De brainstorm van Maxime Verhagen

Aan het einde van de brainstormsessie is de sfeer ronduit beroerd. De campagnemedewerkers van Bouwend Nederland zijn uitgeput en moedeloos. Hun voorzitter, Maxime Verhagen, wilde ideeën horen. De economie herstelt, maar de grote bouwbedrijven hebben het nog altijd moeilijk. Hoe kunnen we onze leden een steun in de rug geven?

De plannetjes waarmee de aanwezigen kwamen, schoof Verhagen stuk voor stuk van tafel. We kunnen een campagne starten om alle huizen te isoleren, stelde een medewerker van Bouwend Nederland voor. Verhagen maakte een wegwerpgebaar. Isoleren is zo 2013. Het milieu is een veel te soft onderwerp. ‘Geef me liever iets waarmee ik kan laten zien dat ik echt vóór onze sector sta.’

‘De Zuiderzeelijn?’ opperde een ander voorzichtig. ‘Zo’n treinverbinding geeft onze bouwbedrijven gegarandeerd voor jaren werk. Politici genoeg in Den Haag die juist nu een groots gebaar richting Groningen willen maken.’

Maar Verhagen schudde alweer het hoofd. ‘Een puik idee, maar ik kan er niet mee aankomen’, zei hij. ‘Ik was minister van het kabinet dat de Zuiderzeelijn in 2007 de nek omdraaide. Als ik er nu toch weer mee kom is dat ongeloofwaardig.’

Achterin het vergaderzaaltje schamperde iemand iets over de combinatie van bouwsector en geloofwaardigheid, maar de voorzitter hoorde het niet. Hij riep: ‘Geef me iets voor de lentecampagne!’ Ideeën vlogen over de tafel. Meer betaalbare huurhuizen, herbestemming van leegstaande kantoorpanden, slimme snelwegen, opleidingsplaatsen voor jongeren. Verhagen vond het allemaal niets.

Nu is iedereen uitgeput en moedeloos, behalve één jonge medewerker. Hij neemt aarzelend het woord. ‘Waarom zoeken we het niet buiten Nederland?’ vraagt hij. ‘Buitenlandse aanbestedingen zijn openbaar, maar worden niet actief aan Nederlandse bouwers aangeboden. Dat doet Nederland wel. Rijkswaterstaat nodigt buitenlandse bedrijven uit om deel te nemen aan onze aanbestedingen. Laten we campagne voeren voor meer toegang tot buitenlandse aanbestedingen voor Nederlandse bedrijven.’

Iedereen is enthousiast. Ook Verhagen knikt. ‘Een briljant idee’, zegt hij. ‘Of beter, bijna briljant, want het sluit niet aan bij de waan van de dag. Europa wordt gehaat en internationale handel is verdacht. Daarom draaien we je plan om. We gaan niet lobbyen voor toegang voor Nederlandse bedrijven, maar tegen toegang voor buitenlandse bedrijven. Rijkswaterstaat mag onze aanbestedingen niet meer uitventen in het buitenland.’

De aanwezigen kijken elkaar stomverbaasd aan. ‘Gaan we lobbyen tegen buitenlandse concurrentie?’ ‘Jazeker’, antwoordt de voorzitter. ‘Grenzen dicht en Nederlandse bouwprojecten voor Nederlandse bouwers. Geloof me, ik voel de tijdgeest prima aan.’