Het minimumloon gaat weer omhoog. Na de stijging met ruim 10% eerder dit jaar komt er straks nog eens 1,7% bij. Dat is in elk geval de wens van een meerderheid in de Tweede Kamer. Daarbovenop komt nog automatische stijging met het gemiddelde contractloon.
Nog niet genoeg, vindt FNV. De vakbond eist een minimumloon van €16 per uur. Nu is dat ruim €12, of €1995 bruto per maand. SP en GroenLinks-PvdA hebben ook een bedrag van €16 in hun verkiezingsprogramma staan. De ChristenUnie wil zelfs een minimum van €18 per uur.
Volgens cijfers van Eurostat heeft Nederland inmiddels het op twee na hoogste minimumloon van de EU, na Duitsland en Luxemburg. Blijkbaar nog te laag. Waar komt dit politieke enthousiasme voor een hoger minimum vandaan? De oorsprong ligt bij het Centraal Planbureau (CPB). Dat schreef in 2020 het rapport Kansrijk Arbeidsmarktbeleid, waarin verhoging van het minimumloon voor het eerst niet meer taboe was. Voorheen vreesde het CPB grote werkgelegenheidseffecten van zo’n maatregel, maar nieuw, internationaal onderzoek had uitgewezen dat die angst overdreven was. Er zouden aan de onderkant veel minder banen verdwijnen dan gedacht. Hoger minimumloon kan, concludeerde het Planbureau.
Dat hebben we geweten. De geest was uit de fles. Als de ChristenUnie de €18 na de verkiezingen binnenhaalt, betekent dat bijna een een verdubbeling van het nominale minimumloon in vier jaar tijd. Overigens zag het CPB in 2020 bij zo’n grote stijging wel degelijk gevaren: 40% verhoging zou kunnen uitmonden in 2% minder werkgelegenheid. Op de huidige negen miljoen werknemersbanen is dat een verlies van 180.000, vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Als de gebruikelijke koppeling van uitkeringen aan het minimumloon wordt meegenomen, gaat het volgens het CPB zelfs om 3,5% baanverlies, of 315.000 banen. Dat komt doordat dan het verschil tussen uitkering en werken nauwelijks toeneemt.
De koppeling maakt een hoger minimum ook veel duurder. Zonder koppeling kost 40% verhoging maar €1,6 mrd. Gaan de uitkeringen mee omhoog, dan loopt dat op naar maar liefst €24,5 mrd, vooral door de duurdere AOW.
En daarmee zijn we aangekomen bij het pijnpunt van de discussie: meestijgen van de AOW maakt armoedebestrijding via minimumloon extreem kostbaar. Toch is koppeling wat alle partijen willen, ook al gaat het grootste deel van de extra AOW naar mensen met een prima aanvullend pensioen en is de armoede onder 65-plussers lager dan onder 65-minners.
Op langere termijn lopen deze bijkomende kosten van een hoger minimum verder op. Ondanks de hogere pensioenleeftijd stijgt het aantal AOW’ers de komende jaren snel. Tot 2028 komen er ruim 300.000 bij, en daarna houdt die stijging aan. Zonder koppeling gaan de jaarlijkse AOW-kosten al van €47 mrd nu naar €52 mrd in 2028. Begin deze eeuw was dat nog ‘slechts’ €20 mrd. Koppeling aan een stijgend minimumloon zal deze trend sterk versnellen.
Dat drukt vooral op de rijksbegroting, want sinds begin deze eeuw is de AOW-premie die werknemers en zelfstandigen betalen gemaximeerd op 17,9% van het belastbaar inkomen. Dat was toentertijd nog genoeg om het Ouderenfonds waaruit de AOW wordt betaald, gevuld te houden. Maar inmiddels moet het Rijk flink bijspringen. Van de €48,3 mrd aan AOW-betalingen die op de begroting van 2024 staan, komt slechts €23,6 mrd uit de premies. De rest, €24,7 mrd, komt uit de ‘rijksbijdrage’. Dat wil zeggen: uit de belastinginkomsten van het Rijk. Ter vergelijking: dat is ongeveer net zo veel als de hele begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid, inclusief politie en rechtsspraak.
Het betekent in de praktijk dat Nederland er weer een enorme herverdelingsmachine heeft bijgekregen, want terwijl iedere werkende AOW-premie betaalt, wordt de belasting vooral opgebracht door hogere inkomens. Economen Sander Muns en Daniël van Vuuren rekenden die nivellering in 2020 uit in economenblad ESB. Door de rijksbijdrage betalen de ‘rijkste’ 40% Nederlanders meer mee aan de AOW dan ze gemiddeld zelf zullen ontvangen. Voor de hoogste 10% inkomens is dat verschil zelfs bijna €300.000 over de hele levensloop.
Aan de linkerzijde van de politiek zal men weinig tranen laten over deze heimelijke nivellering. Maar het zou goed zijn als het in alle openheid onderdeel wordt van de discussie over minimumloon en koppeling.