Niet radicaal

Is Syriza een radicale partij? Kort nadat de partij van Alexis Tsipras de Griekse verkiezingen had gewonnen, ontstond er in Nederland discussie over die vraag. Nee, klonk het vanuit linkse hoek. Syriza is geen radicale partij, want wat de Grieken willen is juist zeer verstandig en uiterst gematigd.

Kwijtschelding van een onhoudbare schuld, een einde aan het bezuinigingsbeleid en de privatiseringen, bestrijden van de humanitaire crisis, dat zijn buitengewoon redelijke doelstellingen. De echte radicalen in Europa, dat zijn de ‘neo-liberale’ politici in Duitsland en Nederland die de Grieken laten lijden onder veel te harde bezuinigingen.

Ik was het in eerste instantie absoluut niet eens met dit verzet tegen het radicale label. Syriza betekent nota bene ‘Coalitie van Radicaal-Links’ en de ideologen van de partij hebben zich altijd laten voorstaan op hun radicale politiek. Waarom zou je ze dan niet zo mogen noemen? Radicale politiek betekent volgens Van Dale: ‘Strevend naar diep ingrijpende hervormingen’; dat etiket leek Syriza prima te passen.

Maar inmiddels ben ik om. Syriza is geen radicale partij en Tsipras is geen radicale politicus. Van diep ingrijpende hervormingen hebben we sinds de Griekse verkiezingen niets meer gehoord.

In plaats daarvan doet Syriza precies hetzelfde als eerdere Griekse regeringen: geld vragen in Europa in ruil voor vage beloften, het overleg traineren totdat de nood zo hoog is dat Europa wel met noodmaatregelen over de brug moet komen en consequent achteruit onderhandelen. Zodra er een afspraak is gemaakt met de andere eurolanden, wordt die overeenstemming het startpunt voor weer nieuwe onderhandelingen.

‘Constructieve onduidelijkheid’ noemt de flamboyante minister van financiën Yanis Varoufakis dat. Men belooft iets in Brussel, maar de formulering is zo vaag dat men er later weer op terug kan komen. Tsipras en Varoufakis willen noodhulp van Europa krijgen, zonder het bijbehorende hervormingsbeleid te hoeven leveren. Zo stapt de Syriza precies in de voetsporen van eerdere Griekse regeringen. Dat is bepaald niet radicaal.

Het is nu een kleine acht weken na de Griekse verkiezingen. Die tijd heeft Tsipras gebruikt om al zijn crediteuren kwaad te krijgen, spaargeld het land uit te jagen, het economisch herstel te frustreren en de rentes op te drijven. Het prille economische herstel is inmiddels in de kiem gesmoord, de belastinginkomsten vallen fors tegen en het geld is vrijwel op. Op deze manier moet het land vroeg of laat de euro opgeven.

In Van Dale staat nog een definitie van radicaal. Een radicaal is ‘een persoon die de uiterste consequentie van een denkwijze aanvaardt’. De uiterste consequentie van het wel-noodhulp-geen-hervormingen-beleid van Syriza is dat Griekenland de monetaire unie uit rommelt.

Pas als Tsipras en Varoufakis dat openlijk erkennen, noem ik Syriza weer radicaal.

 

 

(Verscheen eerder hier)