Juist als niemand het verwacht, steekt inflatie weer de kop op

Wat is voor een econoom de snelste manier om z’n reputatie te verspelen? Voorspel hoge inflatie. Of je dat nou doet aan de hand van logisch redeneren, historische verbanden of een paar duidelijke grafieken, het resultaat is telkens hetzelfde: de inflatie komt niet en de reputatie vertrekt.

Ik voorspel in dit artikel daarom nadrukkelijk niet dat er inflatie aankomt. Nee, het enige wat ik beoog is een klein beetje tegenwicht geven tegen de consensus onder economen dat het prijspeil de komende tijd slechts langzaam zal stijgen. Iets anders dan dat bedoel ik niet. Ik kijk wel mooi uit.

Eerst over die consensus. Die luidt: de inflatie is al jaren lager dan centrale banken gezond achten. Vooral in Japan en Europa wil het met de geldontwaarding maar niet opschieten. De coronacrisis maakt dat erger: de vraag daalt, werkloosheid stijgt, dus prijzen en lonen komen verder onder druk te staan. In de laatste Economic Outlook voorspelt de Oeso dat de Europese inflatie daardoor dit en volgend jaar niet boven de 1% uit zal komen. De doelstelling van de Europese Centrale Bank van net onder de 2%, wordt bij lange na niet gehaald.

Aan die ECB zal dat trouwens niet liggen. In Frankfurt doet men er werkelijk alles aan om de inflatie aan te wakkeren. Negatieve rente, opkoopprogramma’s, ongelimiteerd beschikbare liquiditeit, alle conventionele en onconventionele instrumenten worden ingezet. Het gevolg is een al sneller stijgende geldhoeveelheid. Volgens de meest ruime definitie (M3, dat is de som van giraal en chartaal geld en deposito’s en schuldpapier met een looptijd van minder dan twee jaar) groeit de geldhoeveelheid inmiddels met bijna 11% op jaarbasis. Daaruit volgt niet automatisch dat de inflatie moet gaan stijgen, maar de ECB vormt in elk geval geen belemmering voor zo’n stijging.

Voor inflatie heb je niet alleen liquiditeit nodig, maar ook een flinke vraagimpuls. Daar zorgen Europese overheden momenteel voor. De begrotingsregels zijn vanwege corona buiten werking gesteld en de steunprogramma’s draaien op volle toeren. Volgens schattingen van de Oeso lopen de staatsschulden van eurolanden tot en met 2022 fors omhoog, van 16%-punt bbp in Duitsland, tot wel 27%-punt bbp in Spanje. In veel gevallen bestaat de noodsteun die overheden geven uit het in stand houden van inkomen bij dalende productie. We maken dus minder, maar kunnen net zoveel besteden. Minder aanbod bij dezelfde vraag; dat klinkt als een gunstige voedingsbodem voor wat meer inflatie.

Misschien nog niet meteen, want wat kun je nou kopen tijdens de lockdown? Maar dan toch zeker zodra de vaccinatiecampagnes op stoom zijn gekomen. Het geld brandt in de broekzak van de Europese consument. Tijdens de eerste lockdown vorig jaar, schoten de besparingen omhoog. Een deel daarvan werd in de zomer weer uitgegeven, maar de spaarquote is nog altijd historisch hoog. Dat is latente vraag die straks kan leiden tot een grote vraagimpuls net op het moment dat winkels geen geld hebben voor grote voorraden.

Van een deel van de toekomstige inflatie kunnen we nu al zeker zijn. Na een harde val begin vorig jaar, is de olieprijs weer opgelopen. In april 2020 belandde de prijs van een vat Brent olie omgerekend zelfs onder de €10. Inmiddels is dat al weer ruim €45. Vanaf april dit jaar wordt dat automatisch meegerekend in het inflatiecijfer. Ook veel andere grondstoffen, van koper en aluminium tot sojabonen en tarwe, kosten nu veel meer dan in april 2020. Reken dus maar op een piek in de inflatie, dit voorjaar. Die zal in principe tijdelijk zijn, maar kan er ook voor zorgen dat de inflatieverwachtingen stijgen, waardoor het proces zichzelf versterkt.

Er zijn nog meer factoren die tot hogere prijzen zouden kunnen leiden. De hoge vrachttarieven van dit moment, de extra kosten voor import na de brexit, de neiging van sommige bedrijven om weer dichter bij huis of in elk geval niet alleen op de goedkoopste locatie te produceren, een trendbreuk in het just-in-time-productiemodel, waardoor producenten meer voorraad gaan aanhouden, hogere energieprijzen door Europees klimaatbeleid en duurdere industriële producten door de gestegen prijs van CO2-rechten. Ik kan nog wel even doorgaan.

Maar dat doe ik niet. Want de inflatie gaat natuurlijk helemaal niet stijgen. Dat heb ik ook nooit beweerd. Maar het had wel gekund.

FD