Problemen onder de motorkap van de mondiale economie

We kregen de gehoopte zachte landing. Op de extreem hoge inflatie van 2022 volgde geen diepe wereldwijde recessie, met dank aan de stuurmanskunst van centrale banken. En een flinke dosis mazzel. Volgende vraag: kunnen we nu weer soepel opstijgen? Dat valt behoorlijk tegen. Zowel ontwikkelde als opkomende economieën lijken niet naar de oude groeipaden terug te keren. Groei is traag en stroperig en zal de komende jaren niet snel aantrekken.

Dat is de voorspelling van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in de nieuwste World Economic Outlook. Het eurogebied krabbelt dit en volgend jaar wel wat op en gaat richting een groei van 1,5%. Maar in China, India, Brazilië en Mexico zal de groei twee jaar op rij afnemen. Hetzelfde verwacht het IMF voor landen aan de randen van Europa. De Amerikaanse economie zal volgend jaar ook vaart verliezen. Voor deze teruggang zijn vaak tijdelijke, conjuncturele oorzaken aan te wijzen, zoals de nog altijd hoge rente, hoge grondstofprijzen, aankomende bezuinigingen en problemen in de vastgoedsector.

Maar de wereldeconomie kampt ook met structurele problemen, die de groei op de lange termijn zullen remmen. Het IMF wijdt er een heel hoofdstuk aan en dat is geen plezierig leesvoer. Dat de structurele groei zal afnemen, blijkt uit een overzicht van alle vijfjaarsramingen sinds 1995. Dat jaar werd nog 4,5% groei verwacht (voor 2000). Vlak voor de kredietcrisis was de vijfjaarsverwachting zelfs bijna 5%. Nu blijft de raming voor 2029 steken op 3% mondiale groei.

Zes verschillende, soms samenhangende, oorzaken ziet het IMF voor deze afname. In mijn woorden: het zijn de zes plagen van de wereldeconomie. Aan de eerste plaag is weinig te doen: de beroepsbevolking krimpt in veel landen, en waar die nog stijgt, gaat dat langzamer dan voorheen. Gebrek aan personeel zet een rem op de groei en dat gaat deze eeuw niet meer over. Arbeidsmigratie kan lokaal een tijdelijke oplossing bieden, maar voor de wereld als geheel uiteraard niet.

Nu heb je voor het bestrijden van arbeidstekorten niet per se meer mensen nodig. Het gaat ook als we meer kunnen maken met minder mensen. Helaas lukt dat niet meer zo goed. Dat is de tweede plaag: stagnatie van de productiviteitsgroei. Tussen 2001 en 2008 leidde hogere productiviteit tot ruim 1,5% extra groei van de wereldeconomie. Sinds 2008 was dat gemiddeld nog maar net meer dan een half procent. Een van de oorzaken is dat bedrijven sinds de kredietcrisis minder investeren. De trend van voor die crisis is nooit meer opgepakt (derde plaag).

De trage productiviteitsstijging wordt mede veroorzaakt door wat het IMF ‘misallocatie van arbeid en kapitaal’ noemt (de vierde plaag). Mensen en geld zitten vast in laagproductieve bedrijven en sectoren en stromen niet snel genoeg naar bedrijven en sectoren die wel investeren in productiviteit. Dit probleem is de afgelopen jaren toegenomen. Deels is dat onvermijdelijk, doordat steeds meer mensen in de dienstensector werken, waar de productiviteit in de regel minder snel stijgt. Maar gebrek aan marktwerking en institutionele belemmeringen spelen ook een rol. Zonder deze obstakels zou de productiviteitsstijging de helft hoger zijn geweest, rekende het IMF uit.

Deglobalisering is de vijfde plaag. Het is nog te vroeg voor grote conclusies, maar vooral sinds de Russische inval in Oekraïne lijkt de wereldhandel te fragmenteren. Tussen handelsblokken is de goederenhandel veel sterker afgenomen dan binnen blokken. Vooral bij ‘strategische goederen’ zoals computerchips is dit verschil groot. Fragmentatie kan leiden tot 0,8 procentpunt lagere groei, elk jaar weer. En nog meer als de internationale verspreiding van kennis en technologie erdoor wordt beperkt.

En dan zijn er nog de schulden. Niet prominent genoemd door het IMF, maar ook deze ‘zesde plaag’ drukt de groei op termijn. In de meeste landen nam de staatschuld de afgelopen vijftien jaar sterk toe. Dat kan zorgen voor onzekerheid, hogere rente en noodzakelijke bezuinigingen die de groei remmen. En als de hoge schulden leiden tot een nieuwe financiële crisis, is het leed niet te overzien.

Maar dat laatste gevaar noemt het IMF niet. Misschien dat ze het niet zien, maar ik denk dat ze het rapport al somber genoeg vonden. Ook zonder nieuwe crisis gaat er genoeg mis in de wereldeconomie.

FD