Eindejaarsfeuilleton 2021. De Uitvinding

DEEL 1: Het Prototype

Illustratie: Reinout Dijkstra

Bestaat de perfecte uitvinding? Een machine die alle problemen tegelijk oplost en die ook nog haalbaar en betaalbaar is? Blijkbaar wel. Want we staan hier in de polder en kijken ernaar. In dit enorme gebouw staat het antwoord op al onze problemen.

En enorm is het. Minstens tien voetbalvelden groot en zo hoog als een flatgebouw. Met dichte gevels van staal die een flink deel van de lucht bedekken. Geen schoorstenen, maar grote inlaten op het dak, die zacht ruisend lucht binnenzuigen. Wie zijn oor tegen de gevel drukt, hoort een gedempt getik en het borrelen van vloeistof.

Ik heb u naar deze plaats meegenomen voor de officiële opening. Maar eerst zal ik u vertellen hoe het allemaal begon. En over de hindernissen die ik moest overwinnen voordat dit gebouw, deze installatie, hier in de Nederlandse polder kwam te staan. En hoe soortgelijke wondermachines elders terechtkwamen. In Europa. Op alle andere continenten. Want inmiddels weet ik zelf ook niet meer hoe vaak mijn uitvinding al werd gekopieerd.

Terug naar het allereerste begin: het schuurtje achter in de tuin waar ik minstens twintig jaar aan de uitvinding werkte. Ik zal u niet lastigvallen met de theoretische onderbouwing ervan. Het heeft te maken met koude kernfusie, kwantumcomputers, extreem ultraviolet licht en nanomechanische resonatoren. Kijk, ik zie uw ogen al glazig worden, dus daar laat ik het nu bij. Het belangrijkste is: na jaren schaven en slijpen, na tientallen proefopstellingen en evenveel mislukkingen, had ik eindelijk een werkzame machine.

Wat die machine doet? Drie dingen tegelijk. Allereerst is het een complete energiecentrale die vrijwel gratis elektriciteit levert in ongekende hoeveelheid. Daarbij komt geen CO₂ vrij. Integendeel: koolstofdioxide is juist een belangrijke input voor het proces. Tijdens het opwekken haalt de machine het broeikasgas uit de lucht. Waar blijven al die CO₂-moleculen? Daarvoor is er de derde functie: na toevoeging van water en stikstof worden aminozuren geproduceerd. Die vormen de grondstoffen voor eiwitten waarmee in moderne voedselprinters niet-van-echt-te-onderscheiden vlees en zuivel kan worden uitgeprint.

Dat is de drieslag: gratis energie, CO₂ uit de lucht en printvlees. Geen schoorsteen hoeft meer te roken en geen koe meer methaan uit te boeren. Zelfs windmolens en zonneparken zijn niet meer nodig. Is dat de perfecte uitvinding of niet?

Dat dacht ik wel, in elk geval. De tijd van uitvinden was voorbij. Nu ging het om het op industriële schaal uitrollen van de machine. Dus trok ik de schuurdeur achter mij dicht, deed een net jasje aan en ging monter op zoek naar kapitaal. Hoe jong was ik toen nog. En hoe naïef.

Ik kan het me nu nauwelijks meer voorstellen, maar ik dacht dat je voor geld naar de bank moest…

Het lukt me om een afspraak te maken met een topman van een van ’s lands grootste banken. Dus op een goede dag loop ik zijn kantoor  binnen, toon hem mijn prototype en vertel over mijn idee voor een eerste proeffabriek.

De man lijkt niet echt te luisteren. Hij loopt nerveus rondje rond het prototype en staart er glazig naar. ‘Zo’n €20 mln, meer heb ik niet nodig’, eindig ik mijn betoog.

‘Wat’, zegt de bankier. ‘Geld? Wil je geld lenen? Nee, nee. Daar heb ik echt geen tijd voor.’ Hij begint door de stapels papieren op zijn bureau te bladeren. ‘Klantdossiers, de klantdossiers moeten op orde’, mompelt hij. ‘Nog drieduizend witwasmeldingen doen. En dan nog antecedentenonderzoek en identiteitscontrole van alle verre neven en nichten van onze rekeninghouders en van iedereen die zij ooit hebben ontmoet.’ Hij lijkt mij te zijn vergeten en gaat druk vinkjes zetten op meterslange formulieren. Ik kuch zachtjes om zijn aandacht te trekken.

‘Bent u hier nog?’ De bankier kijkt verschrikt op. ‘Dat kan niet. U moet weg. Straks komt Steven Maijoor langs, de nieuwe toezichthouder van DNB en als hij u hier aantreft, terwijl ik niet kan bewijzen dat u geen terrorist bent, dan sluit hij de bank! Vorige week ontdekte hij al dat wij nog een koffiedame in dienst hadden die koffie rondbracht in plaats van dat ze belastingontduikers opspoorde. Direct een miljoenenboete! Ik kan mij geen nieuw schandaal veroorloven.’

Hij pakt mijn prototype en duwt mij ruw naar de deur. ‘Wegwezen, alstublieft. Met uw uitvinding. Een geldlening! Dat is niets voor ons.’

 

DEEL 2:  Kapitaal

Illustratie: Reinout Dijkstra

Ach, misschien was het ook dom van mij om naar de bank te gaan. Uiteindelijk heb ik voor de bouw van de proeffabriek geen lening nodig, maar risicodragend kapitaal. Waar vind je dat? Bij de oerbron van het kapitalisme: de aandelenbeurs.

Een afspraak is snel gemaakt, want de Amsterdamse beurs is dol op nieuwe beursfondsen. ‘We winnen van Londen!’, had het hoofd Noteringen door de telefoon geroepen. Een dag later zit ik in zijn kantoor op Beursplein 5, en zet mijn prototype op de vergadertafel.

De beursman negeert het ding en vraagt: ‘Had u al een naam bedacht voor uw lege huls?’ Ik kijk hem vragend aan. ‘De naam is heel belangrijk. Liefst iets met veel onbegrijpelijke Engelse woorden. Bijvoorbeeld: Amsterdam Climate Investments Acquisition Company of Epic Dutch Transition Capital Two. Het maakt niet uit, als het maar beleggers trekt.’

Ik weet niet goed wat ik moet zeggen en wijs naar mijn prototype. ‘Een wereldreddende uitvinding’, fluister ik. ‘Ik heb risicodragend kapitaal nodig voor mijn eerste fabriek.’

De beursman neemt zijn bril van het hoofd en wrijft over zijn strak geschoren baardje. ‘Ik denk dat u abuis bent. Dit is de Beurs van Amsterdam. Wij branden onze handen niet aan zaken als uitvindingen en risicodragend kapitaal. Amsterdam is de hoofdstad van de SPAC, de Special Purpose Acquisition Company. Beursfondsen zonder nut, noodzaak, omzet of winst. Lege hulzen zijn de toekomst, niet dit soort… echte bedrijven.’

Hij spuwt de laatste woorden bijna uit. Dan pakt hij mijn prototype, trekt me het kantoor uit en voor ik het weet sta ik buiten op het Beursplein. Terwijl ik afdruip zie ik nog net hoe een bouwvakker de belettering op het gebouw verandert. ‘EURONIKS’ luidt nu de naam van deze beurs.

Helaas zal deze ervaring zich de komende weken herhalen. Bijvoorbeeld bij het Nationale Groeifonds. Daar zou €20 mrd klaarliggen voor investeringen in duurzame projecten die zorgen voor economische groei. Daar voldoet mijn klimaatmachine natuurlijk precies aan. Maar als ik tijdens een Teams-vergadering mijn presentatie deel met de professoren van de onafhankelijke adviescommissie, onderbreekt een van de leden mij.

‘Ik zie het al’, zucht zij. ‘Een futuristische machine die al onze problemen oplost. Nee, sorry. Verkeerde loket. Wij stimuleren liever bestaande technologie, die zich al bewezen heeft. Een spoorlijn, bijvoorbeeld. Verlenging van een metrolijn. Of een nieuwe buisleiding voor de chemische industrie.’

De professor vervolgt: ‘Negentiende-eeuwse technologie in een modern jasje. Dat is de toekomst van Nederland. Heeft u niet zoiets? Een hippe stoomtrein? Of een nieuwe toepassing van paard-en-wagen?’

Ook bij de private investeerder met wie ik via via in contact kom vang ik bot. Het gesprek loopt eerst prima. Hij heeft miljarden verdiend met een internetbedrijf dat schoenveters — in iedere mogelijke kleur! — binnen drie minuten bij je thuisbezorgt, en ziet direct de maatschappelijke waarde van mijn vinding.

‘We gaan gratis energie leveren voor iedere wereldburger’, zegt hij. ‘Ongeacht leeftijd, kleur, herkomst, gender of seksuele voorkeur. En iedereen krijgt toegang tot het printvlees. Arm en rijk. Het neoliberale kapitalisme heeft mensen hun stukje vlees afgepakt, wij gaan dat rechtzetten. Met onze open-source welvaartsmachine.’

Ik word meegesleept in zijn onbaatzuchtig enthousiasme en begin wild te knikken. De ogen van de miljardair fonkelen als hij vervolgt: ‘Zo krijgen we een monopolie op alle energie en voedsel. En dan gooien we de prijzen omhoog.’

Later beland ik zelfs even in de cryptowereld. Men wil mij graag helpen om een speciale ‘Machinemunt’ te programmeren en zo via de blockchain stablecoins op te halen. Een ander maakt een ‘non-fungible token’ van mijn bouwtekening. ‘Gaat straks miljoenen opleveren in de Metaverse’, legt hij uit. En als ik vragend kijk: ‘De Metaverse, man! Van Facebook. Daar kunnen mensen elkaar in 3D uitschelden en bedreigen.’

Toch krijg de financiering van mijn proeffabriek uiteindelijk eenvoudig voor elkaar. Ik geef een groene obligatie uit en daar blijkt een oneindige vraag naar te zijn. Duurzame beleggers verdringen zich om de obligatie te kopen. En nee, niemand hoeft het prototype te zien. Laat staan enig bewijs dat mijn uitvinding echt het klimaatprobleem aanpakt. Vreemd. Maar de bouw kan eindelijk beginnen!

 

DEEL 3:  Inspraak

Illustratie: Reinout Dijkstra

Waar bouw je zo’n eerste fabriek? Op een plaats waar niemand er last van heeft. Op een afgelegen weiland in een hoek van de Flevopolder. Een lege plek in het land. Volgens het bestemmingsplan mag het ontwikkeld worden en het ligt sinds de inpoldering braak.

De gemeenteraad is snel overtuigd als ik de voordelen van de fabriek uitleg. Zeker als de raadsleden horen dat er ten minste twee nieuwe banen worden gecreëerd. Een vaste baan voor de medewerker die de aan-en-uitknop bedient en een flexbaan voor een tweede medewerker die de lunch van de eerste klaarmaakt. ‘Twee banen erbij’, glundert de wethouder van economische zaken. De voorlopige bouwvergunning wordt diezelfde dag nog afgegeven.

Maar de bouw van de fabriek-die-alle-problemen-oplost kan nog niet beginnen. Eerst moeten de burgers nog inspreken en participeren. Een formaliteit, denk ik. Dat blijkt iets te optimistisch.

De eerste boze brieven vallen al snel in de bus. De fabriek zou het uitzicht bederven. Er zou natuur voor worden opgeofferd. En twee jaar geleden heeft iemand nog een grutto over het weiland zien vliegen. Na een artikel in een landelijke krant met als titel Polderlandschap opgeofferd aan megalomane fabriek? stomen de bezwaarschriften uit het hele land binnen. Een groep gepensioneerde hoogleraren schrijft een lang epistel over ‘landschapspijn’ en concludeert: ‘Hoewel wij nog nooit in de Flevopolder zijn geweest, en dat ook niet van plan zijn, is duidelijk dat deze fabriek de brede welvaart van dit land zal vernietigen.’

Dan gaat ook de landelijke politiek zich roeren. De Dierenpartij wil dat de minister ingrijpt, omdat ‘alle grutto’s van Nederland worden geofferd op het altaar van de gratis energie’. De Boerenbeweging eist dat de bouwlocatie wordt gebruikt voor het telen van ui en suikerbiet. Want ‘daar hebben gewone Nederlanders tenminste wat aan’.

En de voorman van de Vrijheidspartij vindt het knettergek dat er wel geld is voor een ‘fabriek voor de veganistische elite’, terwijl de prijs van gehaktballen-met-jus alleen maar stijgt. Er is zelfs een politicus die de Tweede Wereldoorlog erbij haalt, maar daar luistert gelukkig niemand naar.

Online wordt de discussie nog veel feller gevoerd. Op Twitter circuleren geruchten over een levensgevaarlijke fabriek, gefinancierd met buitenlands geld (van Schwab of Soros?). Binnen een week zijn er honderden groepen op Facebook, waarin de nadelen van mijn technologie worden besproken. Koude kernfusie zou gevaarlijke straling geven. Nanomechanische resonatoren zijn een manier om onze hersens te controleren.

De discussies lopen zo hoog op, dat Amerikaanse internetbedrijven met spoed zeven nieuwe hyperscale datacenters bouwen, verderop in de polder, zodat alle memes, filmpjes en podcasts van de tegenstanders tot in de eeuwigheid bewaard kunnen blijven. Men start twee stilgelegde kolencentrales weer op, om de stroom hiervoor te leveren.

Dan gaat ook de milieubeweging zich ermee bemoeien. Ronald Elleboog van actiegroep Natuurstrijd is voor schone energie, maar niet als daar een grote fabriek in de vrije natuur voor moet worden gebouwd. ‘Echte groene stroom komt van onzichtbare windmolens in een verre zee’, legt hij uit. ‘Op palen van fossielvrij geproduceerd staal uit hoogovens die branden op elfenstof.’

Eigenlijk vindt milieubeweging het hele idee van gratis energie verwerpelijk. We moeten zuinig zijn met energie, vindt men, dus het moet juist duur worden. En CO2 uit de lucht halen? Vieze bedrijven kunnen dan gewoon doorgaan met vervuilen.

Dat de proeffabriek ingrediënten voor printvlees zal produceren, valt dan weer niet goed bij de militante dierenactivisten. Het is ‘cultural appropriation’, omdat alleen echte dieren dierlijke eiwitten mogen produceren. Ze organiseren een demonstratie waarbij tientallen jonge kalveren worden vrijgelaten in de polder. Een paar worden er doodgereden op de nabije autoweg. De rest verdrinkt later in een diepe sloot.

Gelukkig hebben alle bezwaarschriften en protestacties geen invloed op de finale stemming in de gemeenteraad. De bouw van de proeffabriek was onderdeel van het coalitieakkoord van de Regenboogcoalitie van lokale partijen en afgesplitste splinters, dus alle betrokken raadsleden stemmen gewoon voor de definitieve bouwvergunning, zonder de achterliggende stukken en bezwaren verder te bestuderen.

De bouw van de proeffabriek kan eindelijk beginnen!

DEEL 4:

Illustratie: Reinout Dijkstra

Geld en vergunning zijn geregeld. Maar daarmee ben ik er nog niet. Terwijl alles klaar staat voor de bouw van mijn eerste fabriek, komt de grootse tegenslag. Een die het project bijna om zeep zal helpen.

Het begint bij de vakbond. Werknemers van gas- en kolencentrales hebben lucht gekregen van mijn uitvinding en vrezen voor hun baan. Via de vakbond eisen ze inkomensgaranties. Een deel van het kapitaal voor de bouw van de fabriek moet naar een speciaal fonds waaruit alle getroffen werknemers volledige compensatie krijgen tot aan hun pensioen.

Voor zover ze een vaste baan hebben, natuurlijk. Voor flexwerkers en zzp’ers is geen regeling nodig, vindt de vakbond. Die redden zichzelf wel.

Moet ik dit geld echt opzijzetten? Al snel blijkt van wel. De Sociaal-Economische Raad kopieert de eisen van de vakbond zin voor zin in een lijvig rapport, waarop de minister van Sociale Zaken dit advies nog dezelfde dag algemeen verbindend verklaart. ‘Als de polder spreekt, luistert het kabinet’, zegt hij ’s avonds op het journaal. ‘Zo doen we dat in dit land.’

Na de energiesector komt de vleesindustrie. Alle beenhouwers en uitbeners eisen compensatie, omdat mijn printvlees hen werkloos maakt. Dan volgt het personeel van de oliemaatschappijen, de gasfitters…. Ja, iedereen die maar iets met energie of vlees te maken heeft, krijgt geld. Mits ze een vast contract hebben, uiteraard. Het gaat om vele miljoenen. Maar toch is dit niet wat mijn proeffabriek zal stoppen. Dat doen de boeren.

De veeboeren vrezen voor hun inkomen als printvlees het sukadelapje straks vervangt. Maar ze zijn vooral bang dat hun Manier van Leven verloren gaat. Het oer-Hollandse boerenbestaan van massaproductie, goedkoop vlees en vooral veel export: dat mag niet verdwijnen! Er moet een gulle uitkoopregeling komen. Of beter nog: een verbod op printvlees.

De boeren krijgen bijval. Ook stadse mensen zijn bang dat mijn fabriek de romantiek van het platteland zal vernietigen. De wereld van Hollandse slootjes met bloemrijke bermen, van kikkergekwaak in het voorjaar, van kleine boerderijtjes met kippen op het erf, van rietgedekte schuren waarin de koetjes gemolken worden door struise boerendochters in lange rokken. Voor die wereld willen zij strijden.

Dus gaan ze protesteren. In lange rijen rukken de boeren en hun stadse sympathisanten op naar mijn bouwterrein. Ze dragen een doodskist mee waarop in grote letters ‘De Uitvinder’ is geschilderd. Verderop loopt iemand met een zelf getimmerde galg. ‘Red ons historische landschap’, staat er op de borden die de demonstranten omhooghouden.

Ze lopen langs de bruine weilanden waar gul gespoten RoundUp het gras laat sterven. ‘Nederland moet mooi blijven’, scanderen ze, terwijl ze immens grote stallen van groen en grijs plaatstaal voorbijlopen. Ze passeren door ruilverkaveling strakgetrokken vaarten, waar kilometers zwart worteldoek voorkomt dat er iets in de bermen kan groeien en waar overbemesting een eind heeft gemaakt aan het waterleven.

‘Kies voor de boer, kies voor de natuur’, klinkt het uit alle kelen. Ze knijpen hun ogen tot spleetjes als ze tussen de glimmende kassen lopen, waarvan het felle licht — soms is het blauw of paars — zelfs overdag verblindend is. ‘Het oud-Hollandse boerenland mag niet verloren gaan.’

Uiteindelijk zullen de trekkers het genadeschot geven. Tien boeren op enorme machines rijden net zo lang rondjes op mijn bouwterrein tot het onbruikbaar is. Op het provinciehuis neemt men een noodverordening aan waarmee de bouwvergunning wordt ingetrokken. ‘Vanwege de maatschappelijke onrust die is ontstaan rond het project’, legt men uit. Nee, mijn eerste fabriek zal niet in Nederland komen te staan.

Maar nummer duizend wel! Ik ben vandaag terug in mijn vaderland en open met veel trots de duizendste klimaatfabriek, de eerste in Nederland. Eerst was er geen geld, toen geen enthousiasme en uiteindelijk was iedereen boos op mij. Maar vanaf vandaag krijgt ook Nederland gratis energie en echt printvlees.

Al mijn andere fabrieken in andere landen hebben hun werk de afgelopen jaren gedaan. Veel CO₂ werd al uit de lucht gehaald. De opwarming van de aarde is tot stilstand gekomen. Het wordt zelfs alweer een beetje koeler. Kijk maar, ook hier is het zachtjes gaan sneeuwen. Laten we snel naar binnen gaan. Ik heb lekkere bitterballen en minifrikandellen voor u uitgeprint.

(FD)