Trumps handelsbeleid doet niet alleen het buitenland, maar ook de Amerikanen pijn

Het gaat niet goed met de wereldhandel. Volgens nieuwe cijfers van het Centraal Planbureau daalde het volume van de internationale handel in februari met 1,7%. Het totaal van import en export in de wereld ligt nu onder dat van een jaar geleden. Volgens persbureau Bloomberg is de daling van de afgelopen maanden zelfs de scherpste in tien jaar tijd.

Aan potentiële verklaringen geen gebrek. De Chinese economie had het de afgelopen maanden moeilijk, de Europese industrie viel terug, de angst voor de brexit verlamde ondernemers en de handelsoorlogen die Donald Trump in 2018 ontketende, hakken er flink in. Deze factoren spelen vast allemaal een rol, maar als ik moest kiezen wat de belangrijkste verklaring is, dan koos ik voor de laatste.

De importtarieven op staal en aluminium uit onder meer China en de EU, de nieuwe heffingen op ongeveer de helft van het Chinese exportpakket naar de VS, maar ook de tarieven op Amerikaanse producten die deze landen als reactie op Trumps protectionisme invoerden, hebben onmiskenbaar effect gehad op de wereldhandel. Tel daarbij op de bijna continue stroom aan dreigementen van Trump over nieuwe handelsbelemmeringen, bijvoorbeeld voor Europese auto’s, en het lijkt een wonder dat de wereldhandel niet verder is ingestort.

Juist omdat we een lange periode van steeds lagere handelsbarrières achter de rug hebben, doen de nieuwe belemmeringen zo’n pijn. Toenemende vrijhandel maakte het voor bedrijven mogelijk om productieketens internationaal te organiseren. Onderdelen van het productie- en assemblageproces werden gevestigd op plaatsen met de beste prijs-kwaliteit verhouding. De nieuwe tariefmuren die nu weer oprijzen, doorsnijden die productieketens en dwingen bedrijven tot een fundamentele heroverweging van de manier waarop ze produceren. Juist in een wereld van vrijhandel doen importtarieven veel pijn.

Volgens de Amerikaanse regering is de pijn gerechtvaardigd. Amerikaanse werknemers in kwetsbare, industriële sectoren moeten worden beschermd. U weet het: America first en de rest kan niet schelen. Maar ook dat blijkt een drogredenering. Nieuw onderzoek laat zien dat Amerikaanse burgers helemaal niet profiteren van Trumps handelsoorlogen.

Die oorlogen woeden inmiddels lang genoeg om voldoende data te genereren voor serieus onderzoek. Drie Amerikaanse economen van Columbia University, Princeton en de Federal Reserve Bank of New York, trekken in een recent onderzoek de eerste conclusies. Zij kijken naar het effect van de importtarieven uit 2018 op prijzen van halffabrikaten en eindproducten, de variëteit in het productaanbod en het effect daarvan op de koopkracht van Amerikaanse burgers.

Volgens hun berekeningen zorgde het beleid van Trump voor een ruim een verdubbeling van het gemiddelde Amerikaanse importtarief tot ruim 3%. Dat leverde de Amerikaanse overheid miljarden op aan extra belastinginkomsten. In de eerste elf maanden van 2018 telde dat in totaal op tot ruim $12 miljard. Kassa voor Trump!

Maar de importtarieven blijken geheel te zijn doorberekend in de prijzen die Amerikaanse bedrijven en consumenten betalen. Bovendien moesten die vaak op zoek naar duurdere of kwalitatief mindere binnenlandse alternatieven. Die binnenlandse producenten konden, afgeschermd van buitenlandse concurrentie, de prijzen verder opvoeren, terwijl de afbraak van productieketens zorgde voor hogere productiekosten. In totaal, zo schatten de onderzoekers, liepen de kosten tussen januari en november 2018 op tot ruim $19 miljard. Per saldo kostte Trumps handelsbeleid de VS in die periode dus $7 miljard. In november ging het alleen al om bijna anderhalf miljard economisch verlies.

Zelfs als Trumps maatregelen ervoor zorgen dat alle 35.400 banen die de afgelopen tien jaar verloren gingen in de Amerikaanse staal- en aluminiumindustrie, zouden terugkeren, dan bedragen de jaarlijkse kosten per baan bijna $200.000. Dat is, zo schrijven de onderzoekers vier keer het gemiddelde loon van zo’n werknemer.

Met andere woorden: zelfs uitgaande van de meest gunstige uitkomst blijkt de handelsoorlog van Trump een uiterst kostbare manier om industriële banen terug te krijgen.

FD