Ook in Nederland dalen de prijzen

Het was de laagste inflatie sinds 2009, maar in elk geval ging de Nederlandse consumentenprijsindex in december nog omhoog. Terwijl in het eurogebied als geheel het prijspeil daalde met 0,2% ten opzichte van een jaar eerder, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) afgelopen woensdag nog een positieve inflatie van 0,7%.

Er is deflatie in Europa, maar in Nederland stijgt het prijspeil nog. Hard gaat het niet, maar wie bang is voor deflatie lijkt in Nederland veilig.

Schijn bedriegt
Maar schijn bedriegt. Net als in het eurogebied in z’n geheel, heerst ook in Nederland deflatie. Het prijspeil daalde in december met 0,1%. Het was de eerst negatieve inflatie sinds juli en augustus 2009, toen het Nederlandse prijspeil ook met een tiende procent afnam.

Het CBS zegt dat de prijzen stegen in december, maar tegelijkertijd daalden ze ook. Hoe is dat mogelijk? De reden is dat je de verandering van de consumentenprijzen op verschillende manieren kunt berekenen. De manier die het CBS gebruikt is net anders dan de officiële Europese methode die Eurostat en de ECB voorschrijft.

Schermafbeelding 2015-01-18 om 14.18.59

Normaal gesproken maakt dat methodologische verschil niet zoveel uit. Maar nu de inflatie zich dicht bij de nul procent bevindt, kan het net het verschil tussen inflatie en deflatie uitmaken. Bovendien zorgt de andere methodiek op dit moment voor bovengemiddeld grote verschillen in de inflatieschatting.

Welke methode geeft het meest correcte beeld van de werkelijke inflatie in Nederland? Ik heb mijn keuze gemaakt: de Europese definitie komt dichter bij de waarheid. Dat betekent dus dat wat mij betreft het prijspeil in december is gedaald. Er is deflatie in Nederland.

 Kunstmatig

Ik kies niet voor het nationale CBS-cijfer omdat een flink deel van die prijsindex wordt bepaald door een kunstmatig berekende, niet in de werkelijke economie gevoelde prijs: de toegerekende huur van de eigen woning. Dit is een schatting van de kosten die huiseigenaren maken als ze hun huis ‘verwonen’. De aankoop van een huis zelf wordt door het CBS (terecht) niet gezien als consumptie maar als een investering. Die aankoopprijs zit daarom niet in de consumentenprijsindex.

Maar het gebruiken (consumeren) van de eigen woning na aanschaf, is wel consumptie. Welke prijs hoort bij die woonconsumptie? Het CBS veronderstelt dat de prijs van het consumeren van een eigen huis, gelijk is aan de huur die iemand betaalt voor een soortgelijk huis. Als de huur van een bepaald huis met 5% stijgt, neemt de geschatte prijs van het wonen in het koophuis van de buren ook met 5% toe. Bij de Europese methodiek wordt het eigen huis genegeerd.

Winkelmandje
De toegerekende huur is een belangrijke component in het winkelmandje dat het CBS gebruikt voor het berekenen van de inflatie. Met een gewicht van 11% is het na de bestedingen aan voeding, de belangrijkste component. Niemand betaalt of voelt een stijging van de toegerekende huur echt, maar meer dan een tiende van het inflatiecijfer wordt er door bepaald. Ter vergelijking: een stijging van de energieprijzen telt maar half zo zwaar mee.

Schermafbeelding 2015-01-18 om 14.19.11

De huren stijgen de afgelopen tijd flink. In 2014 gingen de huren gemiddeld met 4,5% omhoog. Koopwoningen stegen vorig jaar ook iets in prijs, maar bleven met een toename van 1,8% ver achter bij de huren. De kostprijs van een nieuwbouwwoning — toch ook een aardige indicator van wat een huis de burger kost — ging zelfs licht omlaag. In de jaren voor 2014 gingen de huren telkens omhoog, terwijl de huizenprijs en de kostprijs van nieuwbouw daalden.

Deze huurstijging heeft geen enkel effect op de koopkracht van Nederlanders in een koopwoning. Het is op theoretische gronden vast te verdedigen dat het CBS een schatting probeert te maken van de prijs van wonen in een eigen huis, maar nu de huren al lange tijd veel harder stijgen dan de prijs van een koopwoning, pakt het in de praktijk ongelukkig uit.

Schermafbeelding 2015-01-18 om 14.19.19