Waarom blijven de lonen al jaren achter? Het CPB velt een salomonsoordeel

De economie groeit flink, maar Nederlanders merken daar weinig van, want het beschikbaar inkomen blijft achter bij het bruto binnenlands product. U heeft het de afgelopen jaren vaak gehoord en gelezen. Ook op Prinsjesdag was het weer de grote vraag: gaat de burger in 2019 eindelijk meeprofiteren van de hoogconjunctuur?

Lonen stijgen volgend jaar sneller, want de arbeidsmarkt wordt al krapper. Maar de inflatie stijgt ook, onder andere door de hogere btw en energiebelasting. Daarom moest het kabinet op het laatste moment nog met een handvol lastenverlichtingen komen (o.a. hogere heffingskorting, ouderenkorting, kinderbijslag) om op Prinsjesdag een politiek acceptabele koopkrachtstijging te kunnen presenteren. Maar al met al profiteert de gemiddelde werknemer volgend jaar toch weer onvolledig de economische groei.

Waarom blijven inkomens achter bij de groei? Het antwoord hangt af van wie je het vraagt. De vakbond denkt dat het komt doordat werkgevers te veel macht hebben op de arbeidsmarkt, waardoor ze een steeds groter deel van de economische koek kunnen opsnoepen. Werkgeversorganisatie wijzen traditiegetrouw de overheid aan als schuldige: het zijn de lastenverzwaringen die de loonruimte opvreten. De netto lonen stijgen dan misschien niet zo snel, de bruto arbeidskosten schieten wel omhoog.

Wie van de twee heeft gelijk? Het Centraal Planbureau (CPB) zocht het uit. In de Macro Economische Verkenningen die gelijk met de Miljoennennota uitkwamen, werden deze week de resultaten gepresenteerd. De uitslag: gelijkspel. De achterstand komt doordat de lonen weinig zijn gestegen, maar ook omdat de lasten omhoog gingen.

(klik op grafiek voor grotere versie)

Verderop de details, nu eerst de omvang van het probleem. Tussen 2002 en 2017 steeg het bbp (per hoofd van de bevolking) in totaal met zo’n 15%. In dezelfde periode nam het beschikbaar inkomen van Nederlandse huishoudens, gecorrigeerd voor inflatie, slechts met 2% toe. Er gaapt een inkomensgat van 12,9%. Het verschil tussen de bbp-groei en de inkomensontwikkeling is dus geen verbeelding van boze burgers, maar bestaat echt.

Wat veroorzaakt dit inkomensgat? Het CPB ziet maar liefst vijf oorzaken van het achterblijven van de inkomens. De belangrijkste is de gestegen (jawel, werkgevers) belasting- en premiedruk. Hogere lasten voor werknemers zijn verantwoordelijk voor een inkomensgat van 8,8%. Daarbovenop komt nog een effect van 2,3% vanwege de hogere zorgpremie. Gestegen werkgeverslasten spelen ook een rol, maar met 0,8% is het effect daarvan veel kleiner. Een andere belangrijke oorzaak is (jawel, werknemers) de achterblijvende bruto loonontwikkeling. Deze factor zorgt voor een inkomensgat van 6,9%.

Wie heeft meegerekend krabt nu even op het achterhoofd. Want we hebben nu opgeteld al een inkomensgat van bijna 19% verklaard, terwijl het werkelijke gat ‘slechts’ 12,9% bedraagt. Dat lijkt vreemd, totdat je bedenkt dat er ook factoren zijn die het beschikbaar inkomen juist positief beïnvloeden. Zo zit het inkomen van zzp’ers niet in de lonen, maar het behoort wel tot het beschikbaar inkomen. Hetzelfde geldt voor het kapitaalinkomen van beleggers en spaarders. Als we wel rekening houden met deze inkomstenbronnen wordt het inkomensgat ruim 5% minder diep. Ook de toename van toeslagen en uitkeringen dempt het gat. En dat doet ook de stijging van de totale som aan uitgekeerde pensioenen (vanwege de vergrijzing).

Dan is er nog één correctie nodig om op het saldo van 12,9% uit te komen: het bbp wordt met een ander inflatiegetal gecorrigeerd dan het beschikbaar inkomen. Het verschil zit vooral in accijnzen en de prijzen van geïmporteerde goederen. Die worden bij het bbp-cijfer niet meegenomen, maar bij het inkomen wel. Dit levert een flink verschil op dat het inkomensgat voor 4,4% verklaart.

Al met al heeft het CPB een mooi salomonsoordeel geveld. De achterblijvende groei van de inkomens komt door lage loonstijgingen, maar ook door gestegen lasten. Zowel vakbonden als werkgevers hebben gelijk. Aan de cao-tafel kunnen vakbonden met het CPB-onderzoek wapperen, om hun forse looneis kracht bij te zetten, terwijl werkgevers met dit onderzoek in de hand stennis kunnen schoppen bij de overheid. Discussie gesloten: iedereen heeft gelijk.

(FD)