Virusuitbraak zorgt voor een aanbodschok en daar kan de overheid niet veel aan doen

Niet brexit, niet Trumps handelsoorlogen en zelfs niet de recessie in de Duitse industrie slaagden er de afgelopen jaren in om aandelenbeurzen langdurig van slag te brengen. Er was wel eens een paniekaanval of koersdipje, maar dat bleek telkens van korte duur. Verliezen werden snel goedgemaakt en de koersen pakten hun opwaartse trend weer gewoon op. Optimisten kregen telkens gelijk, pessimisten boekten flinke verliezen.

Is het deze keer anders? Angst voor de economische gevolgen van de virusuitbraak veroorzaakte deze week grote verliezen op de beurzen. Koersen doken sneller en dieper omlaag dan tijdens eerdere ‘correcties’. Misschien dat het weer een briljant koopmomentje blijkt te zijn voor de optimisten, maar afgaande op de commentaren lijkt er ditmaal toch meer aan de hand. Het coronavirus wordt door beleggers een stuk serieuzer genomen dan een onwillige Boris Johnson of oorlogstaal tweetende Donald Trump.

Geef ze eens ongelijk. Want hoezeer politici zich soms ook misdragen, als de economische gevolgen van hun strapatsen duidelijk worden, kunnen ze de keuze maken om normaal te gaan doen. Dan tekent de Britse premier toch gewoon een brexitakkoord waar hij eerder mordicus op tegen was. En dan bedenkt de Amerikaanse president dat de verkiezingen er aankomen, dus neemt hij genoegen met een vrij inhoudsloos handelsakkoordje met China. Beleggers weten dat, dus laten zich niet gek maken.

Een virus is in die zin veel onredelijker dan een politicus en trekt zich niets aan van economie of beurs. Beleggers die gokken op een goede afloop doen dus precies dat: gokken.

Maar er is nog een reden voor beleggers om de virusuitbraak serieuzer te nemen dan de andere economische verstoringen van de afgelopen jaren: het raakt in eerste instantie vooral de aanbodkant van de economie. Zieke mensen kunnen niet werken, dus het virus zorgt voor een afname van het arbeidsaanbod. Nu gaat het op dit moment gelukkig nog niet om hele grote aantallen zieken, maar ook de quarantainemaatregelen zorgen dat mensen niet bij hun werk kunnen komen. Nog belangrijker zijn de preventiemaatregelen, zoals het sluiten van scholen, waardoor ouders thuis moeten blijven bij hun kinderen. In China zijn veel fabrieken weer open, maar draaien op halve kracht vanwege een gebrek aan personeel.

Ook bedrijven zonder zieke of afwezige werknemers kunnen met aanbodproblemen te maken krijgen, als hun toeleveranciers productieproblemen ondervinden. Op die manier raken hele productieketens verstoord. Vooral in de techsector leidt dat tot problemen. Brancheclub FME opende eerder een meldpunt voor bedrijven en riep de overheid op om deeltijd-WW mogelijk te maken, waarvan inmiddels tientallen bedrijven gebruik maken.

Het virus veroorzaakt dus in de eerste plaats een aanbodschok. Dat maakt het voor de overheid moeilijk om te reageren. Bij een vraagschok is het medicijn duidelijk: de centrale bank verruimt het monetaire beleid (bijvoorbeeld met een renteverlaging) en de regering geeft wat meer uit of komt met subsidies en lastenverlichting. Zo wordt de vraag weer aangezwengeld.

Maar bij een aanbodschok heeft dat weinig zin. Lagere rente en meer overheidsuitgaven maken de tekorten eerder groter dan kleiner. Die tekorten kunnen in principe leiden tot hogere prijzen en zo tot inflatie. Dan zou de centrale bank de teugels juist moeten aantrekken.

Geen wonder dat beleggers het niet vertrouwen. Juist de monetaire autoriteiten redden de beurs de afgelopen jaren keer op keer met nog ruimer geldbeleid. Centrale banken plakten pleisters op de zere knie van iedere gevallen belegger. Met een snoepje voor de pijn. Ook nu hopen ze op een renteverlaging van de Fed en de ECB, maar bij een aanbodschok past dat eigenlijk niet.

Gelukkig voor de beleggers (maar niet voor de rest van ons) zal een flinke virusuitbraak ook zorgen voor een vraagschok. Toerisme stagneert, evenementen worden afgeblazen en niemand gaat meer funshoppen. Daarnaast veroorzaakt de aanbodschok zelf ook vraaguitval, als mensen werkloos worden en winsten wegsmelten. Zo’n vraagschok drukt de inflatie juist. Met een beetje mazzel ziet de centrale bank daar genoeg aanleiding in om de geldkraan toch open te zetten. Overheden kunnen uitrukken met extra uitgaven om de vraagschok te dempen. In Azië gebeurt dat al, met vele miljarden tegelijk.

Wordt het toch weer feest op de beurs.

 

(FD)