Betuttelgeld

Beste Nederlandse werknemer, waarom laat u zich behandelen als een klein kind dat niet zelfstandig om kan gaan met geld? Zelf bent u blijkbaar niet in staat om iedere maand een klein deel van het inkomen op een spaarrekening te zetten, zodat er in de zomer genoeg geld is voor een mooie reis of een rustgevende campingvakantie.

‘Neem werknemers serieus en schaf het vakantiegeld af in ruil voor een evenredig hoger maandloon’

Nee, de werkgever moet een geheim spaarpotje beheren met daarin uw geld, en u vervolgens ieder jaar in de meimaand verrassen met een vakantie-uitkering. ‘Moet je nou kijken, er staat zomaar een extra bedrag op de bankrekening!’, roept u dan verbaasd. ‘Kinderen, we kunnen toch op vakantie, want die aardige baas heeft ons daar zomaar geld voor gegeven.’

Toen ik vroeger Monopoly speelde, schoof ik altijd een paar biljetten met hoge waarde onder het spelbord, in de hoop dat ik dat geld min of meer zou vergeten. Als ik dan later in het spel bijna failliet was (mijn broer speelde meestal slimmer dan ik), dan herinnerde ik mij opeens die biljetten, keek hoopvol onder het bord en was weer even gered. Vergeten geld terugvinden maakt je zo blij als een kind. Zo werkt het met vakantiegeld ook ongeveer.

Dat is natuurlijk geen volwassen manier om je financiën te plannen. Toen het vakantiegeld werd bedacht — kleine bedragen sinds begin vorige eeuw, grotere bedragen na de Tweede Wereldoorlog — was er misschien nog een reden voor werkgevers om paternalistisch te zijn. De onopgeleide arbeider verdiende een (korte) vakantie en de baas legde daar geld voor opzij.

Maar voor dat soort betutteling is in deze tijd geen goede reden meer. Van burgers wordt verwacht dat ze zelfstandig nadenken en zelf hun geldzaken regelen. Neem werknemers serieus en schaf het vakantiegeld af in ruil voor een evenredig hoger maandloon.

De huidige coronacrisis is een goed moment om afscheid te nemen van deze oubollige traditie. Veel bedrijven zitten in liquiditeitsproblemen en kunnen de vakantie-uitkering er nu eigenlijk niet bij hebben.

Laten we daarom afspreken dat er in mei slechts een twaalfde deel van dit bedrag hoeft worden uitgekeerd. De rest volgt dan in de volgende elf maanden. Om de schok voor werknemers zonder eigen spaargeld niet te groot te maken, zou de overheid in dit eerste jaar nog een soort overgangsregeling kunnen maken, waardoor mensen die het geld echt nodig hebben dat kunnen lenen.

Wel gewoon binnen een jaar terugbetalen, uiteraard, vanuit het hogere maandloon. Want Nederlandse werknemers kun je serieus nemen en hoef je niet te betuttelen.

FD