Nog hogere lastendruk? Daar is geen aanmoediging van Knot voor nodig

Denk je alles wel te hebben gezien, is daar opeens een DNB-president die pleit voor een grotere overheid! Klaas Knot mocht deze week aantreden bij de vaste Kamercommissie Financiën en kwam met de verrassende mededeling dat de belastingen omhoog moeten, omdat mensen tegenwoordig verwachten dat de overheid de bestaansonzekerheden voor hen wegneemt. Het leven zit vol risico’s, kansen en toevalligheden en onze centrale bank vindt het logisch dat de burger die op het collectief afschuift. Ik geef het toe: die zag ik niet aankomen.

Eerder kwam de directeur van het Centraal Planbureau, Pieter Hasekamp, met een tegengesteld verhaal. Nederland lijkt een ‘compensatiesamenleving’ te worden, stelde hij, waarbij elke vorm van pech wordt afgewenteld op de overheid. Dat begon in de coronacrisis en dreigt bij de energiecrisis weer zo te werken. De gevolgen: verkeerde prikkels, minder economische dynamiek, bedrijven en consumenten die te veel risico nemen en snel oplopende overheidsuitgaven.

Knot lijkt zich daar bij voorbaat bij neer te leggen. Zijn pleidooi voor hogere belastingen wordt vast niet ingegeven door een primaire wens van een grotere overheid, maar eerder door de vrees dat de extra uitgaven waarmee de bestaansonzekerheid wordt bestreden ongedekt blijven. Liever hogere lasten dan ongedekte uitgaven, al was het maar om het inflatoire effect van de extra compensatiemiljarden te dempen.

De cijfers laten echter zien dat Knots wens al jaren bewaarheid wordt. De collectieve lastendruk loopt al minstens een decennium op. Begin deze eeuw ging er van elke verdiende euro bijna 37 cent naar de overheid (inclusief sociale fondsen). In de eerste tien jaar daalde de lastendruk naar ruim 35%. Maar daarna ging die snel omhoog. Vorig jaar bedroeg de collectieve lastendruk al bijna 40%.


Dat cijfer wordt overigens wel een beetje vertekend door de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006. Daardoor steeg de lastendruk op papier met 1,5 procentpunt. Maar ook als je daarvoor corrigeert blijft de stijging van de afgelopen tien jaar duidelijk zichtbaar.

Er moest dan ook heel wat aan Nederland worden verbouwd in die jaren. We wilden investeren in betere wegen, meer spoorlijnen, de energietransitie, scholen opknappen, meer defensiematerieel … Maar helaas, daar gingen de extra inkomsten niet naartoe. Integendeel: het aandeel van overheidsinvesteringen in de totale uitgaven daalde juist, van 15,4% in 2000 naar 11,6% in 2021. De overheidsconsumptie (salarissen, zorgkosten, uitkeringen) steeg in diezelfde periode juist. We halen meer geld op, want we willen meer uitgeven, maar niet aan zaken die langer dan een enkele periode meegaan.

De hogere lasten zijn vooral nodig om de kosten van de vergrijzing te betalen, zoals de exploderende zorguitgaven. De zorgbegroting steeg deze eeuw van 5,8% naar 10,4% van het bbp. Zorg is het koekoeksjong van de collectieve sector, dat andere uitgaven (onderwijs, infrastructuur, defensie) uit het nest wipt. Aan sociale zekerheid geven we ook steeds meer uit, vooral door toename van de AOW-kosten.

De komende jaren gaan zorg en sociale zekerheid alleen maar duurder worden. Het CPB verwacht dat de zorgkosten stijgen naar 18% bbp. Er komen veel meer AOW’ers bij en de politiek grijpt elke kans aan om het niveau van deze uitkering te verhogen. Later deze eeuw zijn er voor iedere AOW’er nog maar twee werkenden om de AOW-premie op te brengen. Nu zijn dat er drie, in 2010 waren het er nog vier. Niet moeilijk om te voorspellen welke kant de premie op zal gaan.

Die hogere lasten komen er dus vanzelf wel. De vergrijzing gaat daar automatisch voor zorgen. Voor nieuwe energiesubsidies of andere koopkrachtsteun waarmee de overheid probeert de bankrekening van de burger af te schermen van de geopolitieke werkelijkheid, is dan gewoon geen ruimte meer. De lastendruk loopt anders te ver op.

Het kan best zo zijn dat de burger steeds meer van de overheid verwacht en dat we in de onzekere wereld zoeken naar een nieuwe pech-en-verliesverzekering van de staat. Maar in een eeuw waarin de vergrijzing onontkoombaar toeslaat, zullen we ons moeten vermannen en erkennen dat het collectief niet voor elk probleem kan opdraaien.

FD