Een tweede golf en een tweede lockdown, maar minder drama voor de Nederlandse economie

We werden een beetje vrolijker in november. Of beter: iets minder somber. Het consumentenvertrouwen ging van -30 naar -26. Er zijn dus nog altijd flink meer pessimisten dan optimisten in Nederland, vooral van de algemene economische omstandigheden verwachten we weinig goeds.

Maar als het gaat om de verwachtingen over de eigen financiële situatie, zijn de optimisten inmiddels in de meerderheid. Sinds juni van dit jaar zijn de antwoorden op deze deelvraag iedere maand iets positiever geworden. Dat is opmerkelijk. Want in de afgelopen maanden liep het aantal coronabesmettingen sterk op en besloot het kabinet dat delen van de economie opnieuw in lockdown moesten. In het voorjaar zorgde dat voor een snel dalend vertrouwen onder consumenten. Ditmaal blijkbaar niet. De consument is niet zo in paniek als tijdens de eerste golf. Men kent wellicht (dit is speculeren) de gevaren van het virus beter en is wat meer gewend geraakt aan de situatie.

Het verbeterde vertrouwen is een van de lichtpuntjes in deze donkere herfst. Er zijn er meer. Bij elkaar zijn ze genoeg om voorzichtig te hopen dat deze tweede golf de Nederlandse economie minder hard zal raken dan die in het voorjaar.

Een groot verschil met de situatie over de grens. In het voorjaar stokte een deel van de Europese productie door een gebrek aan onderdelen en halffabricaten uit China. Daar konden veel fabrieken door de lockdown tijdelijk nauwelijks produceren en bleven de containers op de kade staan. Ook binnen Europa stagneerde de handel door herinvoering van grenscontroles en grenssluitingen. Productieketens raakten hierdoor ontregeld.

Deze schokken aan de aanbodzijde voelen we tijdens de tweede golf veel minder. China blijft leveren: de export vanuit dat land stijgt weer snel. En in de EU werken de lidstaten veel beter samen dan in het voorjaar. Ook al loopt het aantal besmettingen snel op, de grenzen blijven open. Schengen werkt weer.

Vandaar dat de stemming in de Europese industrie nu veel beter is dan in het voorjaar. De inkoopmanagersindex voor het eurogebied stond in oktober op 54,8 (laatste update: november 53,8). Dat is ruim boven de 50 en duidt dus op groei. Voor Nederland is deze index afgelopen maand wel iets gedaald, maar blijft ook hier boven de 50 en staat bovendien veel hoger dan in het voorjaar.

De industrie produceert dus gestaag door. Dat geldt natuurlijk niet voor de sectoren die weer in lockdown moesten. Voor de horeca, theaters en de evenementenbranche is er weinig om blij van te worden. En ook in de reisbranche houdt de ellende aan. Maar anders dan in het voorjaar stond er bij de start van de tweede lockdown wel al een arsenaal aan steunmaatregelen van de overheid klaar. De NOW, TVL, Tozo en de rest van de alfabetsoep aan regelingen zorgen (hopelijk) voor minder onzekerheid dan toen.

In het voorjaar sloten ook veel winkels tijdelijk de deuren. Dat is deze keer niet gebeurd en dat scheelt nogal. De detailhandel is goed voor bijna 4% van het bruto binnenlands product. Dat is meer dan de sectoren horeca, luchtvervoer en sport en recreatie bij elkaar opgeteld.

Nog een lichtpuntje? De scholen zijn nog open. In het voorjaar gingen ze dicht, waardoor ouders niet konden werken, of in geval van thuiswerk zich niet konden concentreren. Er zijn nog geen harde cijfers over de omvang van dit effect, maar uit eerdere epidemieën weten we dat schoolsluiting een flinke hap uit de economie kan nemen.

Dat doen we tijdens de tweede golf dus allemaal een stuk intelligenter. Maar misschien zijn er ook zaken die juist de crisis verergeren. Het feit dat veel bedrijven aan het einde van hun latijn zijn, bijvoorbeeld. Een klein duwtje is nu misschien wel genoeg om ze om te laten vallen. Als die dan failliet gaan, zal blijken dat ze tijdens de eerste lockdown volgeladen zijn met schuld. Vooral schuld aan de belastingdienst die gul was met het geven van uitstel. De kans dat er uit de failliete boedel nog iets over blijft voor andere schuldeisers zal daarom kleiner zijn dan normaal, want de belastingdienst staat als crediteur voor aan de rij. Zo kan een enkel faillissement leiden tot grote problemen bij andere bedrijven in de keten.

Natuurlijk weet niemand hoe lang deze tweede golf gaat duren. Wellicht worden de maatregelen van het kabinet toch weer veel strenger. Het is dus nog veel te vroeg om de balans op te maken. Maar tot zo ver lijkt de economische schade mee te vallen.

(FD)