. Timmer moest langer nadenken over de keuze van zijn bretels — met smileys of toch die met doodskoppen? — dan over het bod op de hsl-concessie, want zijn too-big-to-fail staatsbedrijf kon nooit te veel bieden. Timmer heeft dus gelijk. Maar het is het gelijk van de opportunist. De aanbesteding was idioot, omdat hij wist dat zijn staatsbedrijf zich idioot zou gedragen. Met het aanbesteden van de hsl zelf was niets mis, maar wel met de toelatingseisen.
Na een week van verhoren moet voor de enquêtecommissie één conclusie nu al duidelijk zijn: staatbedrijven moeten niet meedoen aan openbare aanbestedingen. Prijsprikkels werken niet bij staatsbedrijven. Ze misbruiken aanbestedingen om concurrenten met absurd hoge biedingen het leven onmogelijk te maken en hun monopoliepositie te verdedigen. Aanbestedingen zouden daarom alleen open moeten zijn voor private bedrijven die eerlijke marktbeslissingen maken. Als de NS wil meedoen met het spel op de markt, moeten we het bedrijf eerst privatiseren. ABN Amro kan snel naar de beurs, waarom dan niet ook de NS?
Een verzelfstandigd staatsmonopolie als de NS is de slechtst denkbare mengvorm van overheid en markt: het opportunisme van de winst maximaliserende onderneming, gecombineerd met de arrogantie van de monopolistische overheidsbureaucraat. Zo’n combinatie leidt tot hoge kosten en lage klanttevredenheid. Als president-commissaris van een beursgenoteerde NS had Jan Timmer wel drie keer nagedacht voor hij zoveel op de hsl-concessie had geboden. Te veel bieden was dan een ‘idiote exercitie’ geweest.