Zonder interne markt was Nederland misschien wel €65 mrd armer

Vrijhandel in Europa is goed, maar hebben we daar de Europese Unie echt voor nodig? Kan het niet ook met een handelsakkoord? De Britse regering heeft die vraag inmiddels bevestigend beantwoord. ‘Brexit means brexit’, verklaarde premier Theresa May kort na het referendum en dat betekent vertrek uit de Europese interne markt.

Want wie heeft de interne markt nodig, als je ook een op maat gesneden handelsakkoord kunt krijgen? En als dat niet lukt, dan gelden altijd nog de regels van de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization, WTO). Dus de Britten blijven na de brexit heus wel handel drijven met het Europese vasteland.

 

Je hoort dergelijke redeneringen ook wel eens in Nederland. De kleine, maar luidruchtige groep die zich beijvert voor een ‘nexit’ – het vertrek van Nederland uit de EU – wil wel graag de open grenzen voor invoer en uitvoer behouden. Europa hoeft van hen alleen maar een handelsakkoord te zijn. Aan de handel hebben we immers onze welvaart te danken. De rest is ondemocratisch, dictatoriaal en … Ach, u kent dat liedje wel.

Rekenen

Het is moeilijk debatteren, want hoe bewijs je dat de interne markt ons meer oplevert dan een simpel handelsakkoord zou doen? Er zijn immers geen harde cijfers over handel en welvaart in een Europa zonder EU, dus er is geen vergelijkingsmateriaal.

Maar je kunt er wel aan rekenen. De afgelopen paar jaar zijn door onderzoekers nieuwe technieken ontwikkeld om de kosten en baten van vrijhandel onder verschillende hypothetische scenario’s te schatten. Het voert te ver om deze methoden hier te bespreken; bovendien zou dan al snel blijken dat ik niet precies weet hoe een ‘structurele versie van een gravitatiemodel’ werkt. Laat staan dat ik kan uitleggen wat het nieuwe ei van Columbus, de ‘Exact Hat Algebra’-methode, precies doet. Maar onderzoekers zijn dankzij deze innovaties nu in elk geval beter in staat de gevolgen van verschillende handelsregimes door te rekenen.

Moderne technieken

Ook drie economen van de Banque de France, de Franse centrale bank, gingen met de nieuwe technieken aan de slag. Deze maand verscheen het resultaat van hun onderzoek onder de titel: ‘The cost of non-Europe, revisited’. Deze titel is een verwijzing naar de bekende studie van de Europese Commissie uit 1988, waarin de voor- en nadelen van de (toen nog toekomstige) interne markt werden geschat. De Franse economen doen hetzelfde, maar dan terugkijkend en met moderne technieken.

Ze vergelijken de huidige interne markt met twee alternatieve handelsregimes. Het eerste is een normaal regionaal handelsakkoord over im- en exporttarieven zoals landen die overal ter wereld afsluiten. Het tweede een situatie waarbij Europese landen handel drijven volgens de afspraken van de WTO.

Winnaars

Uit de berekeningen blijkt dat de diepe economische integratie van de interne markt, waarbij behalve tarieven ook vrijwel alle andere handelsbelemmeringen zijn weggenomen, zorgt voor twee keer zoveel goederenhandel als een simpel handelsakkoord zou doen. De handel in diensten ligt bijna 60% hoger. Vergeleken met het WTO-scenario zijn de verschillen nog groter.

Die extra handel zorgt voor extra economische groei. Gemiddeld levert de interne markt een EU-lidstaat een 6,6% hoger bruto binnenlands product op, vergeleken met een regionaal handelsakkoord. Ten opzichte van het WTO-regime is dat zelfs 8,2%. Dat is nog zonder de mogelijke welvaartswinst door vrij verkeer van personen en kapitaal.

De verschillen tussen landen zijn groot. Kleine landen in het oosten profiteren veel meer dan grote landen in het westen. Het eurosceptische Hongarije, bijvoorbeeld is als EU-lid ruim 14% beter af dan met een handelsverdrag. Voor landen als Spanje, Italië en – jawel – het Verenigd Koninkrijk is dat veel minder. Griekenland profiteert het minst.

En Nederland? Wij horen overduidelijk bij de winnaars. Met een regionaal handelsakkoord was Nederland 7,6% armer geweest, en onder het WTO-regime zelfs 9,3%. Dat is omgerekend pakweg €65 mrd verlies aan inkomen en bijna het dubbele van wat het Centraal Planbureau eerder veronderstelde.

Die nexit? Ik zou er nog een nachtje over slapen.