Een buffer voor geluk en pech

De Sociaal Economisch Raad legt een groot, zacht kussen neer, gevuld met het fijnste ganzendons en genaaid in een stevige sloop. Het ligt klaar om de val op te vangen voor iedere onfortuinlijke generatie met pech op de beurs. Zo’n hele generatie kan op het kussen neerploffen, zonder zich te bezeren.

Wie vult dit wonderbaarlijke kussen? Dat doen alle generaties die wel geluk hebben op de beurs. Wat de ene generatie te veel verdient met beleggen, wordt doorgeschoven naar generaties die te weinig verdienen op hun aandelen. Geluksgeneraties compenseren pechgeneraties. Er is solidariteit tussen de leeftijdscohorten, want we verzekeren elkaars beleggingsrendement.

De buffer voor geluk en pech is een belangrijk onderdeel van de pensioenverkenning van de SER, die eind vorige week verscheen. De Raad schets daarin een nieuw pensioenstelsel waarin werknemers hun eigen beleggingspotje opbouwen. Het is revolutionair dat de polder durft na te denken over zo’n persoonlijk pensioen. Afschaffen van de collectieve pensioenpotten waar alle premie in verdwijnt, in ruil voor een vage, nauwelijks afdwingbare belofte op een nominale uitkering na pensionering, was voor de vakbonden tot voor kort onbespreekbaar. Iedere aanpassing van de collectiviteit werd als ondermijning van de solidariteit afgedaan.

Maar nu ziet ook de polder dat het huidige systeem niet meer voldoet. Jarenlange discussies over rekenrente, dekkingsgraden en indexatie hebben de rot in het ‘beste pensioenstelsel van de wereld’ voldoende aangetoond. Dus gaat het roer om. Collectieve fondsen worden individuele potjes. Met daaronder dat enorme donzen kussen.

Het is geen individueel kussen, maar een collectief kussen. Gevuld met een donzige solidariteitsheffing op ‘te hoge’ rendementen van de individuele potjes.

De buffer voor geluk en pech is niets anders dan een schaduw-pensioenfonds dat premie heft over de beleggingswinsten van pensioenfondsen. Het is een nieuw collectief fonds gevuld met geld waarvan niemand precies weet van wie het is en dat op basis van verwachte beleggingsrendementen in de verre toekomst wordt verdeeld. Arbitraire veronderstellingen over wat ‘normaal’, ‘veel’ en ‘weinig’ rendement is, zijn nodig om deze beleggingssolidariteit te kunnen berekenen. Hoor ik iemand daar ‘rekenrente’ zeggen? De ruzie tussen generaties over het geld in deze buffer zal nog voor de eerste openingsgong van de beurs uitbreken. Want uiteindelijk ziet iedere leeftijdsgroep zichzelf als een pechgeneratie, omringd door louter generaties met geluk.

Individuele pensioenpotten, waarover solidariteitsbelasting wordt geheven ten bate van een collectieve beleggingsbuffer, op basis van arbitraire beleggingsverwachtingen — wie hoopte dat het nieuwe stelsel simpeler en transparanter zou worden, had weer eens buiten de polder gerekend.

(FD)