Weer niet korten

Wat zou ik ze graag nu al ontmoeten, die oppositieleiders in 2026. Het zijn dappere mannen en vrouwen die hun kiezers de harde waarheid recht in het gezicht vertellen. Zij komen niet met verhullende praatjes en kiezen niet voor uitstel van noodzakelijke maatregelen. Regels zijn regels, vinden zij en die pas je niet aan als het even niet uitkomt. Doet dat soms pijn bij de burger? Sorry, maar dat moet dan maar even.

Niet alleen ik, maar ook de huidige politici kijken hoopvol naar de generatie van 2026. ‘Zij zullen doen wat wij nu niet durven, dankzij hen komt het uiteindelijk allemaal goed’.

Zo hebben ze dat in elk geval tijdens het pensioenoverleg bedacht. De pensioenen staan onder water. Dekkingsgraden zijn veel te laag om de toezeggingen van het huidige stelsel te kunnen betalen. Dat komt vooral omdat die toezeggingen vrij harde beloftes waren. Daarvoor moet bij de huidige rente veel geld opzij worden gezet, want als de rente laag is, zijn toekomstige zekerheden duur.

Eigenlijk zou er nu gekort moeten worden op de uitkeringen van gepensioneerden en op de pensioenrechten van werkenden. Maar de huidige generatie politici durft dat niet aan. De ouderen worden boos als de politiek zich aan de eigen regels houdt.

‘Door te beloven straks veel vaker te korten, hoeft het nu lekker niet. Probleem opgelost’

In plaats van korten verzon men daarom een list: wat als we een nieuw pensioenstelsel bedenken waarbij we geen toezeggingen meer doen en pensioenen veel vaker op en neer gaan? In zo’n stelsel hoef je minder geld achter de hand te houden, want als er niet genoeg in kas zit, wordt er automatisch gekort.

En, zo bedacht men, als we toch op zo’n flexibel stelsel overgaan, hoeven we nu eigenlijk ook niet te korten. Door te beloven straks veel vaker te korten, hoeft het nu lekker niet. Probleem opgelost.

Vandaar dat de PvdA en GroenLinks de afgelopen week zonder wroeging eisten dat er volgend jaar weer niet wordt gekort, ook al schieten volgens de nu geldende regels veel dekkingsgraden zwaar te kort. Minister Koolmees zou dat al ruim voor de peildatum van 31 december moeten beloven.

Want wat na 2026 de normale gang van zaken moet zijn – korten op de pensioenen zodra de regels dat voorschrijven – durft in 2020 nog geen politicus voor z’n rekening te nemen. Na de pandemie van 2026 gaan we wel korten. Na de eurocrisis van 2027 ook. En na de beurskrach van 2028 worden de pensioenen meteen verlaagd. Zo hebben de huidige politici dat in het pensioenakkoord plechtig aan elkaar beloofd.

Of die politici daar over zes jaar echt zin in hebben? Natuurlijk niet. Ook dan zal gelden: pensioenen moet je korten als dat nodig is, alleen nu even niet.

(FD)