Post-pensioen

Werkgevers moeten meer oudere werkzoekenden aannemen, vindt minister van Sociale Zaken Karien van Gennip. In de Telegraaf pleitte ze voor een ‘brede herwaardering’ van 55- tot 67-jarigen.

Die 55-plussers werken trouwens veel meer dan vroeger. In 2003, kort voor afschaffing van vut en pre-pensioen, was slechts 42% van hen aan het werk. Inmiddels is dat 72%. In 2004 stonden de vakbonden woedend op het Museumplein om het vroegpensioen te verdedigen. Totaal onnodig, weten we nu.

Ook na de pensioenleeftijd wordt meer gewerkt. In 2003 werkte 6,5% van de 68-jarigen, nu is dat ruim 16%. Onder 70 tot 75-jarigen steeg de arbeidsparticipatie van 3,3% naar 7,5%. AOW’ers zijn aantrekkelijk voor werkgevers: geen AOW-, WIA en WW-premie, geen transitievergoeding en nauwelijks loondoorbetaling bij ziekte. Wie op z’n 64ste te duur is, blijkt op z’n 68ste juist goedkoop. Het gaat dus niet per se om leeftijdsdiscriminatie, maar heeft ook te maken met onze starre sociale regels.

Werkgevers moeten meer werkloze ‘jonge ouderen’ aannemen, maar tegelijk moet Van Gennip iets doen aan premies en loondoorbetaling om dat aantrekkelijker te maken.

FD