Geef gemeenten een hengel

De jeugdzorg krijgt extra geld, meer dan een miljard euro in drie jaar tijd. Dit jaar komt er €420 mln bij en de komende twee jaar nog eens €300 mln per jaar, zo schrijft Wopke Hoekstra deze week in zijn Voorjaarsnota. Er schiet geld over, dus de minister van Financiën kan gul zijn.

Met een miljard in drie jaar lijkt de druk eraf bij de gemeenten. Sinds de decentralisatie van de jeugdzorg komen zij geld tekort. Niet zozeer omdat het Rijk parallel aan de decentralisatie een efficiëntiekorting invoerde, want de honderden miljoenen die er toen werden bezuinigd op de jeugdzorg hebben de gemeenten nog wel weten te absorberen. Maar door de tegelijkertijd toegenomen vraag naar jeugdzorg, schieten de budgetten toch tekort.

Prima dat er geld bijkomt, maar een fundamentele weeffout blijft bestaan: gemeenten hebben bij de decentralisatie een nieuwe taak gekregen, maar geen nieuwe middelen. Ze gaan wel over de uitgaven voor jeugdzorg, maar niet over de inkomsten. Hierdoor worden gemeenten al meer een uitvoeringsorganisatie dan een onafhankelijke bestuurslaag.

‘Invoering van een ‘ingezetenbelasting’ moet gepaard gaan met verlaging van de Rijksbelastingen’

Vergelijk het met de manier waarop we over ontwikkelingshulp denken. Wat geef je aan een arme man of vrouw in een land met hongersnood? Een vis, zodat het gezin vanavond weer eten heeft? Of een vishengel, zodat ze hun eigen maaltje kunnen vissen? Iedere ontwikkelingswerker kiest blind voor de tweede optie. Je helpt mensen vooral door ze de mogelijkheid te geven om voor zichzelf te zorgen.

Daar zouden de Nederlandse gemeenten ook mee geholpen zijn. Geen miljoenen uit Den Haag, maar een instrument om zelf geld bij elkaar te hengelen. Door alle decentralisaties van de afgelopen jaren zijn de gemeenten voor hun inkomsten afhankelijker geworden van het Rijk. Daardoor kunnen ze aan hun inwoners geen duidelijke politieke keuzes meer voorhouden. Ze kunnen niet vragen: wilt u meer jeugdzorg? Dan moeten de belastingen omhoog. Want over de inkomstenkant gaan ze niet. De juiste politieke afwegingen kunnen daarom niet worden gemaakt.

Gemeenten hebben daarom geen vis nodig, maar een hengel. Bijvoorbeeld in de vorm van een nieuwe belasting op het inkomen van inwoners. Zo’n ‘ingezetenbelasting’ moet natuurlijk gepaard gaan met een verlaging van de Rijksbelastingen. Een commissie onder leiding van VVD’er Bas Eenhoorn pleitte hier al in 2005 voor en ook in later verschenen rapporten werd voor gemeentebelastingen gepleit. Maar er gebeurde niets. Hoogste tijd dat Den Haag snapt dat decentralisatie van taken ook decentralisatie van belastingheffing betekent.

(FD)