We hebben veel meer huizen nodig, maar vooral meer liefde en gezelligheid

Een miljoen woningen moeten erbij komen in de komende tien jaar. Goedkope appartementen, huizen voor de middenklasse en luxere woningen in de vrije sector. Het is allemaal nodig om de wooncrisis aan te pakken.

Een bonte coalitie van bouwers, corporaties, gemeentes, makelaars, banken en verzekeraars ondertekende deze maand de ‘Actie-agenda Wonen’. Zelfs de GGZ en de ouderenbond zetten een krabbel onder het ambitieuze plan waarmee de bouwproductie tot 100.000 nieuwe woningen per jaar moet worden opgevoerd. Zoals gebruikelijk is de actie-agenda tegelijk een oproep en bedelbrief aan de Rijksoverheid. Die moet een speciale Minister voor Wonen aanstellen, regels en belastingen verminderen en geld in een speciaal woonfonds storten.

Ik hoop dat het lukt. We bouwen al jaren te weinig huizen en daar moet het volgende kabinet echt iets aan gaan doen. De actie-agenda heeft niet alleen oog voor kwantiteit, maar ook voor kwaliteit. Zo moet 5% van de nieuwe woningen speciaal voor ouderen zijn. Die huizen worden kleiner en komen dicht bij de zorgverleners. Ook een goed idee, want veel ouderen wonen in te grote huizen en vaak ook nog alleen. Door de vergrijzing zal deze vorm van ‘scheefwonen’ alleen maar erger worden.

Maar het zette me ook aan het denken. Ongetwijfeld geen originele gedachte: maar zouden we de oplossing ook niet kunnen omdraaien? In plaats van meer woningen voor mensen, meer mensen voor elke woning? Want het woningtekort is niet alleen ontstaan omdat er steeds meer inwoners in Nederland bij komen, maar ook omdat we per inwoner meer huizen nodig hebben. De groei van het aantal eenpersoonshuishoudens maakt de woningschaarste nijpender.

Met die individualisering van het huishouden is het snel gegaan. In 1971 telde Nederland iets meer dan 4 miljoen huishoudens. Slechts 685 duizend daarvan, dat is 17%, bestonden uit een persoon. Twintig jaar later waren er ruim zes miljoen huishoudens, waarvan 30% eenpersoons. Het aantal alleenstaanden steeg dus een stuk sneller dan het aantal huishoudens.

Ook de jaren daarna was dat het geval. In 2021 bestond 39% van de bijna acht miljoen huishoudens uit een enkel persoon. Volgens de bevolkingsprognoses stijgt het aandeel eenpersoonshuishoudens de komende jaren door naar 43% in 2040. Daar blijft het percentage vervolgens ongeveer op hangen.

Vergrijzing is een deel van de verklaring. Man en vrouw gaan zelden tegelijk dood, dus er komen steeds meer weduwen en weduwnaars bij. Bovendien blijven ze ook vaak alleen wonen. In 1971 was 44% van de huishoudens met een 75-plusser een eenpersoonshuishouden. Nu is dat 55% en over een paar decennia naar verwachting 60%. Maar ook alle andere leeftijdsgroepen wonen vaker alleen. Het aantal eenpersoonshuishoudens onder 25-35-jarigen steeg zelfs van 12% in 1971 naar 46% nu.

Ik gun iedereen natuurlijk zijn of haar rust en autonomie, maar het is ook wel een treurig idee. We hebben een wooncrisis en moeten weilanden volbouwen, omdat zoveel mensen in hun eentje in hun eigen woonhokje zitten. Behalve meer huizen lijken we in Nederland ook meer liefde en gezelligheid nodig te hebben.

Kan het woonfonds geen samenwoonfonds worden? Met subsidies voor first dates en geld voor gezelligheidsverenigingen voor alle leeftijdsgroepen. Maak een jaarlijkse Dag van de Liefde en een Dag van de Voordeurdelende Vrienden. Te sentimenteel voor uw smaak? Haal dan in elk geval de partnertoets uit zoveel mogelijk regelingen en trek de AOW voor alleenstaanden en samenwonenden gelijk, zodat samenwonen niet meer bestraft wordt. Wie weet moet er zelfs een premie komen voor mensen die van twee naar een huis gaan. Het scheelt de maatschappij immers veel kosten.

Belastingvrijstelling
Maak het ook aantrekkelijker om een of meer huurders in huis te nemen. Er is al een belastingvrijstelling voor kamerverhuur van zo’n €5.000. Misschien moet die omhoog. Of wellicht worden potentiële hospita’s door andere zaken afgeschrikt en moeten er regels worden veranderd of verzekeringen aangeboden.

Er is vast nog veel meer te bedenken om samenwonen en voordeurdelen op (niet-dwingende wijze) te stimuleren. Heeft u een goed idee? Dan hoor ik dat graag.

FD