Nieuw Stabiliteitspact: geen boete maar tekortbelasting

In de praktijk geven eurolanden elkaar geen boetes. De schande van zo’n  sanctie doen ze elkaar liever niet aan. Bovendien komen de boetes pas zo laat in het proces ter sprake, dat een land er alleen maar verder door in de financiële nood wordt gebracht. Een preventieve werking gaat er niet van uit.

Het was de bedoeling van het Stabiliteitspact dat de hoge boetes zo afschrikwekkend zouden zijn, dat niemand de regels zou durven overtreden. In de praktijk blijken de boetes zo hoog (en stigmatiserend) dat niemand ze durft op te leggen.

Terug naar de tekentafel
Het Stabiliteitspact moet terug naar de tekentafel. We moeten terug naar de hoofdvraag: waarom moeten eurolanden elkaar eigenlijk straffen? De reden is dat landen in een monetaire unie last hebben van elkaars slechte begrotingsdiscipline.

Als een euroland te veel leent zorgt dat voor onrust op de financiële markten van alle eurolanden. De rente gaat omhoog, de wisselkoers daalt. Of andere landen moeten met eigen geld bijspringen om het probleemland te redden. Kortom: in een muntunie waait het slechte beleid van het ene land over naar het andere land.

Introductie tekortbelasting
Een te hoog tekort is dus geen kwestie van zonde en schuld, maar van overlast voor de buren. En met overlast weten economen wel raad. Overlast moet je weg belasten. Een vieze fabriek betaalt een milieuheffing, motoren worden schoner als je de wegenbelasting op vieze auto’s verhoogt, en  ‘begrotingsvervuiling’ pak je aan met een ‘tekortbelasting’.

Eurolanden mogen best een begrotingstekort hebben, zolang ze de tekortbelasting maar betalen. Bij kleine tekorten is de belasting laag –maar niet nul. Bij hogere tekorten loopt de heffing snel op, want dan neemt ook de schade voor andere eurolanden rap toe. De opbrengst van de belasting gaat naar Brussel, zodat de EU-afdracht voor landen zonder tekort omlaag kan.

Een land met hoge werkloosheid en een activistische regering kan er gewoon voor kiezen om de economie een extra zet te geven met expansief begrotingsbeleid. Het is niet verboden, maar kost  wel wat extra tekortbelasting.

De tekortbelasting wordt automatisch geheven. Er gaat geen vergadering van Europese ministers aan vooraf. Niemand hoeft zijn buurman te straffen.

Geen gezichtsverlies
Betalen van belasting zorgt niet voor gezichtsverlies. Alle landen met een tekort moeten betalen, zij het dat het land met het grootste tekort de hoogste (progressieve) heffing krijgt opgelegd. In plaats van een boete die nooit wordt uitgedeeld, krijgen we een belasting die altijd wordt betaald.

De kosten van een begrotingstekort gaan omhoog. Landen worden voorzichtiger en kunnen de schade van slechte begrotingsdiscipline niet meer afwentelen op de
buurlanden.

Bijkomend voordeel: de monsterlijke begrotingsindustrie in Brussel kan worden opgedoekt. Geen nachtelijke vergaderingen meer over het tekort van Portugal of Frankrijk en geen metersdikke rapporten over de staatsschuld van Italië.