Nog onredelijker dan de Walen: PvdA wil handelsverdrag met Canada torpederen

Oh, wat hebben we gelachen om die malle Walen, drie jaar geleden. Hoe haalden de parlementariërs daar het in hun hoofd om het Ceta-verdrag met Canada over handel en investeringen te torpederen? Onder aanvoering van Paul Magnette, de toenmalige socialistische minister-president van Wallonië, een Belgische deelstaat met nauwelijks 3,6 miljoen inwoners, dreigden de Walen de Belgische premier te verbieden het verdrag te ondertekenen.

De rest van Europa kon zich weer eens verkneukelen in de onregeerbaarheid van het koninkrijk België. Maar de Waalse opstandigheid confronteerde ons ook weer met het feit dat het in de Europese Unie veel makkelijker is iets tegen te houden dan iets in gang te zetten. Voor ‘nee’ heb je in Europa vaak maar één tegenstem nodig. Voor ‘ja’ moet iedereen instemmen.

Uiteindelijk kwam er een extra bijlage bij verdrag en kon de ondertekening voor Canada en de EU met een paar dagen vertraging toch doorgaan. We lachten nog een laatste keer om de Waalse stampij, herlazen het boek van Magnette waarin hij de EU de ‘belangrijkste reden voor hoop’ en ‘het tegengif tegen nationalisme’ noemde, en vergaten het hele geval.

Tot deze week de PvdA in de voetsporen van de Waalse socialisten trad. Lodewijk Asscher is de Paul Magnette van 2019, maar dan nog een stuk onredelijker. Zijn partij gaat tegen Ceta stemmen, zo maakte de fractieleider bekend. Zowel in de Tweede Kamer (waar zo’n tegenstem niet doorslaggevend is) als in de Senaat (waar dat wel het geval is). Dat het nota bene de eigen minister Lilianne Ploumen was die tijdens Rutte II het verdrag uitonderhandelde en verdedigde, speelt blijkbaar geen rol. Dat Asscher er zelf tijdens kabinetsvergaderingen meermaals mee zal hebben ingestemd ook niet.

Toen de Walen de kont tegen de krib gooiden, was dat nog op een schappelijk moment. Er was nog geen handtekening gezet. De oprisping van Asscher komt op een veel onredelijker tijdstip. Inmiddels is Ceta ondertekend door alle (democratisch gekozen) Europese regeringsleiders. Ook het (eveneens gekozen) Europees Parlement heeft er mee ingestemd. Ook de Europese PvdA-fractie stemde niet tegen, maar onthield zich van stemming. Zelfs het hoogste rechtsorgaan, het Europees Hof, oordeelde positief over Ceta. Om als Nederland in dit stadium nog met een onverwacht veto te komen, valt niet uit te leggen.

Zeker omdat het handelsdeel van Ceta inmiddels al in werking is getreden, waardoor de meeste tarieven naar nul zijn gegaan. Dat heeft zichtbaar effect op onze export. Ten opzichte van twee jaar geleden is de Nederlandse uitvoer van goederen met zo’n 20% gestegen en bedraagt nu ongeveer €4 mrd per jaar. De export van diensten ligt zelfs 40% hoger dan in 2017 en doet in omvang niet veel onder voor de goederenhandel. Ook de import uit Canada nam toe, met 10% (goederen) en 20% (diensten).

Daarmee is Canada overigens niet een enorm belangrijke handelspartner. Het aandeel van Canada in onze totale export ligt zo rond de 1%. Voor de import is dat ongeveer de helft daarvan. Maar vrijhandel is iets van de lange adem. Bedrijven en nieuwe klanten en toeleveranciers moet elkaar tegenkomen en vervolgens aan elkaar wennen. Het duurt een tijd voordat de voordelen van nieuwe handelsrelaties geoogst kunnen worden. Het zaad begint nu pas net te kiemen, maar boer Asscher besluit met zijn trekker eens flink over de akker te gaan crossen.

Alsof de liberale wereldorde nog niet genoeg onder druk staat. Overal ter wereld wil uiterst rechts de grenzen dicht voor mensen en wil uiterst links de grenzen dicht voor bedrijven. Vroeger was het verstandige compromis: geen van beide krijgt z’n zin. De wereldeconomie — en zeker die van Nederland — voer daar wel bij. Nu lijkt een nieuw compromis in de maak: grenzen dicht voor mensen en ook voor bedrijven. Dat een redelijke en internationaal gerichte middenpartij als de PvdA zich nu bij dit nieuwe compromis lijkt aan te sluiten, is niet om te lachen.