De provincies: klein en druk, maar rijk genoeg om problemen op te lossen

Willem Joosten van Colster ontdekte het eiland niet. Dat hadden leden van het Anindilyakwa-volk veel eerder al gedaan. Maar de Nederlandse kapitein was in 1623 wel de eerste Europeaan die het eiland — ten noorden van Australië — zag liggen. Twintig jaar later noemde Abel Tasman het ‘Groote Eylandt’. En zo heet het nog steeds. Er wonen 2800 mensen en toeristen kunnen er golfen, vissen en het Anindilyakwa Cultureel Centrum bezoeken. Of er helemaal wegblijven, natuurlijk.

Waarom vermoei ik u met feitjes over een onbeduidend eiland? Omdat het Groote Eylandt met 2285 vierkante kilometer ongeveer even groot is als de provincie Groningen, dat 2316 km² aan landoppervlak telt. Het Franse eiland Réunion is dan weer net zo groot als Drenthe. En het landoppervlak van het Bahama’s-eiland North Andros laat zich het best vergelijken met Friesland.

Dat is nuttige informatie als je graag een artikel over de provincies wilt schrijven, nu de provinciale verkiezingen eraan komen, maar moe wordt van de gedachte om je daarvoor in verschrikkelijke vechtdossiers als ‘het stikstofprobleem’ of ‘de woningbouw’ te moeten storten. Een dichtbevolkt land kan geen vier miljoen koeien, elf miljoen varkens en honderd miljoen kippen houden zonder het laatste restje natuur te verpesten. En om jongeren een eerlijke kans op een woning te geven, moet er meer worden gebouwd, ook buiten de stad. Verslag doen van het tergend trage proces waarmee provinciale politici zich bewust worden van deze voldongen feiten, laat ik graag aan andere journalisten over.

Ik laat liever voldongen feiten zien. En dat onze kleine en drukke provincies tegelijkertijd zo extreem welvarend zijn, dat elk probleem een uiteindelijk luxeprobleem is. Dat aan de hand van drie kaartjes.

Het eerste kaartje gaat dus over hoe klein we zijn. Voor elke provincie is wel een bijpassend eilandje te vinden. Noord-Holland wordt dan Saaremaa in de Baltische zee bij Estland. Het landoppervlak van Flevoland is net zo groot als het Griekse eiland Rhodos voor de Turkse kust. Utrecht matcht met Gran Canaria. En het land van Zeeland heeft dezelfde omvang als het onbewoonde Air Force Island in het noorden van Canada, dat zijn naam dankt aan de Britse luchtmacht die er in 1948 voor het eerst over schreef.

Al die Nederlandse provincies zijn flink bevolkt. In Zuid-Holland wonen net zo veel mensen als binnen de stadsgrenzen van Berlijn, de grootste stad van de Europese Unie. Het inwonertal van Noord-Brabant komt overeen met dat van EU-stad nummer drie Rome. En in Gelderland wonen net zoveel mensen als in Parijs (vier).

De Europese stad die qua inwoners het dichtst in de buurt van Noord-Holland komt, is Kiev. Daar wonen volgens een recente telling ook 2,9 miljoen mensen. Pijnlijk natuurlijk, want voor de oorlog zal dat aantal flink hoger geweest zijn. Maar het zou nog pijnlijker zijn om Kiev dan maar weg te laten. Dus in mijn kaartje blijft de stad staan als meest vergelijkbaar qua bevolkingsaantal met Noord-Holland.

Al die mensen op die kleine snippers land laten hun handen flink wapperen. Onze provincies produceren net zo veel als hele landen. Het bruto regionale product van Noord-Brabant is pakweg net zo groot als dat van heel Marokko. Dat land heeft daar dan wel vijftien keer zoveel inwoners en bijna honderd keer zoveel landoppervlak voor nodig.

Minder dan 390.000 Zeeuwen produceren samen net zo veel als de 31 miljoen inwoners van Mozambique. Alle Noord-Hollanders maken net zo veel als alle Irakezen. En op de 2100 km² van Limburg wordt net zo veel verdiend als in de ruim duizend keer zo grote Democratische Republiek Congo.

Onzinnige vergelijkingen? Ongetwijfeld. Neem mijn kaartjes vooral niet serieus. Maar sta misschien wel even stil bij de boodschap erachter. We leven met heel veel mensen op heel weinig land. Dat is gezellig, maar geeft ook milieuschade en planologische problemen. Gelukkig hebben we onze extreme rijkdom om daar wat aan te doen, maar dan moet de politiek wel keuzes durven maken. Hier geen stemadvies, maar misschien is het een idee om te kiezen voor partijen die in oplossingen denken, en niet voor partijen die de problemen ontkennen of zelfs groter maken.

FD