Oen schrijft over bitcoin

Schrijven over de bitcoin. Het is geen pretje. Of laat ik me preciezer uitdrukken: het schrijven van een column of artikel zelf is nog wel te doen, maar de nazit is behoorlijk intensief en tijdrovend. Want wie zijn bedenkingen over de cryptomunt op papier zet (inefficiënt, energieverspillend, zeepbel) kan rekenen op intensieve en langdurige nazorg door de vele gepassioneerde leden van de Nederlandse bitcoin-fanclub.

De een laat zien dat het geen zeepbel is, door de waarde van het wereldwijde bbp te delen door het maximale aantal bitcoins, wat een ‘potentiële koers’ oplevert die vele malen hoger is dan de huidige. De ander vertelt dat de munt dankzij enkele innovaties binnenkort veel efficiënter en energiezuiniger wordt. Weer een ander legt geduldig uit dat ik een enorme oen ben, vraagt zich ongerust af wanneer ik de 21ste eeuw binnen ga, om af te sluiten met de bezorgde vrees dat mijn columns worden ingefluisterd door de traditionele banken. En door de Haagse politiek. En door de EU. Afijn, u snapt het wel.

Ik leer veel van deze subtiele aanwijzingen. Wat weet ik immers van digitale technologie?

Schoenmaker blijf bij je leest. Daarom hier drie economische redenen waarom ik als econoom niet bij voorbaat denk dat de bitcoin het beste is dat onze economie kan overkomen.

Nadeel 1. De geldscheppingswinst van de bitcoin gaat niet naar onderwijs en zorg, maar naar Russische computernerds. Wie een bitcoin produceert mag die zelf houden en kan er iets leuks van kopen. De geldscheppingswinst van euro-productie gaat naar de overheid, via winstafdracht van de Europese Centrale Bank. De overheid kan er collectieve goederen en diensten van kopen. Voor iedereen.

Nadeel 2. De bitcoin is een wereldmunt. Dat klinkt als een voordeel, maar alleen als je gelooft dat wisselkoersenbewegingen geen nut hebben. De meeste economen denken dat landen met verschillende economische ontwikkeling en conjunctuur ook maar beter verschillende valuta’s kunnen gebruiken, zodat wisselkoersen zich kunnen aanpassen. Anders moeten de lonen en prijzen alle verschillen tussen landen opvangen. Dat gaat meestal met veel pijn en moeite gepaard. Vraag het maar aan de Grieken en Portugezen. Als de bitcoin echt het betaalmiddel van de 21ste eeuw wordt, dan is dat in feite een euro-experiment op wereldschaal. Mauritanië en Noorwegen in één monetaire bitcoin-unie, dat wordt lachen!

Nadeel 3. Er is geen centrale bitcoin-bank. De decentrale opzet van de bitcoin en andere munten ‘op de blockchain’ wordt vaak als voordeel genoemd. Maar het is juist een nadeel. Zonder marktmeester die in noodgevallen kan optreden, zonder toezichthouder die kan reguleren en disciplineren, zonder monetaire autoriteit die gas kan geven en afremmen, wordt de moderne economie nog instabieler dan ‘ie al is.

Tenminste, dat denk ik. Maar wat weet ik ervan.

(PS: Een week het verschijnen van deze column in het FD, las ik deze van Paul de Grauwe:  Bitcoin is not the currency of the future. )