Vanaf Mars heb je beter zicht op de Nederlandse inflatie dan op aarde

De inflatie blijft nog lang boven de 2%, verwacht ECB-president Christine Lagarde. Daarom ging donderdag de rente weer omhoog. Pas als het prijspeil in de huidige maand niet meer dan 2% hoger is dan dat in dezelfde maand een jaar geleden, is zij tevreden. Inflatie meten we op jaarbasis en dat jaar-op-jaarcijfer bepaalt het monetaire beleid.

Apart eigenlijk, want waarom is de tijd dat het duurt voor de aarde om rond de zon te draaien van belang? Bij de inflatiemeting valt er zo iedere maand weer een maand uit het verleden weg. Tegelijk: recente prijsstijgingen tellen net zo hard mee als die van maanden geleden.

Soms kijken economen daarom naar inflatie op maandbasis: in mei lag het prijspeil in Nederland slechts 0,2% hoger dan in april. Voor wie niet de baan van de aarde om de zon als maatstaf neemt, maar die van de maan rond de aarde, is het inflatieprobleem voorbij.

De bewegingen van hemellichamen blijken dus een bijzondere relatie met inflatie en monetair beleid te hebben. Daarom stel ik een reis voor. Een reis door het zonnestelsel, op zoek naar andere inflatiecijfers, en het verhaal dat ze vertellen.

Eerst gaan we naar Venus, want daar daalt onze inflatie al. Deze planeet draait in 224 dagen rond de zon, afgerond zeven maanden. In oktober 2022 lag het Nederlandse prijspeil 1,6% lager dan in mei 2023. Deflatie op Venus. Een stapje dichter bij de zon draait het kleine Mercurius zijn rondjes in slechts drie aardse maanden. De Mercuriaanse jaarinflatie is 1,5%, want sinds januari ging het Nederlandse prijspeil juist weer wat omhoog.

Hoeveel stegen de prijzen sinds het begin van de prijsschok twee jaar geleden? Daarvoor moeten we naar Mars. Een jaar op de rode planeet duurt twee aardse jaren en gedurende de laatste omloop van Mars bedroeg de inflatie ruim 15%. Deze ‘Marsflatie’ is misschien wel de beste maatstaf voor de inflatie tijdens de huidige kostencrisis. Beter dan het inflatiecijfer op aarde, want bij ons is de prijsschok van eind 2021 en begin 2022 alweer uit het inflatiecijfer gelopen. Vanaf onze buurplaneet zie je precies hoeveel de prijzen zijn gestegen sinds Poetin aan de gaskraan begon te draaien.

Dat waren de rotsplaneten. Door naar de gasreuzen. Jupiter staat momenteel 833 miljoen kilometer van de aarde en op die afstand kunnen we de langere prijsontwikkeling zien. Een Jupiterjaar duurt twaalf aardse jaren. Deze periode van eurocrisis, ECB-opkoopprogramma en pandemie geven een totale inflatie van 34%. Snel door naar de volgende gasplaneet: Saturnus. Een jaar duurt daar 29 aardse jaren, dus het laatste jaar begon in 1994. Van Paars 1 tot Rutte 4 bedroeg de Nederlandse inflatie 92%. Een euro werd bijna half zoveel waard.

Op Uranus lachen ze om dat percentage. Met een omlooptijd van 84 jaar meten we de Uranusinflatie vanaf 1939. Een wereldoorlog, wederopbouw, oliecrisis en loon-prijsspiraal later ligt het prijspeil maar liefst ruim 2500% hoger. Een vooroorlogse gulden is nu vrijwel niets meer waard.Nu we op deze tijdschaal zijn beland, is het een goed moment om op de tekortkoming van lange inflatiereeksen te wijzen. Het winkelmandje in 1939 was met andere producten gevuld dan nu. En uitgaven waar we toen een groot deel van het inkomen aan besteedden, zijn nu nog maar een detail in het huishoudboekje. Met andere woorden: hoe langer het ‘planeetjaar’, hoe slechter de inflatie de feitelijke ontwikkeling weergeeft.

Met dat in het achterhoofd vliegen we naar Neptunus. Met een jaar van 164 aardse jaren komen we in 1859 en daar heeft het CBS geen cijfers meer voor. Het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) gelukkig wel. De Nederlandse prijsreeks van dit onderzoeksinstituut gaat terug tot de vijftiende eeuw. De ‘Neptunusflatie’ bedraagt bijna 2900%. Nauwelijks meer dan die van Uranus, want de negentiende eeuw was een eeuw van Gouden Standaard, deflatie en de bijbehorende financiële crises.

Ten slotte gaan we naar de dwergplaneten. Pluto (omlooptijd 248 jaar, inflatie bijna 2900%) laat vooral weer zien dat prijzen in de negentiende eeuw evenveel daalden als stegen. Interessanter is dwergplaneet Eris, die zijn jaar al in 1466 begon. Volgens de IISG-cijfers bedraagt de Nederlandse inflatie per Erisjaar maar liefst 31.000%. Op 14 miljard kilometer van Frankfurt zou Lagarde allang zijn ontslagen.

FD