Met de grensheffing voor CO₂ kan de EU het eigen klimaatbeleid exporteren

De Europese CO₂-heffing voor klimaatonvriendelijke import wordt pas in 2027 ingevoerd, maar nu al is het effect ervan te merken. In Vietnam bijvoorbeeld. Daar verplicht de overheid bedrijven vanaf dit jaar om cijfers bij te houden en aan te leveren over hun uitstoot van broeikasgassen. Volgens Nguyen Van Minh, een hoge ambtenaar van het Vietnamese ministerie van milieu is dat een eerste stap richting CO₂-beprijzing in het land. En dat is weer een reactie op de verwachte invoering van een CO₂-invoerheffing in de Europese Unie. Dat zei hij vorige week tijdens een workshop over het nieuwe EU-handelsbeleid, waarvan de Hanoi Times verslag deed.

‘Carbon Border Adjustment Mechanism’ heet de CO₂-importheffing van de EU. Afgekort: CBAM. Dinsdag werd een belangrijke zet gedaan richting invoering ervan toen het Europese Parlement voor deze heffing stemde. Daar speelde overigens de Nederlandse Europarlementariër Mohammed Chahim (PvdA) een belangrijke rol bij. Hij was de ‘rapporteur’ voor dit onderwerp. Als in juni ook de nationale milieuministers in Europese Raad akkoord gaan, kan het CBAM-feestje echt beginnen.

Er komt dan eerst een oefenfase. Vanaf oktober 2023 moeten importeurs bijhouden hoeveel CO₂ er is vrijgekomen bij de productie van goederen die ze de EU willen binnenbrengen en daar ieder kwartaal verslag van doen. Het gaat niet om alle import, maar alleen om de meest CO₂-intensieve goederen: ijzer en staal, aluminium, cement, kunststof en elektriciteit. Ook de import van waterstof staat op dat lijstje. In de toekomst moet het CBAM ook voor andere producten en materialen gaan gelden.

Tot 2027 is het droogzwemmen. Daarna moet er echt betaald gaan worden. Importeurs moeten dan ‘CBAM-certificaten’ kopen voor de broeikasgasemissies die ‘besloten liggen’ in hun producten. Tenzij daarvoor al is betaald in het land van herkomst. Want als de importeur kan aantonen dat het staal, de kunstmest of het cement afkomstig is uit een land met nette CO₂-beprijzing — bijvoorbeeld een belasting of een emissiehandelssysteem zoals in de EU — hoeft er niet of minder te worden afgerekend.

Vandaar dus dat ze in Vietnam nu al druk bezig zijn met het opzetten van systemen om emissies te meten en te rapporteren. En vandaar dat ze in dat land serieus nadenken om zelf ook CO₂-beprijzing in te voeren. Je kunt de opbrengstheffing maar beter in eigen land houden. CBAM is in de eerste plaats bedoeld om Europese producenten te beschermen tegen concurrentie van klimaatvervuilende import, maar blijkt in de praktijk nu al een manier om het EU-beprijzingsbeleid te exporteren naar andere landen. Exporteurs die zich aanpassen aan de Europese manier van denken over CO₂-emissies en klimaatbeleid, hebben straks meer kans op de EU-markt.

Vietnam is overigens lang niet de grootste exporteur van staal of kunstmest naar de EU. In de top twaalf van landen die de meeste CBAM-producten naar Europa exporteren komt het land niet voor. China wel. Dat staat op nummer twee en is goed voor meer dan 10% van de CBAM-import van de EU. Europa importeert vooral veel ijzer en staal uit China. Er komt ook veel staal uit India. Turkije levert relatief veel cement. En de Verenigde Arabische Emiraten veel aluminium.

Op de eerste plaats staat Rusland, met 16%. Of beter: stond, want de cijfers in bovenstaande grafiek gaan over de periode 2015 tot en met 2019. Sinds de oorlog en de sancties zal het belang van Rusland veel kleiner zijn geworden. Hetzelfde geldt ongetwijfeld voor Oekraïne, waar door de Russische bombardementen veel productiecapaciteit is vernietigd.

In de top twaalf staan ook landen die zelf al actief klimaatbeleid voeren. Noorwegen bijvoorbeeld, een land dat meedoet met de emissiehandel van de EU. Zwitserland heeft het eigen systeem daar op aangesloten. En het Verenigd Koninkrijk heeft na Brexit een eigen handelssysteem opgezet. De import uit deze landen zal weinig tot geen last hebben van het CBAM. Sterker, deze landen profiteren er ook van als op de EU-markt vuile import extra wordt belast.

Vreemd genoeg sloot juist Noorwegen zich vorige maand toch aan bij een initiatief van China, India en Brazilië om het CBAM bij de Wereldhandelsorganisatie tegen het licht te houden. Die laatste drie landen hebben echt iets te verliezen, maar voor Noorwegen geldt dat niet. Misschien moet Europarlementariër Chahim maar even naar Oslo reizen, om ze dat daar uit te leggen.

FD