Hoekstra’s quarantaine

Stel je voor dat de Europese ministers van financiën niet per videoverbinding zouden vergaderen, maar gewoon in levenden lijve bij elkaar kwamen. En dat er dan een van hen besmet zou blijken met het coranavirus.

Of beter: een van hen lijkt besmet te zijn. Het is dus vals alarm, maar de noodprotocollen gaan wel in werking. Lock-down! Quarantaine! Met gillende sirenes worden alle 19 ministers geëvacueerd en voor twee weken ondergebracht in het Schuman Hotel aan de Breydelstraat in hartje Brussel. Kamers worden verdeeld. Twee ministers per kamer, op alfabetische volgorde, dus Wopke Hoekstra belandt in een kingsize-bed met Pierre Gramegna uit Luxemburg.

Voor hem hoeft de Nederlander zijn bokshandschoenen niet uit de koffer te halen. Maar een kamer eerder hebben de Ier Paschal Donohoe en zijn Italiaanse collega Roberto Gualtieri de bedden verdeeld. En telkens als Hoekstra zijn kamer verlaat voor een ommetje (de Luxemburgse kamergenoot blijkt een nogal luidruchtige fan van het nationale operetterepertoire), loopt hij de Italiaanse buurman tegen het lijf. ‘Romeinse geldverspiller!’, bijt Hoekstra hem dan venijnig toe. ‘Calvinistische egoïst!’, fluistert de Italiaan terug. Zijn ogen spuwen vuur.

Zo gaat het de eerste dagen. Maar na een kleine week raken ze toch aan de praat. De Nederlander verjaagd uit zijn kamer door de klanken van Lehár’s Der Graf von Luxemburg, de Italiaan op de vlucht voor sentimentele Ierse folkmuziek. Gualtieri vertelt over de precaire politieke situatie in zijn land, en hoe de populist Salvini de coronacrisis misbruikt. Die is een petitie gestart tegen het inroepen van het Europese noodfonds ESM. Er hebben nu zoveel mensen getekend dat de Italiaanse regering gewoon niet meer om hulp kan vragen.

Hoekstra moet tot zijn verbazing erkennen dat het in Nederland niet anders is. Hier dwingt de electorale concurrentie van populistische partijen hem er juist toe om steun aan de Zuid-Europese slachtoffers van de virusuitbraak tegen te houden. Een kleine schenking kan misschien nog, maar massale steun vanuit Europese solidariteit is uit den boze.

Maar in quarantaine klinken de stemmen van de populisten steeds minder luid. Binnen enkele dagen wordt er in de gang van het Schuman Hotel een plan gesmeed. Hoekstra wil wel helpen, maar dat mag geen precedent scheppen. Gualtieri wil graag hulp, maar er moet nu even niet worden gezeurd over pensioenleeftijden en begrotingstekorten. Er blijkt eigenlijk niet zoveel ruimte te zitten tussen die opvattingen. Een tijdelijk fonds, gevuld met de opbrengst van gezamenlijk uitgegeven obligaties, geeft wat ieder wil.

Geen euro-obligaties, maar eigenlijk ook wel. Wat maakt het uit, denkt Hoekstra, als je een Europese vriend in nood kunt helpen?

 

FD