Niet populair

Impopulaire maatregelen. Die heten niet voor niets zo. Wie dat soort maatregelen neemt, verliest flink aan populariteit. Maar als de maatregelen toch noodzakelijk zijn, wat doe je dan als politicus?

Voor sommige ministers en Kamerleden is het antwoord duidelijk: dan neem je de maatregelen niet. Je stelt ze uit. Installeert weer een nieuwe onderzoekscommissie (“Is het echt nodig? Zijn de wetenschappers het wel eens? Hebben we alle alternatieven wel in kaart gebracht?”).

En dan kom je uiteindelijk met een plan om ooit iets aan het probleem te doen doen, bijvoorbeeld pas in 2035. Zo hou je de kiezer te vriend én word je misschien wel echt populair! Diezelfde kiezer vraagt trouwens voor iedere verkiezing om een ‘sterke leider’, die ‘visie toont’ en ‘impopulaire maatregelen durft te nemen’. Maar wee je gebeente als je dat na de verkiezingen ook echt durft te doen.

Stikstofreductie, stevig klimaatbeleid, opvang voor vluchtelingen: het kabinet Rutte-IV leek de pijnlijke beleidsdossiers echt te willen aanpakken. Maar zulke politieke moed bewijs je pas als je als kabinet uiteindelijk ook de bijbehorende impopulaire maatregelen neemt én uitvoert. Zelfs als de achterban begint te mokken.

FD