Na de verkiezingsroes komt de formatiekater. Want net als de winnaars beginnen aan dat leuke potje kwartetten met standpunten en beloften, stapt er een ambtenaar van Financiën binnen. In zijn hand een A4’tje met de financiële ruimte van het nieuwe kabinet, cijfers over het oplopende tekort en de mogelijke maatregelen om orde op zaken te stellen.
Voor partijen die hun programma’s lieten doorrekenen, is de pijn te overzien. Men kent de kosten van de plannen, dus zo’n confrontatie met de financiële werkelijkheid is overkomelijk. Maar mogelijk schuiven er straks drie partijen aan zonder deze kennis. Zonder doorrekening én zonder degelijke financiële onderbouwing in het programma.
Zo staat in het NSC-programma wel een hoofdstuk ‘Overheidsfinanciën op orde’, maar daarin worden geen bedragen genoemd. Ook het beloofde lijstje met ‘plussen en minnen’ is er nooit gekomen. Het PVV-programma heeft een pagina ‘Financiën’, maar weer zonder bedragen te noemen. Voor de BBB was zelfs zo’n cijferloze paragraaf te veel gevraagd.
De essentiële sommen worden dus pas na de verkiezingen gemaakt. Het kan weleens een lange formatie worden.