Doorwerken

Nee, een salaris kreeg hij niet. Maar dat vond de beheerder van de Desert View Campground, aan de oostkant van de Grand Canyon, geen probleem. Hij ontving al tien jaar een heel aardig pensioen, dus deed zijn werk graag als vrijwilliger. Na zijn pensionering was hij eerst thuis gaan zitten. Maar van niets doen ga je dood, wist hij. Van werken blijf je leven.

Het is altijd riskant, zo’n eerste column na een vakantie. Voor je het weet val je de lezer lastig met onbenullige vakantiewaarnemingen. Ik waag het er toch maar op, want tijdens mijn trip door het zuidwesten van de Verenigde Staten viel het me telkens weer op: het grote aantal werkende ouderen. De boodschappeninpakker, de hotelklerk, de buschauffeur, de ranger van het National Park en dus ook de campingbeheerder, allemaal waren ze de 65 jaar ruim gepasseerd.

Is het Amerikaanse pensioensysteem dan zo beroerd, zijn de ziektekosten en private schulden zo hoog, dat een rustige oude dag alleen voor de allerrijkste Amerikanen is weggelegd?

Volgens de officiële cijfers werkt een kleine 19% van de Amerikaanse 65-plussers. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van dertig jaar geleden. Velen werken ongetwijfeld door uit financiële noodzaak. Pensioenen zijn vaak karig en veel Amerikanen hebben helemaal geen geld gespaard.

Maar de oudere werknemers met wie ik een praatje aanknoopte, hadden het zelden over de noodzaak om te werken, maar vooral over plezier in het werk. Misschien hielden ze zich groot, maar hun antwoorden komen overeen met eerder onderzoek. In 2008 vroegen Amerikaanse onderzoekers een groep werkende ouderen naar hun redenen om door te werken. ‘Anders heb ik te weinig inkomen’, werd slechts door 18% van de ondervraagden genoemd. ‘Ik zou me anders vervelen’, scoorde 31%.

Harvard-econoom Edward Glaeser denkt dat de arbeidsparticipatie onder Amerikaanse gepensioneerden de komende jaren nog verder zal stijgen. In de moderne diensteneconomie is het werk lichamelijk veel minder zwaar. Bovendien is de hedendaagse oudere relatief fit.

De werkloze oude dag, die we in de loop van de twintigste eeuw gewoon waren gaan vinden, was volgens Glaeser in werkelijkheid een ‘pensioenzeepbel’, een tijdelijke periode met uitzonderlijk lage arbeidsparticipatie onder ouderen. Die zeepbel is geknapt.

En in Nederland? Ook hier is de deelname van 65-plussers op de arbeidsmarkt stijgende. Volgens Europese cijfers werkte in 2011 ruim 11% van de Nederlanders tussen de 65 en 69 jaar oud. In 2005 was dat nog 9%. Maar de Nederlandse vakbond ziet gepensioneerden nog altijd het liefst niets doen. Ouderen die als vrijwilliger de buurtbus besturen? De FNV is erop tegen en opende deze week het speciale Meldpunt Werkverdringing om deze misstand tegen te gaan.

Nederlandse ouderen horen blijkbaar niet achter het stuur, maar achter de geraniums.

(Column verscheen eerder hier)