Vredesmissie

‘Leuk als je langskomt, maar liever niet op maandag’, had Poetin tegen Orbán gezegd. ‘Die dag ben ik druk met het bombarderen van het kinderziekenhuis van Kiev. Dus fijn als je al voor het weekend kunt komen.’

Dus was de Hongaarse premier op vrijdag naar Moskou gereisd. Op vredesmissie namens de Europese Raad, waar hij sinds kort voorzitter van was. Nou ja, niet echt namens die regeringsleiders, want hij had hun niets over zijn bezoek verteld. Maar door met het logo van het Hongaarse voorzitterschap te zwaaien, kreeg zijn bezoek toch Europese allure.

Orbán begreep best dat de Russen burgerdoelen moesten platschieten. Zo’n kinderziekenhuis vol jonge patiëntjes staat de vrede in de weg. Maar wat de Hongaarse premier niet begreep is waarom de EU hem dit allemaal toestond. Er was plichtmatig gezucht, maar verder kon hij gewoon z’n gang gaan. Geen sancties, geen subsidiestop, niet eens een boycot van zijn voorzitterschap.

De grootste regeringspartij van Nederland had hem zelfs beloond door zich per direct bij zijn nieuwe Europese fractie aan te sluiten. ‘Nu door naar China’, dacht Orbán. ‘Nog meer vrede stichten.’

FD