Slaapwandelende autobedrijven eisen dat de wekker wordt uitgezet

De deurhendels hebben een probleem. Er kan vocht in komen, waardoor het gevaar bestaat dat de deuren tijdens het rijden opengaan. Daarom zet Volkswagen de productie van de ID.4 in de Amerikaanse fabriek in Tennessee tijdelijk stil en roept het bedrijf honderdduizend van deze elektrische voertuigen (EV’s) in de VS terug.

Dat kan er nog wel bij. De problemen stapelen zich op bij Volkswagen. De vraag naar Duitse EV’s in Europa daalt en rijke Chinezen kiezen steeds vaker voor een luxewagen van eigen bodem. Paniek in Wolfsburg. Sluiting van fabrieken en het ontslag van misschien wel 30.000 werknemers dreigt.

Bij andere Europese autofabrikanten gaat het niet veel beter. Volgens Bloomberg is er ook bij BMW, Mercedes, Stellantis en Renault sprake van grote overcapaciteit. In Italië is de productie van de elektrische Fiat 500e meer dan gehalveerd, terwijl Audi de productie van de Q8 e-tron in de België dreigt te beëindigen.

Wat doe je als Europese autofabrikant als je de concurrentieslag dreigt te verliezen? Vol in de aanval gaan natuurlijk! Met prijsverlagingen, betere modellen, innovatieve marketing, snelle uitrol van eigen laadinfrastructuur, een dwingende oproep aan Europese politici elektrisch rijden te blijven stimuleren. Je gaat ondernemen, innoveren, en agressief de concurrentie aan.

Of je stapt naar Brussel om te eisen dat je langer met de productie van verouderde technologie mag doorgaan. Dan hoef je geen spijt te hebben van het feit dat toen buitenlandse concurrenten vol inzetten op het ontwikkelen van EV’s en de bijbehorende leveringsketen en infrastructuur, jij vooral bezig was met het programmeren van sjoemelsoftware om vuile diesels een leugenachtig langer leven te geven.

De Europese Unie heeft afspraken gemaakt om de gemiddelde CO₂-emissies van het wagenpark in stappen omlaag te brengen. Nu mag die uitstoot nog 116 gram per kilometer zijn. Vanaf volgend jaar ligt de grens op een kleine 94 gram. Vijf jaar later gaat dat naar bijna 50 gram en vanaf 2035 mogen nieuwe auto’s helemaal geen CO₂ meer uitstoten. De EU heeft die generieke grenzen omgerekend naar doelstellingen per automerk, rekening houdend met het gemiddelde gewicht van de modellen.

Dit jaar halen de Europese merken hun doel nog zo ongeveer. Maar als volgend jaar de nieuwe grenzen ingaan, schieten ze er doorheen. Tenzij ze de komende maanden onverwacht veel emissieloze auto’s verkopen, zijn alle grote Europese autofabrikanten in overtreding, blijkt uit analyse van dataverzamelaar Dataforce. Ook Toyota, Hyundai en Ford lijken de nieuwe doelen niet te gaan halen. Miljardenboetes dreigen.

Welke automerken zitten wel goed? Tesla met een aanbod van louter EV’s, uiteraard. Maar ook het Chinese Geely, eigenaar van onder andere Volvo, Polestar en LYNK & CO zit nu al ruim onder de grens van 2025. Het kan dus wel.

Desondanks sturen de grote Europese automerken aan op versoepeling van de regels. Er circuleert een ‘white paper’ in Brussel, volgens Le Monde geschreven door Luca de Meo, voorzitter van de Europese autolobby ACEA en ceo van Renault, met daarin een pleidooi voor uitstel. De Europese Commissie zou een beroep moeten doen op artikel 122 van het EU-verdrag. Dit is een procedure waarmee in uitzonderlijke gevallen het Europees Parlement buitenspel kan worden gezet, bij onverwachte verstoring van productieketens, vooral in de energiesector. Nogal brutaal, want de CO₂-doelen waartegen de autobedrijven aanlopen, staan al sinds 2019 op papier. De sector had alle tijd om zich voor te bereiden.

Bedrijven klagen vaak terecht over de wispelturigheid van de politiek en vragen om duidelijke normen, tijdpaden en deadlines, zodat ze de noodzakelijke langetermijninvesteringen kunnen doen. Bij de CO₂-doelen is dat precies wat Brussel ze heeft gegeven. Bovendien gelden de regels voor iedereen, dus er is geen voordeel voor Amerikaanse of Chinese producenten. De eisen zijn streng, maar met een jaarlijkse omzet van meer dan €1000 mrd had juist de Europese autosector de regulering kunnen aangrijpen om een voorsprong te nemen op de concurrenten. De Duitse merken hadden de EV-revolutie kunnen leiden. In plaats daarvan dieselen ze er verongelijkt achteraan.

FD