CPB voorspelt voortaan ook de eigen missers

We moesten er twaalf jaar op wachten. Maar nu is het zover: het Centraal Planbureau schept de noodzakelijke ónduidelijkheid over de eigen voorspellingen. Hoe? Daarover verderop meer. Eerst het waarom.

Voor dat waarom moeten we terug naar 2003. Het CPB organiseert dat jaar een externe evaluatie van zichzelf. Vier buitenlandse en twee Nederlandse professoren krijgen de opdracht de methoden van het Planbureau door te lichten. Ze duiken in de modellen en publicaties van het CPB en praten met in- en outsiders. In een gesprek met drie financieel-economische journalisten – een daarvan ben ik – komt de interactie van CPB en pers te sprake.

De media rapporteert vaak met overdreven stelligheid over de ramingen van het CPB, is het verwijt van de professoren. In de krant lezen we “Groei volgende jaar 2%”, terwijl het Planbureau dat helemaal niet zo precies kan voorspellen.

Eerlijker en wetenschappelijker
Wij – de journalisten – kaatsten de bal terug: laat het CPB voortaan rapporteren over de onzekerheid van de eigen voorspellingen. In plaats van “Groei van 2%”, zou men “Groei van 2%, plus of min een kwart procent” moeten schrijven. Kwantificeer de onzekerheid, dan kan de journalistiek daar verslag van doen.

Zo kwam het uiteindelijk in de aanbevelingen van de evaluatiecommissie terecht. De professoren schreven: “Het comité adviseert dat de modelramingen voortaan worden gepresenteerd met een marge of een boven- en ondergrens, in plaats van als een puntvoorspelling”.

Een prima advies. Geef aan hoe zeker of onzeker je zelf bent van je voorspellingen. Dat is eerlijker, wetenschappelijker en vergroot de geloofwaardigheid. Zoals gezegd, we hebben er even op moeten wachten, maar het advies uit 2003 werd afgelopen week eindelijk opgevolgd.

De publicatie van de nieuwste raming van het CPB (1,7% groei, werkloosheid dalend naar 7,2% van de beroepsbevolking in 2015), ging gepaard met het verschijnen van een aantal kleurrijke waaiergrafieken die de kansintervallen rond de voorspellingen weergeven. Ik heb er hieronder twee gereproduceerd, voor economische groei en werkloosheid.

Natte-vinger-voorspelling
Het CPB voorspelt 1,7% economische groei in 2015. Maar er is een grote kans (90%) dat het een kwart procentpunt meer of minder is. Er is redelijke kans (60%)dat de werkelijke groei buiten dat interval maar wel tussen pakweg 1 en 2,5% uitkomt en een kleine kans (30%) dat er nog ruimere marges van tussen de 0,5 en 3% groei nodig zijn. Voor 2016 zijn de kansintervallen nog een stuk groter.

Het werkloosheidspercentage komt volgens het CPB volgend jaar uit 7,2%. Maar er is een kans van 30% dat het ergens tussen de 6,5 en 8% uitkomt. Voor 2016 voorspelt het CPB een werkloosheid van 7,0%, met een 30%-kansinterval van 5 tot 9%.

De werkloosheid ligt in 2016 dus met redelijke zekerheid ergens tussen de 5 en 9% van de beroepsbevolking. Dat is een zeer ruime marge. Vraag tien arbeidsmarktdeskundigen om hun natte-vinger-voorspelling van de werkloosheid in 2016, en alle genoemde percentages liggen tussen de 5 en 9%. Gegarandeerd.

Schermafbeelding 2015-03-15 om 13.27.15

Geen wilde, onberedeneerde gok
Hebben we dan wel wat aan zo’n CPB-voorspelling? Zeker wel. De meest waarschijnlijke uitkomst is nog altijd de puntvoorspelling, die het Planbureau traditioneel rapporteert (bijvoorbeeld 7,0% werkloosheid voor 2016). Als iemand een ‘best guess’ nodig heeft, bijvoorbeeld om economisch beleid te formuleren, dan is 7,0% het best mogelijke uitgangspunt. Het is niet de waarheid, en waarschijnlijk wordt het geen 7,0% maar iets meer of minder. Maar de CPB-raming is geen wilde, onberedeneerde gok.

Hoe moeten journalisten omgaan met de nieuwe informatie van het CPB? Het lijkt me onzinnig om voortaan de kansintervallen te gaan rapporteren. Maar op basis van de CPB-grafieken kunnen we voortaan wel in onze teksten meer van de onzekerheid rond de voorspellingen laten doorklinken. Dus in een lang artikel met de titel: “CPB voorspelt 1,7% groei”, kan best een alinea over de kans dat het wat meer of minder wordt.

Economie is een wetenschap, maar zeker geen exacte wetenschap. Dankzij de nieuwe grafieken is het CPB daar nog eerlijker over. Een prima zaak.

 

(Verscheen eerder hier)