Steeds meer eurolanden, maar waar blijven de grotere economieën?

Het was een teleurstellende nieuwjaarsdag voor alle doemdenkers die het einde van de euro voorspellen. Met toetreding van Kroatië tot de Economische en Monetaire Unie (EMU) steeg het aantal eurolanden tot twintig. Ondanks alle crises en kinderziektes is de munt nog altijd een magneet voor landen die vooruit willen in de wereld.

Vanaf de introductie in 1999 was de euro volgens velen gedoemd te mislukken. De munt zou zijn tiende verjaardag niet halen en mogelijk zelfs leiden tot het uiteenvallen van de Europese Unie. Alleen met een splitsing in een noordelijke ‘neuro’ en een zuidelijke ‘zeuro’ viel het onvermijdelijke failliet nog te rekken.

Tijdens de eurocrisis van 2012 en 2013 leken ze even gelijk te krijgen, maar uiteindelijk leidde die periode juist tot meer samenwerking op het gebied van bankentoezicht, begrotingsbeleid en crisisbestrijding.

Na Mario Draghi’s ‘whatever it takes’ werd speculeren op het einde van de euro een stuk risicovoller en brak een relatief stabiele periode aan. Nee, de EMU is nog altijd geen ‘optimaal valutagebied’ en er zijn nog meer afspraken nodig om de toekomst zeker te stellen. Maar na de kinderziektes lijkt nu ook de puberteit wel voorbij.

Ook tijdens moeilijke jaren, bleven zich gestaag nieuwe eurolanden aanmelden. Het DING FLOF BIPS-ezelsbruggetje dat Nederlanders duidelijk moest maken in welke twaalf landen met euromunten kon worden betaald, voldeed al snel niet meer. Die drie maffe woorden waren indertijd bedacht door het ‘Nationale Forum voor de Introductie van de euro’. Het waren de beginletters van de namen van alle eurolanden, maar vervolgens kon vrijwel niemand ze indertijd ook echt opnoemen.

Dat zal nu niet veel beter zijn. Welke twintig landen hebben de euro? Ik presenteer graag het nieuwe ezelsbruggetje: DING FLOF PLEBS SMICKLS. De bijbehorende eurolanden staan bij het kaartje. Oefenen en elkaar overhoren graag.

Hoewel, het zij u vergeven als u een paar nieuwe eurolanden mist. Want het zijn vooral kleintjes die erbij kwamen. Nog steeds geen Zweden, Polen, Denemarken of Roemenië in het eurogebied. Wel dwergstaatjes zoals Malta en Cyprus, en kleintjes als Slovenië en de Baltische staten. Ook Kroatië is geen grote economie.

Zelfs gemeten in landoppervlak groeide het eurogebied door de uitbreiding van twaalf naar twintig lidstaten met slechts 12%. Het aantal inwoners steeg met 13% sinds 2002, maar pakweg de helft van die toename kwam door bevolkingsgroei in de oude twaalf eurolanden.

De economie van het eurogebied groeide sinds 2002 met maar liefst 70% naar ruim €12.000 mrd. Dat is gecorrigeerd voor inflatie. Maar dit kwam grotendeels door economische groei in de grote, oude eurolanden. Het bbp van de nieuwe lidstaten is te klein om serieus bij te dragen.

Ieder nieuw euroland moet bijdragen aan het eigen vermogen van de Europese Centrale Bank (ECB). Die bijdrage is afhankelijk van de omvang van de economie. Bij de nieuwe eurolanden gaat het dus om kleine bedragen. De centrale bank van Kroatië bijvoorbeeld, moest bij toetreding €71 mrd storten in een ECB-vermogen van €8875 mrd. Van dat vermogen komt nog altijd 96% van de oude twaalf DING FLOF BIPS-landen. De acht nieuwe eurolanden droegen gezamenlijk minder vermogen bij dan bijvoorbeeld Nederland alleen.

Behalve wat prestige heeft het eurogebied dus niet zo veel aan de uitbreiding. Sterker, het stemrecht bij de ECB verwatert en de toch al enorme hoeveelheid deelnemers aan vergaderingen van de Bestuursraad groeit.

De voordelen zijn vooral voor de nieuwe eurolidstaten. Die geven weliswaar de mogelijkheid tot het voeren van een eigen monetair beleid op, maar krijgen daarvoor veel terug. Vertrouwen van internationale investeerders, een geloofwaardig monetair beleid, extern toezicht op de bankensector en een stabiele ruilvoet met andere eurolanden.

‘No more funny money’, zei een oude econoom ooit. Hij had een licht Duits accent, dus de uitspraak rijmde bij hem. Munten van kleine landen zonder sterke monetaire traditie hebben het moeilijk in een wereld waarin het internationale kapitaal razendsnel het land uit kan flitsen. Dus logisch dat kleine EU-landen naar de euro vluchten.

Maar mijn enthousiasme voor het almaar uitbreidende eurogebied zou groter worden als we eens een land als Zweden zouden kunnen verwelkomen. Of desnoods Polen.

FD