Rutte-Asscher levert Nederland extra leger van 1,2 miljoen werknemers

(Verscheen eerder in het FD)

De kerstcrisis werd bezworen. Het kabinet Rutte-Asscher blijft nog even zitten. Maar veel slagkracht valt van de verkruimelende coalitie niet meer te verwachten, lees ik in de politieke commentaren. Gelukkig dan maar dat het belangrijkste werk al is gedaan.

De ongeschreven missie van dit kabinet was: Nederland vergrijzingsproof maken. Daarvoor moest de pensioenleeftijd omhoog, het pensioenstelsel op z’n kop en de hypotheekrenteaftrek omlaag. De arbeidsmarkt moest worden hervormd en het zorgstelsel versoberd. Van die twee laatste is weinig terecht gekomen. Echte hervorming van de arbeidsmarkt was na het tekenen van het Sociaal Akkoord niet meer mogelijk. En de nieuwe zorgwet bleef dus steken in de Eerste Kamer.

Maar op de eerste drie dossiers werden wel grote stappen gezet. Je zou het na de sombere commentaren van deze week niet snel denken, maar als het gaat om hervormen en toekomstbestendig maken van de economie, heeft het huidige kabinet de beste prestatie van deze eeuw geleverd. Het moet maar eens gezegd.

We gaan langer werken en minder hypotheekrente aftrekken, daardoor is de houdbaarheid van de overheidsfinanciën sterk verbeterd. Volgens de sommetjes die het Centraal Planbureau hier over maakt, stevenen we daardoor voor het eerst deze eeuw niet meer af op een exploderende staatsschuld.

Het beste nieuws is dat de forse daling van de beroepsbevolking, die eerder nog werd gevreesd, door de verhoging van de AOW-leeftijd uit de prognoses is verdwenen.

Afgelopen woensdag presenteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek een nieuwe bevolkingsprognoses. Daaruit blijkt dat als we de AOW-leeftijd op 65 jaar hadden gelaten, de potentiële beroepsbevolking tussen 2010 en 2040 met 770.000 personen zou zijn afgenomen. Daarna zou het aantal Nederlanders in de werkzame leeftijd van 20 tot 65 jaar weer iets zijn toegenomen, maar in 2060 was de beroepsbevolking nog altijd 570.000 lager geweest dan in 2010.

Die krimpende beroepsbevolking had een groeiende groep inactieve Nederlanders moeten onderhouden en verzorgen. Het was een schrale boel geworden in ons land. Gelukkig kwam dit kabinet met de ‘Wet versnelde verhoging AOW-leeftijd’. De AOW-leeftijd gaat de komende jaren stapsgewijs omhoog. Vorig jaar, dit jaar en volgend jaar, gaat de AOW-leeftijd telkens met een maand omhoog. Van 2016 tot en met 2018 komen er ieder jaar drie maanden bij. Daarna gaat het met stappen van vier maanden omhoog, tot in 2021 de pensioenleeftijd van 67 jaar is bereikt. In de jaren daarna stijgt de AOW-leeftijd mee met de levensverwachting, in stapjes van minimaal drie maanden.

Uitgaande van de laatste prognoses van de levensverwachting, bereikt de pensioenleeftijd de 68 jaar in 2030, de 69 jaar in 2039 en de 70 jaar in 2047. In 2060 krijgen we pas op de leeftijd van 71 jaar en zes maanden AOW.

Schermafbeelding 2015-01-05 om 16.45.42

Dankzij de stijgende pensioenleeftijd komt de Nederlandse beroepsbevolking de komende vijftig jaar niet onder het aantal van 2010 te liggen. In 2040 levert het de maatregel ruim 800.000 extra (potentiële) werknemers op. In 2060 zal dat aantal oplopen naar meer dan 1,2 miljoen.

Schermafbeelding 2015-01-05 om 16.46.16

De toekomst is onzeker, dus het CBS geeft bij de getallen ook kans intervallen. Minimaal stijgt de beroepsbevolking in 2060 dankzij de hogere pensioenleeftijd met een half miljoen, maximaal met anderhalf miljoen.

Schermafbeelding 2015-01-05 om 16.45.53

Natuurlijk, er moet dan wel werk zijn voor al die 65-plussers. Daarom is de overheid met verhogen van de pensioen- en AOW-leeftijd niet klaar. De arbeidsmarkt moet beter gaan werken, zodat oudere werknemers er beter op terecht kunnen. Dat betekent wederom dat er taboes moeten worden doorbroken. Het taboe op demotie bijvoorbeeld. Aan het eind van de carrière kunnen dan zowel de werklast als de loonkosten wat gaan dalen. Mogelijk maken van demotie is het logische vervolg van de verhoging van de pensioenleeftijd.

Daarnaast moeten werknemers meer mogelijkheden en prikkels krijgen om gedurende hun carrière kennis en vaardigheden op peil te houden. Zonder levenslang leren leidt verhoging van de pensioenleeftijd vooral tot hogere werkloosheid onder ouderen.

Dat lijkt me een mooie beleidsagenda voor Rutte en Asscher, nu ze toch nog even blijven zitten.