Kan de klant kiezen? 

Onderstaande column schreef ik jaren geleden voor (het inmiddels opgeheven – niet mijn schuld) FEM Business. 

Bureaucratisering

Van alle gratis diensten die Google biedt, zijn de ‘alerts’ misschien wel de mooiste. Je typt een zoekterm en je emailadres, en Google stuurt iedere dag een mailtje met de laatste nieuwsberichten over het gewenste onderwerp. Op de hoogte blijven was nog nooit zo eenvoudig. Bijkomend voordeel is dat je alleen maar je teen in deze constante stroom aan nieuwsberichten hoeft de te steken, om de temperatuur van het maatschappelijk debat vast te stellen.

Begin dit jaar voegde ik de zoekterm ‘marktwerking’ aan mijn alert-lijstje toe. Drie maanden later is mijn teen bijna afgevroren – zo ijzig waren de nieuwsberichten. Van de 46 nieuwsberichten die ik ontving, waren er slechts 10 enigszins positief over marktwerking. (Eén daarvan had ik zelf geschreven, dus die telt eigenlijk niet mee). Maar liefst 29 berichten waren negatief – vaak zeer negatief. Zeven waren neutraal.

In de meeste gevallen ging het om aanklachten tegen marktwerking in de zorg en het openbaar vervoer. “Bijna 78 procent van de Nederlanders wil minder marktwerking in de zorg”, bleek uit een enquête. “Zestig procent van de verpleegkundigen in de thuiszorg vindt dat hun werk door marktwerking in de knel komt”, meldde een ander onderzoek “Roep marktwerking in de zorg een halt toe!”, eiste Eelco Damen, ‘zorgmanager van het jaar’, in Trouw. Het Reformatorisch Dagblad schreef: “De belangen van reizigers zijn niet gediend met marktwerking binnen het openbaar vervoer”. En de FNV stuurde een persbericht rond met de alarmerende mededeling: “Marktwerking en concurrentie zijn funest voor de veiligheid op het Nederlandse spoor”.

Het is duidelijk: marktwerking is de nieuwe duivel. Wat er ook mis gaat in Nederland: de markt heeft het gedaan. Een bizarre situatie. Want vrijwel alle klachten komen juist door gebrek aan marktwerking.

De meest basale eis die je aan marktwerking mag stellen, is dat er een markt is die werkt. Dat betekent: de klant kan besluiten naar een andere aanbieder over te stappen als hem iets niet bevalt. De lakmoesproef van iedere markt-werkingsoperatie is daarom: kan de klant kiezen? Zo nee, dan is er geen marktwerking.

Voor zowel openbaar vervoer als de zorg geldt: de klant kan niet kiezen. De NS heeft een monopolie op het spoor, de busbedrijven zijn de enige aanbieders in de regio, de thuiszorgorganisatie wordt aangewezen door de gemeente en ziekenhuizen onderhandelen in de eerste plaats met de verzekeraars. De klant staat er bij en kijkt er naar. Geen marktwerking, dus.

Bureaucratisering zou een betere benaming zijn. Want als de klant niet mag kiezen is er altijd ergens een bureaucraat die dat voor hem doet. Om die te vinden hoef je alleen maar het papierspoor te volgen. Dat leidt meestal naar een enorm kantoorgebouw. Daar zit de bureaucraat. Hij speelt voor marktmeester. Via aanvraagformulieren, indicatiesystemen urencalculaties en andere bureaucratische rompslomp, probeert hij de markt na te bootsten.

Een dergelijk bureaucraat is de provinciale bestuurder die een busbedrijf uitkiest. Hij schrijft een tender uit, waarin hij tot achter de komma vertelt welke dienst ‘de klant wil’. Het is de wethouder die een thuiszorginstelling uitkiest en rapportages wil over wat iedere verpleegster elk kwartier uitvoert. Het is de zorgverzekeraar die met elke huisarts een apart contract afsluit en ze zo met kilo’s papierwerk opzadelt. Die bureaucraat is de werkelijke oorzaak van alle ellende. Snij hem uit het systeem, laat de klant zelf kiezen, en de markt zal echt gaan werken.

Ik heb de zoekterm ‘bureaucratisering’ aan mijn Google-lijstje toegevoegd. Resultaat tot nu toe: nul berichten. We wachten af.