Zeven jaar na Asschers robotspeech: waar is de technologische werkloosheid?

‘Robots zijn goedkoop, nooit ziek, werken 24 uur per dag, vragen nooit om loonsverhogingen, worden niet vertegenwoordigd door vakbonden en staken niet.’ Het was september 2014 en toenmalig minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher sprak op een congres over robotisering. Hij vervolgde: ‘Voor een aanzienlijk deel van de bestaande banen zijn zij daardoor in staat om werknemers te vervangen.’ De PvdA’er benoemde ook de voordelen van robotisering, maar wat bleef hangen was vooral zijn waarschuwing voor de ‘technologische werkloosheid’ die de robot zou veroorzaken.

De schrik zat er in en in de maanden en jaren na Asschers toespraak werd het idee van banen vernietigende robots van alle kanten besnuffeld en bestudeerd. Het Rathenau Instituut deed onderzoek. De Koninklijke Vereniging van Staatshuishoudkunde wijdde er een heel jaarcongres aan. En de FNV maakte een alarmistisch filmpje dat begon met: ‘Steeds meer mensen worden vervangen door robots. Dat leidt tot minder banen, hogere werkloosheid en minder inkomsten bij de overheid.’

Zeven jaar later is het tijd om de tussenstand op te maken. Kwam de robot? Een vrat hij al onze banen op? Om met de eerste vraag te beginnen: ja, de robot kwam, maar veel minder massaal dan velen in 2014 vreesden. Volgens cijfers van de International Federation of Robotics stonden er zeven jaar geleden bijna 8500 robots in de Nederlandse industrie. In 2019 (latere jaren zijn nog niet beschikbaar) waren dat er meer dan 14.700. Dat is een toename van 70%. Indrukwekkend, maar vergeleken met andere landen is Nederland nog altijd niet een sterk gerobotiseerd land.

De robot drong sinds 2014 wel al meer sectoren binnen. Ging het vroeger vooral om de auto-industrie, tegenwoordig investeren ook ondernemers in de voedingssector en de metaalindustrie flink in robotisering. De robot wordt telkens wat slimmer en handiger, waardoor de toepassingen toenemen. Let wel: er is geen sprake van een exponentiële toename, het gaat eerder gestaag dan snel. Robots zijn zelfs te vinden buiten de industrie (bijvoorbeeld voor inspecties op moeilijke plaatsen of in geautomatiseerde magazijnen), maar in aantallen stelt dit nog niet zoveel voor.

Meer robots, dus minder banen? Allerminst. Terwijl de robot gestaag oprukte, werd de arbeidsmarkt alleen maar krapper. En niet alleen voor jonge hoger opgeleiden, ook onder ouderen en mensen met een ‘lagere opleiding’ — de groepen die juist last zouden moeten hebben van robotisering — nam de werkloosheid af tot historisch lage niveaus.

Technologische werkloosheid is dus nog nergens te zien. Maar misschien moeten we gewoon wachten tot de gestage opmars van de robot een bepaald omslagpunt bereikt. De arbeidsproductiviteit stijgt al jaren nauwelijks meer, dus blijkbaar gaat het allemaal gewoon wat langzamer.

Dat zou een verklaring kunnen zijn. Maar ik denk eerder dat het idee van de robot die banen vreet te simplistisch is. Onderzoek laat zien dat de robot niet zozeer hele banen vervangt, maar slechts een paar routinematige taken overneemt. Ze veranderen het werk, maar vernietigen het niet. En als er al hele banen verdwijnen gaat dat in hetzelfde gestage tempo, zodat de economie tijd heeft om zich aan te passen. Mensen vinden dan elders ander werk.

Is Asschers ongelijk daarmee bewezen? Allerminst, dit is slechts een tussenstand. Mogelijk zorgt de coronacrisis wel voor een versnelling van de robotisering. Mensen zijn hoestende, besmettelijke wezens die je liever niet dicht bij elkaar op de werkvloer zet en die tijdens een pandemie niet naar hun werk mogen komen. De robot wordt niet ziek, zei Asscher al, en is dus ook niet besmettelijk. Bovendien heeft de pandemie aangetoond hoe kwetsbaar de internationale productieketens zijn. De reacties daarop — zoals het terughalen van de productie (reshoring) en strategisch industriebeleid — zouden kunnen zorgen voor meer lokale productie. Gezien de hoge lonen zullen daar dan weinig mensenhanden bij betrokken zijn.

Nee, ook dan verwacht ik geen technologische werkloosheid. De vergrijzing houdt de arbeidsmarkt krap, ook bij een snellere opmars van de robot. Mits we met goed onderwijs en omscholing zorgen dat de mensen passen bij de banen die er dan zijn. Daar hamerde Asscher in 2014 trouwens ook op, in zijn toespraak. Had ‘ie toch gelijk.

FD