Een faillissementsgolf is te voorkomen, mits de overheid op tijd met nieuwe steun komt

Er gaan weinig bedrijven failliet, tijdens deze coronacrisis. Niet alleen in Nederland ligt dat cijfer bijzonder laag — in de eerste drie maanden van 2021 ging het om slechts 400 faillissementen, het laagste aantal in dertig jaar tijd — ook elders in Europa worden er opvallend weinig faillissementen uitgesproken.

Maar wat niet is, kan nog komen, schrijft de European Systemic Risk Board (ESRB) deze week. Dat is een club van centrale banken en toezichthouders die de financiële stabiliteit in Europa bewaakt. Als straks de overheidssteun wegvalt omdat de economie weer opengaat, is de kans op een faillissementsgolf aanzienlijk. Op dat moment zullen de financiële buffers van veel bedrijven klein zijn. Een tijdelijk gebrek aan solvabiliteit kan dan omslaan in echte solvabiliteitsproblemen, vreest de ESRB.

Ik snap die angst wel. Neem het horecabedrijf dat na de lockdown eindelijk weer open mag. Voor die opening moet er flink worden geïnvesteerd in voorraden en wellicht in het aannemen van personeel, en daar is geld voor nodig. Als juist op dat moment de overheidssteun wegvalt en crediteuren denken: de zaak gaat weer open, ik kan weer beginnen met innen van de schulden, dan wordt het ijs onder de voeten van de horecaondernemer meteen wel erg dun.

Zakt de ene ondernemer door het ijs, dan glijden andere mogelijk mee het wak in. Een faillissement van de een, leidt tot verlies op vorderingen bij de ander. Zeker nu de overheid tijdens de crisis gul is geweest met het verlenen van belastinguitstel zal de belastingdienst bij de meeste faillissementen verreweg de grootste schuldeiser zijn. Een preferente schuldeiser bovendien, die als eerste de boedel leeg mag trekken. Voor andere crediteuren blijft er dan weinig over, waardoor die ook in de problemen komen.

Gelukkig heeft Nederland een relatief gunstige insolventiepraktijk. De ESRB citeert onderzoek van de Wereldbank waaruit blijkt dat crediteuren hier na wanbetaling gemiddeld ruim 90% van hun geld toch nog krijgen. De periode waarin dit wordt geregeld (niet per se via faillissement, het kan ook met een doorstart) is met iets meer dan een jaar ook relatief kort. Nederland zit in bovenstaande grafiek daarom in de gunstige hoek linksboven, samen met landen als België, Ierland, Denemarken, Noorwegen en Slovenië. In bijvoorbeeld Frankrijk en Zweden krijgen schuldeisers minder geld terug en duurt het allemaal langer. In veel Oost-Europese en Balkanlanden ben je als crediteur nog veel slechter af.

De Wereldbank meet dit overigens door experts in alle landen een hypothetisch geval van een insolvabel hotelbedrijf voor te leggen. Lukt het om dit hotel te redden, binnen het systeem van het land? Hoe lang duurt dat? En wat houden schuldeisers uiteindelijk over? Dat het in dit voorbeeld om een bijna failliet hotel gaat, werd overigens al ver voor de corona-uitbraak besloten. Maar het maakt de uitkomst nu natuurlijk wel extra relevant.

In Nederland maakt het denkbeeldige hotel dus goede kans op een snelle doorstart. En misschien is die kans nog wel groter dan de Wereldbank denkt, want sinds dit jaar geldt nieuwe wetgeving waarmee de rechter crediteuren makkelijker kan dwingen om mee te werken aan een doorstart. De ESRB ziet invoering van deze Wet Homologatie Onderhands Akkoord, als een voorbeeld voor andere landen.

Maar daarmee zijn we nog niet, vrees ik. Behalve gunstige insolventieregels zal Nederland ook snel werk moeten maken van nieuwe steunmaatregelen voor na corona. NOW en TVL werken dan niet meer, omdat de omzetten van bedrijven weer zullen stijgen. Er zijn nieuwe instrumenten nodig, op basis van andere criteria.

En de overheid zal moeten durven kiezen tussen krimp- en groeisectoren. Alleen bedrijven in de tweede categorie moeten de nieuwe steun ontvangen. De belastingdienst zal aan tafel moeten met de andere schuldeisers en de positie als preferente crediteur tijdelijk opgeven. Langer uitstel en zelfs afstel van de uitgestelde belastinginning zal daarbij een optie zijn. Dat ligt politiek allemaal moeilijk, want het zal zeker leiden tot willekeur en scheve gezichten.

Voorkomen van een faillissementsgolf vergt dus politieke moed. En een missionair kabinet, met daadkrachtige ministers. Een korte formatie dus. Zou dat lukken, dames en heren in Den Haag?

FD