Kostencrisis

Eerst hadden we de ‘kredietcrisis’, toen de ‘coronacrisis’. Nu zitten we in de ‘stikstofcrisis’ en de rest van de eeuw in de ‘klimaatcrisis’. Het zijn allemaal sterke woorden. Ritmisch, allitererend, assonerend en met veel harde medeklinkers.

‘Koopkrachtcrisis’ is er ook zo een, zelfs dubbel allitererend. En nu het kabinet er zo maar even €15 mrd tegenaan gooit, past deze crisis ook keurig in het rijtje van die andere miljardenverslindende noodsituaties. Toch vind ik het geen goede term. Koopkrachtcrisis is mij te mild, te veel Consumentenbond en Radar. Alsof het probleem is dat we in de winkel geen duur paar schoenen of een nieuwe laptop kunnen afrekenen, want – o hemel – we zitten even met weinig koopkracht.

Er is veel meer aan de hand dan dat. De extreem dure energie bedreigt de bestaanszekerheid van huishoudens. Zonder overheidsingrijpen dreigen zij financieel kopje onder te gaan. ‘Cost of living crisis’, noemen de Britten het. Dat klink al beter. Maar ‘Kosten-van-levensonderhoud-crisis’ bekt niet. Wat wel? Mijn voorstel: Levenskostencrisis. Afgekort: Kostencrisis. Lekker simpel.

FD