Tijd van steeds meer werken is voorbij, we moeten productiever worden

Hoe willen we groeien? Door meer te werken of door slimmer te werken? De tweede optie, natuurlijk. Hogere arbeidsproductiviteit is de heilige graal van de economische groei, want als we meer maken met minder moeite levert dat zowel inkomen als vrije tijd op.

Tot aan het begin van deze eeuw had Nederland dat kunstje goed door. De economie groeide terwijl de gemiddelde arbeidsduur kromp. In 1950 werkte iemand met een voltijdbaan nog 2300 uur per jaar. In 1970 was dat gedaald naar 2000 uur. Rond de eeuwwisseling telde de gemiddelde voltijdbaan nog maar 1700 uur. De arbeidsproductiviteit nam toe en dat keerden we aan onszelf uit met meer inkomen en meer vrije tijd.

Inmiddels stijgt de productiviteit lang niet meer zo snel als vroeger. De Nederlandse economie groeit nu vooral doordat meer mensen meer werken. De gemiddelde arbeidsduur van een voltijdbaan steeg de afgelopen twee decennia en staat nu op ruim 1800 uur per jaar. Ook de gemiddelde arbeidsduur van deeltijdbanen nam toe: sinds 2010 met ruim 12%.

We werken meer uren, maar ook meer jaren. VUT en prepensioen werden afgeschaft en de AOW-leeftijd ging omhoog. De arbeidsdeelname van 55-plussers steeg van 42% in 2003 naar 72% nu. Ook het aantal mensen dat werkt ging omhoog. Begin deze eeuw werkte 75% van de inwoners tussen 25 en 65 jaar, nu is dat bijna 85%.

Hoge arbeidsparticipatie, forse banengroei en een ijverige beroepsbevolking: het zijn ontwikkelingen die we normaal gesproken in een positief licht zien. Maar je kunt ook zeggen: de Nederlandse economie groeit alleen maar doordat we steeds harder en langer werken, met steeds meer mensen. Dat is armoedige groei waarbij we nauwelijks productiever worden. Het is bovendien een eindig groeimodel, want intussen zijn de meeste bronnen voor extra arbeid uitgeput.

Misschien kunnen we nog wat deeltijders overhalen om meer uren te maken en wat extra arbeidsmigranten naar Nederland lokken, maar dan houdt het ook wel op. Tegelijkertijd knaagt de vergrijzing aan de beroepsbevolking. Voor nieuwe groei zullen we dus vooral slimmer moeten gaan werken. Hogere arbeidsproductiviteit is de enige houdbare groeistrategie.

Goed nieuws: volgens de nieuwe raming voor de middellange termijn van het Centraal Planbureau (CPB), die afgelopen donderdag verscheen, zal de productiviteitsgroei aantrekken. De arbeidsproductiviteit van Nederlandse bedrijven groeit de komende vier jaar met 0,8% per jaar. Dat is twee keer het gemiddelde van de afgelopen tien jaar. Richting 2031 loopt de groei zelfs op naar 1,2% per jaar. Het zijn geen grandioze percentages, maar aan de stilstand van de afgelopen jaren komt een eind.

Of zijn we weer te optimistisch? Economen hebben zich telkens laten verrassen door de tegenvallende productiviteitsgroei. Toch is de verwachting van aantrekkende groei logisch. We leven immers in een tijd van razendsnelle technologische ontwikkeling, van computers en internet, van robots en kunstmatige intelligentie. Maar de harde cijfers stellen keer op keer teleur.

In 2010 verwachtte het CPB jaren met 1,5% productiviteitsgroei. Het werd een stuk minder. In 2016 was 1,5% wederom de verwachting voor de middellange termijn. We kregen stagnatie. In de grafiek is goed te zien dat de verwachtingen vrijwel altijd te optimistisch waren.

Let wel: dit is niet bedoeld om het CPB aan de schandpaal te nagelen. In alle ontwikkelde economieën stelde de productiviteitsontwikkeling telkens teleur en overal krabben economen zich achter de oren over de oorzaken daarvan. Aan hypotheses geen gebrek. Bedrijven investeren te weinig. Grote techbedrijven hebben te veel marktmacht waardoor er te weinig concurrentie is. Digitalisering en robotisering gaan te langzaam. We hebben nog steeds niet goed door hoe we de enorme rekenkracht van computers effectief kunnen inzetten. Om maar een paar van de potentiële verklaringen te noemen.

Doorgronden van de trage productiviteitsgroei is meer iets voor een proefschrift dan een krantenartikel. Zeker is wel dat ons oude groeimodel van langer en harder werken is uitgewerkt. Alleen met slimmer werken kan de economie blijven groeien. Duimen dus dat het voorzichtige optimisme van het CPB ditmaal wel terecht blijkt te zijn.

FD